MONTAGE
Montage
Ventilator montage (voorkant / zijkant)
Als de unit geplaatst wordt in een smalle ruimte of in de nok van een puntdak, kan de ventilator uitblaas aan de
korte kant van de unit geplaatst worden. Dit wordt simpelweg gedaan door de donkere panelen om te wisselen. Het
ventilatorpaneel wordt compleet omgezet naar de korte kant van de unit. Door de hoeksteun los te maken hoeven er
geen kabelverbindingen los genomen te worden.
Montage
Aan de achterzijde van de unit waar de koolstof- /stoffilter en de luchtinlaat zich bevinden moet een afstand van ten
minste 15 cm t.o.v. de muur worden aangehouden om een goede aanzuiging van de lucht te garanderen. De afstand
tussen de bovenkant van de unit en het plafond dient ook minimaal 15 cm te zijn. Grotere afstanden hebben de
voorkeur. De unit moet vrij van de wanden staan om contact geluiden tegen te gaan.
NL
NL
2
MONTAGE
De unit dient dusdanig gemonteerd te worden dat de zijde van de condensatie afvoer tenminste 1 cm lager is (afschot)
dan de andere zijde om er zeker van te zijn dat het condensatiewater goed wegstroomt. In de praktijk zijn verhogingen
van 1 cm op alle hoeken, behalve de hoek van het condenswater afvoer, precies goed voor een correcte afloop. Het
gebruik van een waterpas is hierbij aan te raden.
Om contact geluiden te voorkomen wordt de OptiClimate standaard geleverd met rubbers die geschikt zijn voor een
hangende montage. Indien u de OptiClimate op de grond plaatst dient u de bijgeleverde rubbers uit de aansluitset te
monteren.
Voor ruimten waar het extra stil moet zijn, zijn ook speciale isolator veren te leveren. Als de isolator veren op de steunen
geplaatst worden heeft de unit automatisch afschot naar de condenswaterafvoer.
Montage rubbers
De rubbervoetjes waarmee de opticlimate op de pallet staat kunnen gebruikt worden om de unit op te hangen mbv
draadeinden. Er dient dan een draadeind, een grote schijf en een moer geplaatst te worden. (niet meegeleverd)
1 cm afschot
Montage isolatorveren
NL
3