Veiligheid Gebruiksaanwijzing Lees eerst deze gebruiksaanwijzing! Aangezien deze optie een aanvulling vormt op de frequentieregelaar moet de gebruiker bekend zijn met de originele gebruiksaanwijzing van het hoofdproduct. Alle veiligheidsaanwijzingen, waarschuwingen enz. zoals genoemd in deze gebruiksaanwijzing moeten bekend zijn bij de gebruiker. Veiligheidsaanwijzingen Lees de veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van het product door.
Inhoud Algemene informatie ..............3 Inleiding....................... 3 Gebruikers....................3 Veiligheid..................... 4 Levering en uitpakken................4 Aansluitingen................5 Indeling en aansluitingen van print voor Emotron FDU/VFX, type IP54, IP20/21 en IP23............... 5 Indeling en aansluitingen van print voor Emotron FDU/VFX-IP2Y, bouwvorm A3, B3 en C3 ................8 Modbus RTU................
Algemene informatie Inleiding De geïsoleerde RS232/485-optieprint is een asynchrone seriële communicatie- interface voor de frequentieregelaars van de series Emotron VFX 2.0, Emotron FDU 2.0, Emotron VFXR, Emotron FDUL en Emotron FlowDrive. Het protocol dat wordt gebruikt voor de gegevensuitwisseling is gebaseerd op het Modbus RTU-protocol, oorspronkelijk ontwikkeld door Modicon.
Veiligheid Omdat deze optie een aanvullend onderdeel vormt bij het hoofdproduct moet de gebruiker vertrouwd zijn met de originele gebruiksaanwijzing van het hoofdproduct. Alle in deze gebruiksaanwijzingen genoemde veiligheidsinstructies, waarschuwingen enz. dienen de gebruiker bekend te zijn. De volgende aanduidingen kunnen in deze gebruiksaanwijzing voorkomen. Lees deze altijd voordat u doorgaat en laat de inhoud tot u doordringen.
Aansluitingen Indeling en aansluitingen van print voor Emotron FDU/VFX, type IP54, IP20/21 en IP23 In dit hoofdstuk worden de indeling en aansluitingen van de print beschreven. Fig. 1 RS232/485 indeling optieprint voor type IP54, IP20/21 en IP23 CG Drives & Automation 01-5919-03r2 Aansluitingen...
2.1.1 Gebruikersaansluitingen Aansluitklem X1 Aansluitklem X1 wordt gebruikt voor RS485-communicatie. Naam Functie Aarde 0 V-referentie A-lijn Differentiële verzend- en ontvangstpin. B-lijn Differentiële verzend- en ontvangstpin. Veiligheidsaarde D-Sub-contact, X2 Het D-Sub-contact, X2, wordt gebruikt voor RS232-communicatie. Naam Functie verzendpin (Transmit) ontvangstpin (Receive) Aarde 0 V-referentie Schakelaar S1...
Pagina 13
Deze LED’s kunnen als eenvoudige statusindicaties voor het bussysteem worden gebruikt. Beschrijving Knippert wanneer de node een op de bus verstuurde melding ontvangt. Knippert wanneer de node een response-bericht naar de master verstuurt. CG Drives & Automation 01-5919-03r2 Aansluitingen...
Indeling en aansluitingen van print voor Emotron FDU/VFX-IP2Y, bouwvorm A3, B3 en C3 In dit hoofdstuk worden de indeling en aansluitingen van de print beschreven. Fig. 2 RS232/485 indeling optieprint voor type IP2Y Aansluitingen CG Drives & Automation 01-5919-03r2...
