5. L/C/R (enkel hoofddisplay)
Met de toets L/C/R verplaatst u zich tussen de meetparameters in de volgorde: L – C – R – L ... De indicatie
is zichtbaar op het LCD. De meetparameter die u het laatst ingesteld heeft blijft ook na de uitschakeling van de
meter behouden.
6. Q/D/R (enkel subdisplay)
Met de toets Q/D/R verplaatst u zich tussen de meetparameters in de volgorde: Q – D - R - Q... De indicatie
is zichtbaar op het LCD. De meetparameter die u het laatst ingesteld heeft blijft ook na de uitschakeling van de
meter behouden.
7. HOLD
>2sec.
Druk op de toets "HOLD" om de Data Hold Modus in te schakelen. De indicatie "HOLD" wordt getoond.
Als de Hold modus geselecteerd is, "bevriezen" de laatste waarden op het scherm. Houdt u de toets "HOLD"
2 seconden ingedrukt stelt u het achtergrondlicht in. Houd deze toets opnieuw 2 seconden ingedrukt om de
functie te beëindigen of wacht 1 minuut totdat ze automatisch uitvalt.
8. Min/Max
Druk op de toets "Min/Max" om de Min/Max/Avg Modus in te schakelen. De meter begint de minimum- ,
maximum- en gemiddelde waarden op te nemen. Als deze modus is ingeschakeld, kunnen de functie Auto
Power Off en de functietoetsen niet geactiveerd worden. Als de meter 6 testen heeft gedaan, hoort u een
akoestisch signaal (piep). Als een nieuw Max/Min geregistreerd is, hoort u ook een akoestisch signaal (piep-
piep). Als u de geregistreerde MIN en MAX-waarden, het verschil tussen de MAX- en MIN-waarden en het
gemiddelde "AVG" wilt weten drukt u afwisselend op de toets "Min/Max". De meter kan tot 3000 waarden
bewaren. De indicatie "AVG" begint te flikkeren als opnamewaarden 2991 bereiken. Als 3000 overschreden
wordt, stopt de indicatie "AVG" met opnemen en er worden niet langer gemiddelden berekend. De
"Min/Max"- waarden worden wel nog berekend. Druk op de toets "HOLD" om voorlopig te stoppen met
registreren en om de eerder opgenomen waarden op te slaan. Druk "HOLD" om door te gaan met registreren.
Om de "Min/Max"-functie te verlaten houdt u de toets "Min/Max" 2 seconden ingedrukt.
14