Alarm
Klemmen 14,15,16
De volgende storingen
activeren de uitgang
"Alarm" en worden
afgebeeld:
Altijd een storingsmelding
bij:
Spanningsverlies
Watertekort
Funct.storing optiek
Meetstoring analyse
Funct.stor.doseerpomp
Funct.storing uitlaat
Funct.storing uitval 24 V
Programmeerbare
storingsmeldingen bij:
Tekort aan reagens
.
Meetstoring
vervuiling
Meetstoring troebeling
Installatiecontrole
Meetber. overschreden
Onderhoud overschreden
Onderhoud
Klemmen 17,18,19
Activering van de
onderhoudsuitgang bij:
Tekort aan reagens
Meetkamer vuil
.
Meetstoring
vervuiling
onderhoudstermijn bereikt
Alarm (uitgang storingsmelding)
De uitgang "Alarm" is een potentiaalvrij relais-wisselcontact. Bij
storingvrije werking is het contact tussen de klemmen 15- 16
gesloten en tussen 14 - 16 geopend. Bij spanningsuitval is het
contact tussen de klemmen 14 - 16 gesloten en tussen 15 - 16
geopend.
Het apparaat beschikt over een hele reeks bewakingsfuncties. U kunt
de afzonderlijke statussen als storing definiëren en de bijbehorende
melding als permanent contact (A) of impulsmelding (M)
programmeren.
Functie en gedrag van de "alarm"-uitgang:
–
Bij permanent contact blijft de uitgang "alarm" zo lang
geactiveerd (klemmen 14 - 16 gesloten) als de storing duurt.
–
Bij impulsmelding wordt de uitgang afwisselend 2 seconden
geschakeld en 5 seconden in rust.
–
Zijn er meerdere storingen tegelijkertijd, met verschillende
programmeringen, dan wordt de uitgang als permanent contact
geschakeld.
–
Een storing wordt met het rode LED "alarm" en op de display
aangegeven.
–
Het storingsmeldingssignaal aan de uitgang "alarm" wordt
opgeheven, wanneer u de storing bevestigt met de toets "toeter".
–
De foutmelding kan pas worden gewist, wanneer de storing
verholpen is.
–
Uitzondering: Onderhoudstermijn overschreden, deze melding
moet in het M-menu worden bevestigd, zie onder (onderhoud).
–
Elke actuele storing wordt vastgelegd in de foutenlogboek (zie
ook bij "Informatiemenu i").
–
Bij grenswaardeoverschrijding volgt geen aanvullend alarm via
de uitgang voor storingsmelding!
De beschrijving van de mogelijke storingsoorzaken vindt u in het
hoofdstuk "Storingsmeldingen / hulp bij storingen".
Onderhoud (uitgang onderhoudsmelding)
De uitgang "onderhoud" is een potentiaalvrij relais-wisselcontact. Bij
een storingvrij functioneren is het contact tussen de klemmen 17 - 19
gesloten en tussen 18 - 19 geopend.
Het apparaat beschikt over een heel aantal controlefuncties alsmede
een programmeerbaar onderhoudsinterval. De betreffende
onderhoudsmelding is altijd een permanent contact.
Een onderhoudsvraag wordt met het gele LED "onderhoud"
aangegeven.De onderhoudsmelding kan pas worden gewist, als de
situatie niet meer van toepassing is en de onderhoudsvraag werd
bevestigd.
Meer informatie over de programmering vindt u in
"Wachtwoordbescherming en basisprogrammering".
Beschrijving van de relaisuitgangen
41