Beschrijving van het apparaat
NL
Kookzone
vooraan
achteraan
Tab. 4.4
Minimale diameter van het kookgerei
Voer eventueel een magneettest door. Indien een
X
X
magneet aan de bodem van het kookgerei kleeft,
is het gerei in de regel geschikt voor inductie.
Let op de bodem van het kookgerei. De bodem
X
X
van het kookgerei mag geen kromming vertonen.
Door de kromming kan op grond van een verkeerde
temperatuurbewaking van de kookpit het kookgerei
oververhit raken. De bodem van het kookgerei mag
geen scherpe richels en geen scherpe rand vertonen,
anders bestaat risico op krassen op de oppervlakken
van het kookveld.
Plaats het kookgerei direct (zonder onderzetter of
X
X
dergelijke) op de glaskeramiek.
Geluiden
Bij het gebruik van inductiekookzones kunnen in het
kookgerei, naargelang het materiaal en de verwerking van
de bodem, de volgende geluiden optreden:
Bij een hoog vermogensniveau kan gebrom optreden.
Q
Q
Dit wordt zwakker of verdwijnt wanneer het
vermogensniveau verlaagd wordt.
Knetteren en fluiten kan eveneens optreden wanneer
Q
Q
de bodem van de kookpot uit verschillende materialen
bestaat (bijv. sandwichbodems).
Klikken kan optreden bij elektronische
Q
Q
schakelprocessen, in het bijzonder bij lage
vermogensniveaus.
Zoemen kan optreden wanneer de koelventilator
Q
Q
is ingeschakeld. Ter verlenging van de levensduur
van de elektronica is het kookveld uitgerust met
een koelventilator. Als het kookveld intensief wordt
gebruikt, wordt de koelventilator automatisch
ingeschakeld. U hoort dan een zoemgeluid.
De koelventilator kan na het uitschakelen van het
toestel verder draaien.
4.3.6 Panherkenning
De kookzone werkt niet in de volgende gevallen:
als op het display
v
Q
Q
wanneer ze zonder kookgerei of met ongeschikt
Q
Q
kookgerei wordt ingeschakeld;
indien de bodemdiameter van het kookgerei te klein is;
Q
Q
wanneer het kookgerei van een ingeschakelde
Q
Q
kookzone wordt verwijderd.
Herkent de kookzone na 10 minuten de kookpot niet,
Q
Q
dan schakelt deze zich automatisch uit. De kookzone
kan dan pas weer worden ingeschakeld nadat u de
bedieningsknop weer in stand 0 hebt gedraaid.
14
Minimale diameter
120 mm
90 mm
verschijnt;
4.4
Veiligheidsvoorzieningen
4.4.1 Restwarmte-indicator
INFO
Zolang
op het kookzonedisplay wordt
H
weergegeven (restwarmte-indicator), mag u
de kookzone niet aanraken en mag u er geen
hittegevoelige voorwerpen op leggen. Risico op
brandwonden en brand!
Na het uitschakelen is de kookzone nog warm. Op het
kookzonedisplay wordt
weergegeven (restwarmte-
H
indicator). Na voldoende afkoelen (temperatuur < 60 °C)
dooft ook het kookzonedisplay uit.
4.4.2 Veiligheidsuitschakeling van de
kookzone
Elke kookzone wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
de kookzone in een bepaalde vermogensfase langer wordt
gebruikt dan de maximale gebruiksduur.
Op het kookzonedisplay wordt dan afwisselend
(restwarmte-indicator) en
0
Vermogens-
v
1
niveau
Uitschakeling
02:00 08:40 06:45 05:15 04:20 03:30 02:45
na uur:minuten
Vermogens-
7
8
niveau
Uitschakeling
02:20 01:45 01:30
na uur:minuten
Tab. 4.5
Overzicht van de veiligheidsuitschakeling
Schakel de kookzone weer in (zie hoofdstuk Bediening)
X
X
wanneer u de kookzone opnieuw wilt gebruiken.
4.4.3 Oververhittingsbeveiliging kookzones
Alle inductiespoelen en de koelelementen van de elektronica
zijn uitgerust met een oververhittingsbeveiliging. Vooraleer
de inductiespoelen of de koelelementen oververhit geraken,
leidt de oververhittingsbeveiliging een van de volgende
maatregelen in:
Powerniveau
wordt na 10 minuten automatisch naar
P
Q
Q
vermogensniveau
omgezet. Het kookzonedisplay
9
gaat dan ook over naar
Het ingeschakelde vermogensniveau wordt
Q
Q
gereduceerd.
De kookzones schakelen zich automatisch uit (zie
Q
Q
Veiligheidsuitschakeling van de kookzone).
4.4.4 Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging verhindert het onbedoeld inschakelen
van het kookveld. De kinderbeveiliging kan alleen worden
geactiveerd wanneer het kookveld ingeschakeld is en
wanneer alle kookzones uitgeschakeld zijn (zie hoofdstuk
Bediening).
H
weergegeven.
2
3
4
5
9
.
9
www.bora.com
6
P