Pagina 15
2.2.1 Gebruikersaansluitingen Aansluitklem X1 Aansluitklem X1 wordt gebruikt voor RS485-communicatie. Naam Functie Aarde 0 V-referentie A-lijn Differentiële verzend- en ontvangstpin. B-lijn Differentiële verzend- en ontvangstpin. Veiligheidsaarde verzendpin (Transmit) ontvangstpin (Receive) D-Sub contact, X2 The D-Sub contact, X2, is used for RS232 communication. Naam Functie verzendpin (Transmit)
Pagina 16
Deze LED’s kunnen als eenvoudige statusindicaties voor het bussysteem worden gebruikt. Beschrijving Knippert wanneer de node een op de bus verstuurde melding ontvangt. Knippert wanneer de node een response-bericht naar de master verstuurt. Aansluitingen CG Drives & Automation 01-5919-03r2...
Modbus RTU Algemeen Apparaten communiceren met behulp van een master-slave-techniek, waarbij slechts één apparaat (de master) transacties (aangeduid als queries) in gang kan zetten. De overige apparaten (de slaves) reageren door de gevraagde gegevens naar de master te sturen en door de in de query gevraagde actie uit te voeren. Bij master-apparaten kunt u denken aan host-processoren en programmeerpanelen.
Pagina 18
Queryframe Modbus Trailer Uitgangsgegevens Header Modbus RTU-slave RTU- Direct master response Response-frame Header Ingangsgegevens Trailer Fig. 4 Gegevensuitwisseling Modbus RTU LET OP: Alle Emotron-producten maken gebruik van het “no parity”-frame met twee stopbits. Zie hieronder. Als gebruik wordt gemaakt van even pariteit wordt ieder karakter (8 bit) verzonden als: Startbit.
Framing Berichten beginnen met een interval zonder busactiviteit (T1-T2-T3-T4) van minimaal 3,5 karaktertijden. Dit wordt eenvoudig geïmplementeerd als een veelvoud van karaktertijden met de op het netwerk gebruikte baudrate. Het eerste veld dat vervolgens wordt overgedragen is het apparaatadres. De karakters die mogen worden overgedragen voor alle velden zijn hexadecimale karakters 0-9, A-F.
Pagina 21
3.2.1 Adresveld Het adresveld van een berichtframe bevat acht bits. De afzonderlijke slave- apparaten krijgen adressen toegewezen binnen het bereik 1-247. Een master spreekt een slave aan door het slave-adres in het adresveld van het bericht te plaatsen. De master zelf heeft geen adres. Bij het verzenden van zijn response plaatst de slave zijn eigen adres in het adresveld van de response om de master te laten weten welke slave er antwoordt.
Pagina 22
3.2.3 Dataveld Het dataveld is opgebouwd met behulp van een 8-bits hexadecimaal getal binnen het hexadecimale bereik van 00 tot en met FF. Het dataveld van berichten die worden verzonden van een master naar slave- apparaten bevat extra informatie die de slave moet gebruiken om de door de functiecode aangegeven actie uit te voeren.
Functies Emotron ondersteunt de volgende Modbus-functiecodes.: LET OP: De modbus-parameternummers kunnen voor het feitelijke Emotron- product afwijken van hetgeen is gebruikt in de onderstaande voorbeelden. Vergelijk a.u.b. met de meest recente herziening van de parameters in de handleiding voor het hoofdproduct. Tabel 1 Functiecodes Functienaam...
3.3.2 Read coil status Leest de status af van veranderlijke digitale parameters. Voorbeeld RUN-status opvragen. Resultaat is dat de FO wordt gestopt. RUN-status: Modbusnr. = 2 (02h), startadres 1 (01h) Data: Gestopt = 0 1 byte aan data: Byte-telling = 01 Request-bericht Veldnaam Hex.
3.3.3 Read input status Modbusnummers 10001-19999. Voorbeeld In het voorbeeld hieronder is een willekeurig modbusnummer gebruikt (mogelijk niet aanwezig in het hoofdproduct). Request-bericht Veldnaam Hex. waarde Slave-adres Functie Startadres HI Startadres LO Aantal ingangen HI Aantal ingangen HI CRC LO CRC HI Response-bericht Veldnaam...
