Samenvatting van Inhoud voor OPTICLIMATE PRO3 Series
Pagina 1
OPTIMALE KLIMAATBEHEERSING OPTICLIMATE PRO3 EN PRO4 (INVERTER) SERIES Installatie & Gebruikershandleiding LET OP EXTRA AANDACHTSPUNTEN: Hoge temperatuur beveiliging pag. 7 Alarm geschiedenis wissen pag. 12 OptiClimate is a registered trademark of Ontvochtigen zonder koeling Pro4 op pag. 12 airSupplies...
Om contact geluiden te voorkomen wordt de OptiClimate standaard geleverd met rubbers die geschikt zijn voor een hangende montage. Indien u de OptiClimate op de grond plaatst dient u de bijgeleverde rubbers uit de aansluitset te monteren.
De bijgeleverde hygrostaat met ingebouwde lichtcel zit reeds aangesloten. De kabel dient alleen door de opening in het paneel geleid te worden. De hygrostaat moet worden opgehangen in de ruimte en mag niet afgedekt worden. Door de lichtcel in de hygrostaat schakelt de OptiClimate automatisch van dag- naar nachtmodus. Ruimtetemperatuursensor In het compartiment ligt ook de ruimtetemperatuursensor.
Pagina 4
Voedingskabels en zekeringautomaten Inverter modellen Er zijn 6 verschillende modellen OptiClimate. Voor uw veiligheid en de veiligheid van de OptiClimate dienen bij het aansluiten van de stroomtoevoer de volgende specificaties in acht te worden genomen; gebruik de voorgeschreven Aansluiten op de klemmenstroken links onder Aansluiten op de klemmenstroken rechts onder zekeringautomaten en kabeldiktes.
OptiClimate. De stroom voor de schakelklok loopt dan via de OptiClimate. De stroom voor de schakelklok loopt dan via de OptiClimate. Als de temperatuur hoger wordt dan 35°C, zal de OptiClimate de stroomkring onderbreken waardoor de warmtebronnen uitgaan. Op de afstandsbediening verschijnt dan ERROR 15.
22 mm tapwater aansluiting heeft voldoende capaciteit om continu 45-60 kW aan koelunits te koelen. Dit zijn 3 a 4 OptiClimate 15000 units. Voor grotere installaties waarbij er problemen zijn met de water aan- en afvoer hebben wij ook passende oplossingen. Neem hiervoor contact op met de technische dienst.
Pagina 7
Inverter Voorbeeld: De OptiClimate inverter modellen passen het koelvermogen aan de behoefte aan. Niet-inverter modellen werken op De unit moet koelen tussen 8:00uur en 20:00uur. aan/uit basis terwijl de inverter modellen de compressor harder/zachter laten draaien als er respectievelijk meer of De ON-tijd moet dan ingesteld worden op 8:00uur AM minder koelbehoefte nodig is.
IN GEBRUIK NAME INSTELLINGEN (SETUP) 9) Uitlees functie voor de temperatuur sensoren 11) Water lekkage beveiliging Druk op de toets en de sensor temperaturen wordt weergegeven. Het nummer en de temperatuur van de sensoren Als er door een verkeerd gemonteerde koppeling of verstopte riolering water op de grond komt en dit contact maakt ...
Pagina 9
Raadpleeg voor de juiste instelling de gebruiksaanwijzing van een aan te sluiten gsmmelder of alarm. D:09 Keuze waterklep De beveiliging heeft geen invloed op de werking van de OptiClimate. Wel zal er een foutmelding worden gegeven, nl E:15. (zie ook de storingscodelijst) Er kan gekozen worden om de waterklep alleen te openen als er water gevraagd wordt, maar men kan er ook voor kiezen om de waterklep alleen te gebruiken indien er een lekkage wordt waargenomen door de waterlekkagesensor.
INSTELLINGEN (SETUP) STORINGS- EN FOUTMELDINGEN D:12 Minimaal instelbare verwarm-temperatuur D:27 Compressor rusttijd Met deze optie kan de minimale instelbare verwarmingstemperatuur veranderd worden. Bij deze instelling kan de rusttijd tussen de compressor uit en de compressor aan worden aangepast. De instelbare waardes in D:12 zijn standaard=16°C, max.=20°C, min=10°C. Instelling: D:27 = 15 betekent de rust tijd is 15 seconden.
Pagina 11
Error 18 = Sensor uitgeblazen lucht defect of niet aangesloten Error 04= Omgevingstemperatuur te laag De unit staat in een te koude omgeving waardoor er gevaar voor bevriezing ontstaat. De ruimte waarin de OptiClimate Error 19 = Sensor temperatuur lagedruk compressor defect of niet aangesloten zich bevindt moet warmer dan 4°C zijn.
E:06 Koelbloktemp sensor niet aangesloten Deze box kan achterop de OptiClimate geplaatst worden zodat de unit buiten de ruimte geplaatst kan worden. Op de plenumbox kunnen 1 tot 3 slangen worden aangesloten om de warme lucht uit de ruimte te zuigen. Dimensioneer aanzuigslangen altijd zo groot mogelijk.