Download Print deze pagina

Emerson Fisher EZR Series Installatiegids pagina 3

Advertenties

overeenstemt met de stroming van de stoffen.
Opmerking
Het is belangrijk dat de ontlastklep en/of
tegendrukregelaar zo geïnstalleerd zijn dat het
ontluchtingsgat in de veerkast nooit wordt
belemmerd. Bij buiteninstallatie mag de regelaar
niet te dicht bij het verkeer geplaatst worden. Zorg
dat er geen water, ijs en andere vreemde materialen
via de ontluchting in de veerkast terechtkomen.
Plaats de ontlastklep en/of tegendrukregelaar niet
onder een dakrand of regenpijp en zorg dat de
regelaar boven een eventuele laag sneeuw uitkomt.
Wanneer u onderdelen van type EZR installeert in
een bestaand E-hoofdgedeelte van Fisher, kan dat
in schade resulteren als de flow niet de juiste
kant opgaat. Bekijk het gedeelte tussen in- en
uitlaatzijde om te controleren of de flow de juiste
kant opgaat: omhoog door het midden van de kooi
en omlaag door de kooigleuven. Wijzig de
bestaande flowpijl indien nodig.
Overdruk
De maximale inlaatdruk hangt of van de materialen van de
hoofddelen en de temperatuur. Op de naamplaat kunt u de
maximale inlaatdruk van de klep zien. De klep moet op
schade gecontroleerd worden na elke overdruksituatie.
Ontlastkleppen en/of tegendrukregelaars van Fisher zijn
GEEN veiligheidsontlastkleppen die conform zijn aan ASME.
Onderdelenlijst serie 6358
Stuklijstno Beschrijving
1
Klephuis piloot
2
Veerkast
3
Klephuis plug
4
Klepstop
5
Membraan-eenheid
6
Connectorkap
7
Regelveer
8
Veerzitting
9
Steelgeleider
10
Stelschroef
11
Borgmoer
12
Afsluitkap
13
O-ring van klephuis plug
14
Klepveer
15
O-ring
16
Ontlasteenheid
18
O-ring
19
Afsluitkappakking
20
Restrictie of restrictiestop
36
Pakking of O-ring
37
O-ring van steel
38
Veerzitting onder
40
Membraanbegrenzer
A6920
TYPE 6358
B2619-2
TYPE 6358B
Figuur 1: Eenheden van serie 6358
Type EZR Relief
Opstarten
De ontlastklep en/of tegendrukregelaar wordt in de fabriek
afgesteld op een punt ongeveer midden in het bereik van de
veer of de gewenste druk, dus wellicht moet u de regelaar
de eerste keer zelf bijstellen om de gewenste resultaten te
bereiken. Na voltooiing van de installatie en nadat de
ontlastkleppen correct afgesteld zijn, opent u langzaam de
afsluiters opwaarts en afwaarts (indien van toepassing).
Afstelling
U kunt de uitlaatdruk veranderen door de afsluitkap te
verwijderen of de borgmoer los te maken en draai de
stelschroef rechtsom om de uitlaatdruk te verhogen, of
linksom om de druk te verlagen. Controleer tijdens het
afstellen de uitlaatdruk met een manometer. Breng de
afsluitkap weer aan of zet de borgmoer vast om de gewenste
afstelling te handhaven.
Buiten bedrijf stellen (Uitschakelen)
Ter voorkoming van persoonlijk letsel als gevolg
van plotseling vrijkomende druk, moet u de
ontlastklep en/of tegendrukregelaar voor
demontage van alle druk isoleren.
Als de druk eerst in de hoofdklep terechtkomt in
plaats van in de pilot, kan de hoofdklep daardoor
wijd open gaan en het systeem downstream
blootstellen aan de volledige inlaatdruk.
B2620-2
MEMBRAANBEGRENZER TYPE
6358EB VOOR
INSTELDRUKBEREIK VAN 12,4
TOT 24,1 BAR (180 TOT 350 PSIG)
TYPE 6358EB
TYPE 6358EBH
3

Advertenties

loading