7.1
Specificaties van de
standaardcomponenten van de
bedrading
Onderdeel
Kabel tussen de units (binnen↔buiten)
7.2
Elektrische bedrading aansluiten
op de binnenunit
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd zoals beschreven
in de montagehandleiding en conform met de nationale elektrische
bedradingsvoorschriften of de reglementen.
1 Plaats de binnenunit op de haken van de montageplaat. Maak
hierbij gebruik van de " "-aanduidingen.
a
b
c
d
a
Montageplaat (accessoire)
b
Stuk verpakkingsmateriaal
c
Verbindingskabel
d
Kabelgeleiding
INFORMATIE
Ondersteun de unit met een stuk verpakkingsmateriaal.
2 Open
het
voorpaneel
openen" [ 4 4].
"5.2 Binnenunit
3 Steek de kabel tussen de units van de buitenunit door de
doorvoeropening in de muur, door de achterkant van de
binnenunit en door de voorkant.
Let op: Draai isolatietape rond de uiteinden van de kabel tussen de
units als hij al op voorhand gestript was.
4 Buig het uiteinde van de kabel omhoog.
OPMERKING
▪ Zorg
ervoor
dat
transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De
transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen
kruisen, maar ze mogen NIET parallel lopen.
▪ Beide bedradingen moeten ALTIJD op minstens 50 mm
van elkaar worden gehouden om eventuele elektrische
storingen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door
kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
a
Klemmenstrook
CTXM15+FTXM20~42+ATXM20~35R2/5V1B +
FTXM50~71R2V1B + ATXM50R2V1B
Daikin kamerairconditioner
3P482320-11R – 2020.06
4-aderige kabel
1,5 mm²~2,5 mm² en
geschikt voor 220~240 V
H05RN-F (60245 IEC 57)
en
dan
het
servicedeksel.
de
voedingskabel
en
a
b
c
8 De installatie van de binnenunit voltooien
b
Elektrische componentenblok
c
Kabelklem
5 Strip de draad ongeveer 15 mm af.
6 Sluit de draden aan op de klemnummers met dezelfde kleur op
de klemmenblokken van de binnenunit en draai de draden
stevig vast op de overeenkomstige klemmen.
7 Sluit de aardingskabel aan op de overeenkomstige klem.
8 Maak de draden goed vast met de klemschroeven.
9 Trek aan de draden om te controleren of ze goed vastzitten, en
bevestig ze dan met de kabelbevestiging.
10 Leid de draden zo dat het servicedeksel goed kan worden
gesloten, en sluit dan het servicedeksel.
8
De installatie van de
binnenunit voltooien
8.1
Afvoerleiding, koelmiddelleiding
en kabel tussen de units isoleren
1 Nadat de afvoerleiding, koelmiddelleiding en elektrische
bedrading klaar zijn. Wikkel de koelmiddelleidingen, kabel
tussen de units en afvoerslang samen met isolatietape. Laat de
tape bij elke omwikkeling minstens de helft van de breedte
overlappen.
Zie
a
b
f
a
Afvoerslang
b
Verbindingskabel
de
c
Montageplaat (accessoire)
d
Koelmiddelleiding
e
Bevestigingsschroef binnenunit M4×12L (accessoire)
f
Onderste frame
8.2
Leidingen door de muuropening
voeren
1 Buig de koelmiddelleidingen langs de aanduidingen voor de
plaats van de leidingen op de montageplaat.
a
b
c
a
Afvoerslang
b
Dicht deze opening af met stopverf of kitmateriaal
c
Plastic tape
d
Isolatietape
c
d
2×
e
c
d
e
Montagehandleiding
9