Instellingen
• V liegtuigstand: stel het apparaat in om alle draadloze functies uit te schakelen. U kunt alleen
diensten gebruiken waarvoor geen netwerk vereist is.
Houd u aan de regelgeving verstrekt door de luchtvaartmaatschappij en de instructies
van het personeel in het vliegtuig. Als u het apparaat mag gebruiken, moet u het altijd
gebruiken in de vliegtuigstand.
• M obiele netwerken: uw instellingen voor mobiele netwerken configureren.
• G egevensgebruik: u kunt uw gegevensgebruik bijhouden en limietinstellingen aanpassen.
Stel in dat het apparaat in de mobiele gegevensverbinding automatisch uitschakelt als de
hoeveelheid gebruikte mobiele gegevens de ingestelde limiet bereikt.
U kunt ook de gegevensbesparingsfunctie inschakelen om te voorkomen dat apps die
op de achtergrond worden uitgevoerd gegevens versturen of ontvangen. Raadpleeg
Gegevensbesparing
• S IM-kaartbeheer (Dual SIM-modellen): uw SIM- of USIM-kaarten activeren en de SIM-
kaartinstellingen aanpassen. Raadpleeg
informatie.
• M obiele hotspot en tethering: gebruik het apparaat als een mobiele hotspot om de mobiele
gegevensverbinding van uw apparaat met andere apparaten te delen als de netwerkverbinding
niet beschikbaar is. U kunt verbinding maken via Wi-Fi, USB of Bluetooth. Raadpleeg
hotspot en tethering
• M eer verbindingsinstellingen: hier kunt u instellingen aanpassen om andere functies aan te
sturen. Raadpleeg
voor meer informatie.
SIM-kaartbeheer (Dual SIM-modellen)
voor meer informatie.
Meer verbindingsinstellingen
voor meer informatie.
175
voor meer
Mobiele