4
Montage
4.12 Aansluiten luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem
Neem tijdens de montage van het luchttoevoer- en rookgasafvoersys-
teem de algemeen geldende voorschriften in acht (
schriften).
Voor het cv-toestel zijn diverse rookgasafvoersets beschikbaar. Hiermee
zijn de meeste rookgasafvoersituaties te realiseren.
4.12.1 Gesloten opstelling
Voor het cv-toestel geldt bij een gesloten opstelling toestelklasse C
De mantel van het cv-toestel is luchtdicht uitgevoerd en is onderdeel van
de luchttoevoer. Het is daarom bij een gesloten opstelling vereist dat bij
een werkend cv-toestel de mantel goed aansluit. Het cv-toestel kan op
een parallel of op een concentrisch rookgasafvoersysteem worden aan-
gesloten.
4.12.2 Open opstelling
Voor het cv-toestel geldt bij een open opstelling toestelklasse B
dien een gesloten opstelling niet wenselijk of in de opstellingsruimte niet
mogelijk is, kan het cv-toestel als open cv-toestel worden geïnstalleerd.
Indien het cv-toestel als open cv-toestel wordt geïnstalleerd, wordt de
verbrandingslucht uit de opstellingsruimte gebruikt. Voor de verbran-
ding dient er voldoende verbrandingslucht toe te stromen. De opstel-
lingsruimte dient daarom te zijn voorzien van de noodzakelijke
luchttoevoeropening.
B Neem de afzonderlijke voorschriften voor de opstellingssruimte in
acht.
4.12.3 Rookgasafvoermateriaal
Het luchttoevoer- en rookgasafvoermateriaal, vanaf het cv-toestel tot en
met de dak- of geveldoorvoer, moet geschikt zijn voor hr-toestellen en
moet CE-gekeurd zijn.
Als luchttoevoer- en rookgasafvoermateriaal kan aluminium, roestvast
staal (rvs) of kunststof worden toegepast.
B Houd bij toepassing van kunststof rookgasafvoermateriaal rekening
met de temperatuurclassificatie (T120) van het cv-toestel.
4.12.4 Berekenen drukval rookgasafvoersysteem
Neem voor uitgebreide technische informatie en speci-
fieke montagevoorschriften contact op met de fabrikant
van het rookgasafvoermateriaal.
De minimale diameter van de luchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen
kan worden bepaald door de totale drukval van alle componenten in het
luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem te bepalen:
B Bepaal de te overbruggen lengte van de luchttoevoer en rookgasaf-
voerleiding tussen het cv-toestel en de dak- of muurdoorvoerset.
B Tel alle drukvallen van de componenten in de rookgasafvoerzijde en
luchttoevoerzijde bij elkaar op.
Voor een optimale werking van het cv-toestel dient de totale drukval min-
der te zijn dan p
(
tabel 5, pag. 12).
max
1) Zie § 2.16 voor de toegestane toestelklassen.
12
Component
hfdst. 3, Voor-
Maximaal toegestane drukval p
Parallel systeem: luchttoevoerleiding (LTV)
45°-bocht
1)
90°-bocht
.
xx
1 m-buis
Parallel systeem: rookgasafvoerleiding (RGA)
45°-bocht
90°-bocht
1 m-buis
1)
. In-
Concentrisch systeem: luchttoevoer-/ rookgasafvoerleiding
xx
45°-bocht
90°-bocht
1 m-buis
Doorvoerset
Concentrisch systeem: dak-
doorvoer
Parallel systeem: dakdoor-
voer met broekstuk
Concentrisch systeem:
muurdoorvoer zonder
broekstuk
Parallel systeem: muurdoor-
voer met broekstuk
Tabel 5 Drukval per component
1) Op basis van Burgerhout materialen. Vermenigvuldig bij gebruik van univer-
seel rookgasafvoermateriaal volgens Gastec Qa, de drukval per component
met een factor 1,3.
Mate-
riaal Fabrikant Type
HRC25
rvs
PP
HRC30
rvs
PP
Tabel 6 Drukvallen flexibele afvoeren
Afbeel-
Ø [mm]
ding
max
80
k
80
l
80
j
80
k
80
l
80
j
60/100
n
60/100
o
60/100
m
80/125
s
60/100
60/100
80/125
r 80/125
60/100
80/125
Panflex
INOX VS 60
INOX DL 50
Ubbink
Rolux T120 flex 50 50/58
Burgerhout BM miniflex DN 60 53/63
Flex 80
Panflex
INOX VS 60
INOX DL 50
Ubbink
Rolux T120 flex 50 50/58
Burgerhout BM miniflex DN 60 53/63
Flex 80
TrendLine • 6720647480 (2012/09)
1)
Δp [Pa]
Toesteltype
HRC 25
HRC 30
96
114
0,8
1,3
2,7
4,4
0,7
1,1
1,1
1,8
3,9
6,2
1,0
1,6
8,7
14,0
10,0
16,0
7,2
11,7
11,5
18,7
31,2
50,6
60,0
100,0
16,3
26,3
7,8
12,6
21,3
34,6
15,5
26,7
Ø
Drukval
Aansluit-
[mm]
[Pa/m]
mof [Pa]
60/64
5,7
15,0
50/54
9,8
25,0
20,0
30,0
13,0
26,0
81/101
1,9
2,8
60/64
9,0
24,0
50/54
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
20,5
41,0
81/101
3,1
4,5