3.3.4 Read holding registers Voorbeeld Aflezen van momenteel gekozen taal, modbusnummer 43011 met startadres 0BC2h. Het resultaat is dat de taal wordt ingesteld op 1 (Zweeds). Request-bericht Veldnaam Hex. waarde Slave-adres Functie Startadres HI Startadres LO Aantal registers HI Aantal registers LO CRC LO CRC HI Response-bericht...
3.3.5 Read input registers Voorbeeld Aflezen van modbusregister 31002, de uitgangssnelheid, met corresponderend startadres 03E9h. Het resultaat is dat de motor wordt gestopt (stilstand). Als u register 31003, uitgangskoppel, tegelijkertijd wilt aflezen, verhoogt u gewoon het aantal registers in het request-bericht van 01 naar 02. Het response- bericht heeft dan een byte-telling van 04 en bevat ook de data-informatie (2 bytes) van register 31003.
Pagina 28
3.3.6 Force single coil Stelt de status in van één veranderlijke digitale parameter.. Voorbeeld In het voorbeeld hieronder is een willekeurig modbusnummer gebruikt (mogelijk niet aanwezig in het hoofdproduct). Request-bericht Veldnaam Hex. waarde Slave-adres Functie Startadres HI Startadres LO Data HI Data LO CRC LO CRC HI...
Pagina 29
3.3.7 Force single register Voorbeeld Instellen van parameter met modbus-nummer 43020, Niveau/Flank op Flank = 1. Het corresponderende startadres is 0BCBh. Request-bericht Veldnaam Hex. waarde Slave-adres Functie Startadres HI Startadres LO Data HI Data LO CRC LO CRC HI Response-bericht Veldnaam Hex.
3.3.8 Force multiple coils Stelt de status in van meerdere veranderlijke digitale parameters. Voorbeeld In het voorbeeld hieronder is een willekeurig modbusnummer gebruikt (mogelijk niet aanwezig in het hoofdproduct). Request-bericht Veldnaam Hex. waarde Slave-adres Functie Startadres HI Startadres LO Aantal spoelen HI Aantal spoelen LO Byte-telling Coilnr.
3.3.9 Force multiple registers Voorbeeld In het voorbeeld hieronder is een willekeurig modbusnummer gebruikt (mogelijk niet aanwezig in het hoofdproduct). Request-bericht Veldnaam Hex. waarde Slave-adres Functie Startadres HO Startadres LA Aantal registers HO Aantal registers LA Byte-telling Data HI reg 17 (11h) Data LO reg 17 (11h) Data HI reg 18 (12h) Data LO reg 18 (12h)
3.3.10 Force/read multiple registers Stelt de inhoud van meerdere veranderlijke parameters in hetzelfde bericht in en leest deze af. Voorbeeld Stel modbusparameter 43064, thermische beveiliging, in op PTC=1 en stel tevens volgende parameter 43065, Motorklasse, in op Klasse F=5. Het corresponderende startadres voor modbusparameter 43064 wordt 0BF7h.
Pagina 33
Response-bericht Veldnaam Hex. waarde Slave-adres Functie Byte-telling Reg.nr. 3, (3h) data HI Reg.nr. 3, (3h) data LO Reg.nr. 4, (3h) data HI Reg nr. 4, (4h) data LO CRC LA CRC HO CG Drives & Automation 01-5919-03r2 Modbus RTU...
Fouten, uitzonderingscodes Er zijn twee soorten fouten mogelijk: • Overdrachtsfouten. • Bewerkingsfouten. 3.4.1 Overdrachtsfouten Overdrachtsfouten zijn: • Framefout (stopbit-fout) • Pariteitsfout (bij gebruik van pariteit). • CRC-fout. • Helemaal geen bericht (time-out). Deze fouten kunnen worden veroorzaakt door elektrische interferentie van machines of schade aan het communicatiekanaal (kabels, contact, I/O-poorten enz.).
