Inhoudsopgave
Advertenties
Handleiding FLG 10
Voor de zendtangen aankoppeling zijn alle frequenties
geschikt. De beste aankoppeling verkrijgt men echter met
hogere frequenties. De aanpassing vindt automatisch plaats
na het inschakelen of na verandering van de frequentie
instelling.
6.4
Werkwijze „SignalSelect"
In de werkwijze „SignalSelect" kan de generator galvanisch
(zie afbeelding 9) of inductief (over zendtang: zie afbeelding
10) aan het meet object gekoppeld worden. Ook de
zendantenne en de zendtangen zijn zo aan te koppelen, dat
de pijl tot aan het kabeleinde toont.
Daar
deze
signaalstroom richting mogelijk maakt, is het nodig bij de
galvanische aankoppeling acht te nemen op de polariteit van
de uitgangsbussen (2).
De beide uitgangsbussen hebben in verschillende kleuren
onderliggende ringen, rood en zwart.
De kabel respectievelijk de leiding wordt met de uitgangsbus
verbonden.
Op de ontvanger verschijnt het (+) symbool, wanneer men de
leiding, die aan de rode bus is aangesloten, van de generator
verwijdert. De tracerings sensor FS 10 moet daarbij zo
gehouden worden, dat het op het huis aangebrachte (+) –
teken in looprichting wordt getoond.
Wordt van de ontvanger het signaal van de stootleiding
geregistreerd, dan verschijnt op de ontvanger het (-) – teken.
Daarmee kan een uitspraak gedaan worden, of men zich
rechtstreeks over de leiding van de generator op de heenweg
(+) of terugweg (-) zich bevindt.
Loopt men langs de leiding, dan verandert de aangeduide
polariteit niet.
bed_FLG10_nl_V10_vertaling.DOC-NL 05-2004
meetmethode
een
aanduiding
van
23
de
Advertenties
Inhoudsopgave
