Anschlussbeispiel
Grenzwertkontakt GW 1
schaltet Netzspannung
n
3
4
5
Bijv.
magneet
ventiel
Nr.
Klemmena
anduiding
1
Spülen
2
3
4
5
6
7
8
9
Meßst.
10
11
12
13
14
15
Alarm
16
17
18
Wartung
19
Installatiecomponenten aansluiten
Sluit de installatiecomponenten aan op de uitgangsklemmen van
relais 9 tot 17 (bijv. ventielen)
Als de installatiecomponenten netspanning nodig hebben, voert u
l
PE
de geschakelde netspanning (l) aan op het moedercontact
het betreffende relais (zie het hiernaast afgebeelde
aansluitvoorbeeld voor 230 VAC)
Sluit de nulader van de installatiecomponent aan op een van de
klemmen (n)
Bij componenten met een afzonderlijke aardleiding sluit u deze op
de PE-aansluiting aan
Let erop dat de aders in de klemmen goed vastzitten
(Schematisch overzicht van het relais: Apparaat stroomloos)
Functie
Soort
OUT
Extern spoelventiel
Grenswaardeuitgang 1 - breekcontact
GW1
OUT
Grenswaardeuitgang 1 - moedercontact
Grenswaardeuitgang 1 - maakcontact
Grenswaardeuitgang 2 - breekcontact
GW2
OUT
Grenswaardeuitgang 2 - moedercontact
Grenswaardeuitgang 2 - maakcontact
Meetpunt 1 - breekcontact
OUT
Meetpunt 2 - maakcontact
1/2
Meetpuntomschakeling - moedercontact
AUX
OUT
Universele uitgang
Uitgang voor storingsmelding – breekcontact
Uitgang voor storingsmelding -
OUT
moedercontact
Uitgang voor storingsmelding – maakcontact
Onderhoudsmelding - breekcontact
Onderhoudsmelding - maakcontact
OUT
Onderhoudsmelding - moedercontact
Montage
van
Opmerking
Potentiaalvrije
relaisuitgang, max.
240 VAC, 4 A
Potentiaalvrije
relaisuitgang, max.
240 VAC, 4 A
Potentiaalvrije
relaisuitgang, max.
240 VAC, 4 A
Potentiaalvrije
relaisuitgang, max.
240 VAC, 4 A
Potentiaalvrije
relaisuitgang, max.
240 VAC, 4 A
Potentiaalvrije
relaisuitgang, max.
240 VAC, 4 A
Potentiaalvrije
relaisuitgang, max.
240 VAC, 4 A
15