INHOUD ALGEMENE INFORMATIE ..............Vooraf ...................... Garantiebepalingen ................... Gebruik ..................... ® Technische gegevens ontavnger‘FERROLUX FLE 10’ ......Leveringsomvang en toebehoren .............. ® BEDIENING ONTVANGER ‘FERROLUX FLE 10’ ......Bedieningselementen van de ontvanger ........... In- en uitschakelen van de ontvanger ............In- en uitschakelen display verlichting .............
Pagina 4
2.13 Instelling van andere ontvangst frequenties ..........2.14 Bestemming van de richting van de leiding ..........
Pagina 5
Teken verklaring: Bijzondere tekst gedeelten worden met verwijzingssymbolen aangeduid. Volgende drie mogelijkheden worden gebruikt: Veiligheidssymbool TIP ! Praktische aanwijzing of voorbeelden uit de praktijk Aanwijzing...
ALGEMENE AANWIJZINGEN Vooraf Het voor u liggende bedieningshandboek zal u erbij helpen vragen en problemen op zo snel mogelijke wijze op te lossen. Bij problemen vragen wij u alllereerst het handboek zorgvuldig te lezen. Blijven er daarna nog vragen bestaan, dan kunt u zich tot de volgende adressen wenden: Seba KMT Kabelmeettechnik Hulsenboschstraat 1...
Garantiebepalingen Seba KMT Kabelmeettechniek GmbH heeft de volgende garantiebepalingen opgesteld voor de koper van Seba KMT producten: Seba KMT staat garant dat Seba KMT-Produkten vanaf het tijdstip van levering vrij van fabricatie- en materiaalfouten zijn, die de waarde en geschiktheid aanzienlijk verminderen.
® Technische Beschrijving ‘FERROLUX FL 10’ Gebruik ® De leiding- en foutlokalisatie installatie ‘FERROLUX FL 10’ dient voor precieze lokalisatie van in de aardbodem ingegraven metalen leidingen, bv. Kabels en pijpleidingen, en voor bestemming van uw nooddiepte. Verder is het mogelijk fouten aan kabels en leidingen vast te stellen.
Hoe de ontvanger aan en uit te zetten Knop I/O Voor het aanzetten van de ontvanger. Het indrukken van de knop heeft na enige vertraging effect. Dit voorkomt dat een toevallige korte aanraking van de knop de functie in werking zet. Druk nogmaals op de knop, voor het uitzetten van de ontvanger.
Aanduiding van het ontvangssignaal M a xim um -Marker Het ontvangen van de kracht van het signaal wordt zowel numeriek aangeduid, unit dB, als met een grafiek. De schaal van de grafiek is gegradeerd in dB units. Hoe het volume in te stellen Aanduiding van de ingestelde geluidssterkte: Draaiknop 6 (rechts)
Pagina 14
Voor lokalisering van een lijn, 4 frequentie ranges kunnen worden geselecteerd: 50 Hz Smalle band frequentie range: 50 Hz Verder heeft u de keuze van : 60 Hz / 100 Hz / 120 Hz Werkwijze voor de passieve lokalisering van energiekabels die stroom voeren op hoofd frequentie (50 /60 Hz) of voor de lokalisering van leidingen die stroom vervoeren als gevolg van Kathodische bescherming (100 Hz).
Pagina 15
9820 Hz Smalle band frequentie range: 9820 Hz Werkwijze voor de actieve lokalisering van lijnen en kabels waarin een zender het signaal zendt met de frequentie ‘9820 Hz’. Voordeel: Precieze tracering van de route; Inductieve koppeling; Automatische meting van diepte en stroom Nadeel: Sterkere pick-up van het signaal van andere parallelle leidingen.
Pagina 16
S-Max: Super-Maximum-Methode MIN: Minimum-Methode MAX: Maximum-Methode Minimum Methode: Wanneer de minimum methode van lokalisering wordt gebruikt, wordt de verticale component van het ontvangende signaal opgevangen en geëvalueerd door middel van een verticale antenne. Wanneer de leiding benaderd wordt, zal signaal indicatie en spanning eerst worden verhoogd.
Hoe het frequentie filter te plaatsen ( Signaal Selectie / Sinus Signaal) Knop 4 Knop2 tot 4: Keuze van Lokaliserings-Methode Druk kort de knop om te variëren tussen de 2 frequenties. Frequentie filter ‘SIGNAL SELECT’ is de optimale setting voor lokalisering door middel van zender ‘FLG 10’...
Pagina 18
SignalSelect Gebruik makend van de gecodeerde zender, signaal SignalSelect staat u toe de juiste kabel / leiding te identificeren. Zender gezochte Leiding Signaalstroom van Zender Indicatie van de signaal stroom richting onder ‘SignalSelect’ Signaal richting van zender naar aarde: Signaal richting van aarde naar zender: Signaal richting kan niet worden gemeten: Het teken + of - geeft de richting indicatie van de signaal stroom aan in relatie tot de opstelling van de zender die aan de kabel of leiding is gekoppeld.
Hoe de meting van diepte en stroom te selecteren Knop 5 Aanduiding van Diepte en Stroomsterkte Knop ‘DIEPTE / STROOM’ is alleen te gebruiken als de condities voor het nemen van de meting bekend zijn. Dit betekent dat de route sensor in een centrale positie direct boven de doel leiding moet zijn en het te ontvangen signaal moet >...
Pagina 20
Stroom evaluatie In ons voorbeeld, is de leiding in het centrum aangesloten aan de zender. Als gevolg van de koppeling, dragen ook de naburige leidingen zend stroom, maar op een veel lager nivo. Daarom kan bij meting van de stroom intensiteit de gezochte leiding juist geïdentificeerd worden.
2.10 Gebruikmaking van de aanduiding en toonuitgave Aanduiding Aanduidng van de tracering richting RECHTS / LINKS Tracerings-Sensor naar RECHTS: Tracerings-Sensor naar LINKS: Tracerings-Sensor is in het midden: De richtingspijl geeft aan, of de tracerings-sensor FS 10 naar rechts of naar links bewogen moet worden, daarmee zich de doel-leiding precies onder de tracerings sensor bevindt.
2.12 Instelling voor de diepte metingt De ontvanger FLE10 biedt de mogelijkheid een maateenheid, betreffende in diepte te wijzigen. Werkwijze: 1. Voor het inschakelen van de ontvanger de druktoets 5 drukken en vasthouden 2. De ontvanger met de toets EIN/AUS inschakelen. 3.
Pagina 23
2.14 Richtingsindicatie van de leiding bepalen. Op de ontvanger de Max methode of Super Max methode kiezen. De lokatie met het stektste ontvangstsignaal kiezen. Der sensor over de lokatie Om zijn lengte-as draaien(Zie tek. 2.3) Indien de indicatie minimaal wordt, wijst de sensor op zijn smalste gedeelte in de richting van de leiding.