Wanneer de app wordt gestart nadat deze werd afgesloten en je had een route gepland, dan krijg je
de kaartweergave met je geplande route te zien.
1. De knop voor het wisselen van de weergave. Selecteer de knop voor het wisselen van de
weergave als je wilt schakelen tussen de kaartweergave en de reisbegeleidingsweergave.
2. Zoomknoppen. Selecteer de zoomknoppen als je wilt in- of uitzoomen.
Tip: op sommige apparaten kun je ook knijpen om in en uit te zoomen.
3. Instructiekader. In dit kader wordt de volgende informatie getoond:
De richting van de volgende afslag.
De afstand tot de volgende afslag.
De naam van de volgende weg op je route.
Rijstrookadvies
4. Routesymbolen. Op je route worden symbolen gebruikt om je beginlocatie, je tussenstops en je
bestemming te tonen.
5. Hoofdmenuknop. Selecteer deze knop om het
6. Snelheidskader. In dit kader wordt de volgende informatie getoond:
De maximumsnelheid op jouw locatie.
Je huidige snelheid. Als je meer dan 5 km/u harder rijdt dan de maximumsnelheid, wordt
het snelheidskader rood. Als je minder dan 5 km/u harder rijdt dan de maximumsnelheid,
wordt het snelheidskader oranje.
De naam van de straat waar je rijdt.
7. Huidige locatie. Dit symbool geeft je huidige locatie aan.
op sommige knooppunten.
hoofdmenu
te tonen.
31