3.4.2 Bewerkingsfouten Als er geen overdrachtsfout wordt gedetecteerd in de master-query wordt het bericht onderzocht. Als een illega(a)l(e) functiecode, data-adres of datawaarde wordt gedecteeerd, wordt er niet naar het bericht gehandeld, maar wordt er een uitzonderingscode teruggezonden naar de master. Deze eenheid kan ook een uitzonderingscode terugzenden als tijdens drukke bewerkingstijden een functiebericht force wordt ontvangen.
Pagina 36
Modbus RTU CG Drives & Automation 01-5919-03r2...
Interface en menusysteem RS485 Multipoint-netwerk De RS485-poort (zie Fig. 6) wordt gebruikt voor multipoint-communicatie. Een hostcomputer (master) kan maximaal 247 slave-stations (nodes) aanspreken. Zie Fig. 6. Bus master RS485 Adr. 1 Adr. 2 Adr. 3 Fig. 6 RS 485-multipoint-netwerk 4.1.1 RS485-bedrading De connector is een 4-polige mannelijke connector.
4.1.2 RS485-afsluiting Om overdrachtsproblem te voorkomen moet het RS485 netwerk altijd worden afgesloten met afsluit-weerstanden. De afsluiting moet plaatsvinden aan beide uiteinden van het netwerk. In Fig. 7 betekent dit dat de afsluiting dient plaats te vinden bij zowel de master als bij slave 2. Schakelaar S1 (zie Fig.
RS232-point-to-point-communicatie De RS232-poort wordt gebruikt voor point-to-point-communicate. Zie Fig. 10. Het Emotron-product fungeert als slave-node. RS232 Personal Emotron-product computer Fig. 10 RS232-point-to-point-netwerk 4.2.1 RS232-bedrading De RS232-poort bestaat uit een D-Sub 9-polige vrouwelijke connector. De bedrading moet conform Fig. 11 zijn. LET OP: Gebruik een 1:1 kabel zonder kruising van pin 2-3.
Menubeschrijving Alle menu’s staan in de handleiding van het hoofdproduct beschreven. Tabel 3 Menu’s voor het instellen van de seriële communicatie Menu Functie Standaard Bereik/Selectie Communicatietype RS232/485 RS232/485, Veldbus RS232/485 2400, 4800, 9600, 2621 Baudrate 9600 19200, 38400 2622 Adres 1-247 Interrupt Waarschuwing Trip, Waarschuwing, Uit...
Genereren van CRC De CRC wordt gestart door eerst vooraf een 16-bits register naar alle 1-en te laden. Vervolgens begint een proces waarbij opeenvolgende 8-bits bytes van het bericht worden toegepast op de huidige inhoud van het register. Alleen de acht bits aan data in elk karakter worden gebruikt voor het genereren van de CRC.
• Resultaat: De definitieve inhoud van het CRC-register is de CRC-waarde. • Stap 7 Wanneer de CRC in het bericht wordt geplaatst, moeten zijn bovenste en onderste bytes worden verwisseld volgens de beschrijving hieronder. De CRC in het bericht plaatsen •...
Pagina 43
#define CRC_POLYNOMIAL 0xA001 unsigned int crc_reg; unsigned char i,k; crc_reg = 0xFFFF; for (i=0 ; i<usDataLen ; i++) crc_reg ^= *puchMsg++; for (k=0 ; k<8 ; k++) if (crc_reg & 0x0001) crc_reg >>= 1; crc_reg ^= CRC_POLYNOMIAL; else crc_reg >>= 1; return crc_reg;...
Basis besturing De basis besturing van het hoofdproduct kan eenvoudig worden uitgevoerd met behulp van enkele modbus parameters. Tabel 6 Modbus nummer Functie Omschrijving 42901 reset Reset 0->1 (flank gestuurd) 42902 start/stop 1=start, 0=stop 1=start met draairichting recht- 42903 start rechts 1=start met draairichting link- 42904 start links...
Pagina 46
Aansturen van referentie signaal via de seriële bus. Voor het via de seriële bus aansturen van een referentie signaal, moet menu 214 Ref Signaal worden ingesteld op "Comm". Hiermee is het nu mogelijk gemaakt om een referentie signaal waarde naar register 42905 te schrijven.
Installatie Installatie in type IP54, IP20/21 en IP23 In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe optieprints in de frequentieregelaar worden gemonteerd. Bij deze frequentieregelaars kunnen maximaal drie verschillende optieprints en één communicatieprint worden gemonteerd. CG Drives & Automation 01-5919-03r2 Installatie...
8.1.1 IPolariteit van bandkabels De bandkabel heeft aan een kant een kleurmarkering en een tap op de micromatch steker. Deze kant moet worden aangesloten op de micromatch stekerbus op de controlprint resp. optieprint, waarvoor een kleine opening in de print is aangebracht. Afb.
Monteren van de optieprint De optieprint wordt altijd op de positie op de bevestigingsplaat gemonteerd met de markering C. In dit voorbeeld gaan wij ervan uit dat er nog geen optieprint is geïnstalleerd. Geleverd met de optieprintset. • Optieprint en vier schroeven, M3 x 6. •...
Pagina 50
2. Zet de optieprint op de afstandssteunen in de positie, gemarkeerd met C. Zet de print vast met de vier schroeven. Afb. 15 Monteren RS232/485 optieprint 3. Sluit de andere kant van de 8-polige bandkabel aan op de X3 aansluiting op de optieprint.
Pagina 51
Afb. 16 Bandkabel op optieprint aangesloten CG Drives & Automation 01-5919-03r2 Installatie...
Installatie in type IP2Y bouwvormen A3, B3 en C3 In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de optieprint in de frequentieregelaar wordt gemonteerd. Er kunnen twee verschillende optieprints en één communicatieprint worden gemonteerd Table 7 Uitleg bij bouwvorm Emotron FDU/VFX-IP2Y Model Bouwvorm VFX/FDU48-2P5-2Y VFX/FDU48-3P4-2Y...
8.2.1 De optieset bestaat uit • optieprint • twee schroeven, M3 x 6 • isolatielaag. Fig. 17 Onderdelen van de IP2Y-optieset. VOORZICHTIG! Bij een verkeerde aansluiting kan er schade ontstaan aan zowel de optieprint als de controlprint/externe apparatuur. CG Drives & Automation 01-5919-03r2 Installatie...
8.2.2 De optieprint monteren Zorg dat de frequentieregelaar minimaal tien minuten is uitgeschakeld zodat de condensatorrij is ontladen voordat u verder gaat met de installatie! Zorg ook dat externe apparatuur die op de interface van de regelaar is aangesloten niet is inge- schakeld.
Pagina 55
1. Optieprint 1 2. Optieprint 2 3. Isolatielaag 4. Schroeven 5. Connector X7B Fig. 18 Hoe monteert u de optieprint op connector X7A. 1. Plaats de isolatielaag over de korte afstandssteunen en zorg dat de sleuf rond de X7-connector op de controlprint past. Zorg dat de flapjes naar boven zijn gebogen.
8.2.2.1 Een andere optieprint monteren Een tweede optieprint wordt op dezelfde manier als de eerste gemonteerd, zie Fig. 19 waar de tweede print in dit geval op connector X7B wordt gemonteerd 1. Optieprint 1 2. Optieprint 2 3. Isolatielaag 4. Schroeven 5.
Pagina 58
CG Drives & Automation Sweden AB Mörsaregatan 12 Box 222 25 SE-250 24 Helsingborg Sweden T +46 42 16 99 00 F +46 42 16 99 49 www.cgglobal.com / www.emotron.com...