Decon aanvaardt geen enkele verantwoordelijk voor ongeautoriseerde wijzigingen aan het product . In het kader van een voortdurend streven naar productverbetering behoudt Decon zich het recht voor zonder voorafgaand bericht wijzigingen aan de specificaties en het ontwerp aan te brengen.
1.3. Diagnostische controle van de werking 1.4. Diagnostische controle voor de begeleider 1.5. Waarschuwingen en opmerkingen voor het gebruik 1.6. Locatie van de waarschuwingslabels 2. Namen van onderdelen 2.1. E-Drive PLUS 24" 2.2. E-Drive PLUS 16" 2.3. Besturing 2.4. Begeleiderbesturing (optioneel) 2.5. Nikkel-metaalhydride-accu (JWB2) 2.6.
Pagina 6
5. Nadat u uw bestemming met de rolstoel hebt bereikt en wilt uitstappen 5.1. Opstaan uit de rolstoel 5.2. De accu losnemen 6. Zo gebruikt u de begeleiderbesturing 6.1. In de rolstoel gaan zitten 6.2. Verplaatsen met een begeleider 6.3. Nadat uw begeleider is vertrokken Omgaan met accu's en de lader 7.1.
Pagina 7
11.7. Smart Tune-instellingen 12. Onderhoud, dagelijkse controle, periodieke inspectie 12.1. Onderhoud 12.2. Dagelijkse controles 12.3. De E-Drive PLUS niet langer gebruiken en recyclen 13. Afmetingen en Specifi caties 14. Storingen verhelpen 14.1. Voordat u een reparatieverzoek doet 14.2. Reparatieverzoeken en inspecties 14.3.
E-Drive PLUS 24" E-Drive PLUS 16" Aanvullende informatie voor de werking van het rolstoelframe en de garantie op het frame waarmee u de E-Drive PLUS gebruikt, kunt u vinden in de handleiding voor het frame.
Volg altijd de verkeersregels zoals die gelden voor voetgangers. De E-Drive PLUS 24" is bestand tegen een belasting van 125 kg. Zorg dat het gewicht van het apparaat, vermeerderd met dat van het rolstoelframe en de gebruiker, nooit hoger is dan 125 kg. De E-Drive PLUS 16"...
1.3. Diagnostische controle van de werking Af hankelijk van de mate van uw beperkingen kan het gevaarlijk zijn om uzelf zonder begeleiding te verplaatsen. Gebruik deze diagnostische controle als richtlijn om te bepalen of u zich al dan niet zonder begeleiding kunt verplaatsen.
WAARSCHUWING • Beoordeel voordat u de rolstoel gaat gebruiken uw capaciteiten om te bepalen of u al dan niet een begelei- der nodig hebt. Denk niet alleen na of u al dan niet een begeleider no- