VOORZICHTIG
Kans op letsel door uitstromende vloeistof die onder druk staat
Bij foutieve montage, demontage of ondeskundig onderhoud kunnen
brandwonden en andere verwondingen worden veroorzaakt aan de
aansluitingen, wanneer uit onder druk staande plotseling heet water of hete
stoom uitstroomt.
•
Zorg voor een veilige een deskundige montage, demontage en
onderhoud.
•
Zorg dat de installatie niet onder druk staat voordat u werkzaamheden
i.v.m. montage, demontage en onderhoud uitvoert aan de
aansluitingen.
Het apparaat moet jaarlijks worden onderhouden.
•
De onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden.
De jaarlijks uit te voeren onderhoudsbeurt wordt weergegeven op het display
nadat de ingestelde bedrijfsduur verstreken is. De melding "Onderhoud aanbev."
wordt bevestigd door op de knop "Quit" te drukken. De onderhoudsteller wordt
teruggezet in het gebruikersmenu.
Opmerking!
Laat de onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door vakbekwaam
en gekwalificeerd personeel of door de Reflex klantenservice.
10.1
Onderhoudsschema
Het onderhoudsschema is een samenvatting van de op regelmatige tijdstippen
uit te voeren onderhoudswerkzaamheden.
Activiteit
Dichtheid controleren, zie
hoofdstuk 10.2 "Externe
dichtheidscontrole" op pagina 15.
•
Pomp "PU"
•
Schroefkoppelingen van de
aansluitingen
Vuilvanger reinigen
•
zie hoofdstuk 10.3 "Vuilvanger
reinigen" op pagina 15.
Bijvulfunctie controleren
•
zie hoofdstuk 7.5
"Functiecontrole" op pagina 10.
Installatiespecifieke instelwaarden op
de besturing controleren, zie
hoofdstuk 9.2.1 "Gebruikersmenu" op
pagina 13.
•
Minimale werkdruk "P
".
0
•
Veiligheidsklepdruk "P
".
SV
10.2
Externe dichtheidscontrole
Controleer de dichtheid van de volgende onderdelen van het apparaat:
–
Pomp "PU" en schroefkoppelingen.
•
Lekken aan de aansluitingen verhelpen of zo nodig de aansluitingen
vervangen.
•
Lekkende schroefkoppelingen repareren of zo nodig vervangen.
Interval
x
x
Jaarlijks
Afhankelijk van de
x
x
x
bedrijfsomstandigheden
x
Jaarlijks
x
Jaarlijks
Fillcontrol Auto Compact — 20.10.2020 - Rev. D
10.3
Vuilvanger reinigen
Reinig de vuilvanger "ST" in de volgende gevallen:
•
Na de eerste ingebruikname.
•
Na een langere periode van werking.
–
Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden.
•
Na een langere stilstandperiode.
•
Uiterlijk na een jaar continue werking.
1.
Druk op de knop "Stop" op het bedieningspaneel van de besturing.
–
Het apparaat werkt niet en de pompen worden uitgeschakeld.
2.
Sluit de kogelklep aan in het bereik voor de vuilvanger "ST" in de
bijvulleiding naar het netscheidingsreservoir.
3.
Draai het vuilvanger-inzetstuk (2) langzaam los van de vuilvanger (1) zodat
de resterende druk in het buissegment kan ontsnappen.
4.
Trek de zeef uit het vuilvanger-inzetstuk.
5.
Spoel de zeef onder stromend water.
6.
Reinig de zeef met een zachte borstel.
7.
Plaats de schoongemaakte zeef in het vuilvanger-inzetstuk.
8.
Controleer of de pakking van het vuilvanger-inzetstuk beschadigd is.
9.
Draai het vuilvanger-inzetstuk weer in de behuizing van de
vuilvanger "ST" (1).
10. Open de kogelklep die zich voor de vuilvanger "ST" (1) bevindt.
11. Wissel naar de automatische modus.
De reiniging van de vuilvanger is nu voltooid.
Opmerking!
Maak ook andere vuilvangers schoon die in het installatiesysteem
geïnstalleerd zijn (bijvoorbeeld in Fillset).
•
Herhaal hiervoor de stappen die beschreven zijn voor het reinigen
van de vuilvanger.
Onderhoud
Nederlands — 15