10. Foutmelding en opheffing storing
Foutweergave op het LCD-scherm / status-LED H4 en H6
Storing / foutmelding
Systeem reageert niet
Deur beweegt bij het indrukken van de OPEN-toets
in de eindpositie DICHT
Deur beweegt bij het indrukken van de DICHT-toets
in de eindpositie OPEN
STOPKETEN / H6 (geel) uit
ERROR EINDPOS.
ERROR LOOPTIJD
ERROR SKS / H4 (groen) uit
ERROR SKS-TEST
ERROR DR.-VELD
ERROR RS485-AWG
AWG -- STATUS
ERROR KRACHT
Na het opheffen van de storingsoorzaak moet één keer de spanning van de besturing worden gehaald!
Oorzaak
– Geen spanning aanwezig.
– Draaiveld is verkeerd.
– Veiligheidscircuit is onderbroken.
X3 / 1+2
veiligheidscircuit besturing
NOODSTOP, slappe-
koordschakelaar
X6 / 1+2
AAN / UIT intern
X11 / 4+8
Veiligheidscircuit aandrijving AWG
X14 / 8+4
Interface RS485
X2 / B1+B2
Veiligheidscircuit aandrijving MEC
X3 / 3+4
Stopknop extern
X7 / 1+2
Stopknop intern
– De installatie bevindt zich buiten het
geprogrammeerde eindpositiebereik.
– De eindposities zijn nog niet geprogrammeerd.
– De geprogrammeerde bewegingsduur is
overschreden.
– Veiligheidscontactlijst defect (X4 / 5-8).
– Veiligheidscontactlijst is actief.
– De test van de aangesloten drukgolflijst was niet
succesvol.
– Testen van de transmissiesystemen Funk
(radiografie)1 – 4 is mislukt.
– Het aanwezige draaiveld is geen rechts
draaiveld.
– Signaaloverdracht tussen de absolute
waardegever en de besturing is onderbroken of
verstoord.
– De absolute waardegever is defect.
– De krachtbewaking heeft gereageerd.
Opheffing
– Voeding van aandrijving en besturing controleren.
– Draaiveld controleren en evt. voor rechts-draaiveld
zorgen.
– Veiligheidscircuit controleren, onderbreking
lokaliseren en probleem oplossen.
– Deur in het geprogrammeerde bereik terugzetten.
– Eindposities eerst programmeren.
– Bewegingsbaan en looptijd van de deur
controleren.
– Looptijd eventueel herprogrammeren.
– Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel
controleren.
– eventueel Obstakel uit het deurgedeelte
verwijderen.
– DW-schakelaar, spiraalkabel en profiel controleren.
– Instelling DW POINT controleren.
– Transmissiesysteem Funk (radiografie)
controleren.
– Ingesteld relais MOD voor transmissiesysteem
controleren.
➔ „F. Functies voor het externe toebehoren" op
pagina 25
– Draaiveld controleren en eventueel wijzigen.
➔ „6.4 Controle van de aandrijvingsdraairichting/
bewegingsrichting"
– Kabel- en stekkerverbinding controleren en
eventueel vervangen.
– Absolute waardegever controleren en indien
nodig vervangen.
– Deur op mechanische schade controleren.
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 27
NL