Storingen, oorzaak en remedie
Uw maaimachine is ontworpen en gefabriceerd voor een probleemloze werking. Controleer zorgvuldig de volgende
onderdelen en artikelen, en zie Onderhoud, blz. 16 voor meer informatie. Indien een probleem zich blijft voordoen, moet u
contact opnemen met een Erkende Service Dealer.
Probleem
Motor start niet
Motor start moeilijk of verliest
vermogen
g
Mogelijke oorzaken
1. Brandstoftank leeg of oude
benzine in het
brandstofsysteem.
2. De gashendel op Choke
zetten.
3. De kabel is niet aangesloten op
de bougie.
4. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
1. De brandstoftank bevat oude
benzine.
2. De ventilatieopening in de
brandstoftankdop is verstopt.
3. De luchtfilterelementen zijn
vuil en belemmeren de
luchtstroom.
4. De onderkant van de maaikast
is bedekt met maaisel en
rommel.
5. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
6. Het motoroliepeil is te laag of
de olie is vuil.
25
Remedie
1. Brandstoftank aftappen en of
vullen met verse benzine.
Neem contact op met een
erkende Service Dealer, als het
probleem blijft voortduren.
2. De gashendel op Choke
zetten.
3. De bougiekabel aansluiten op
de bougie.
4. De bougie controleren en
indien nodig de elektroden-
afstand afstellen. De bougie
vervangen als deze aangetast,
vuil of gebarsten is.
1. Brandstoftank aftappen en
vullen met verse benzine.
2. De ventilatieopening van de
brandstoftankdop reinigen of
dop vervangen.
3. Luchtfilterelementen reinigen.
4. De onderkant van de maaikast
reinigen.
5. De bougie controleren en
indien nodig de elektroden-
afstand afstellen. De bougie
vervangen als deze aangetast,
vuil of gebarsten is.
6. Het motoroliepeil controleren.
Olie verversen als deze vuil is
of olie bijvullen als het oliepeil
te laag is.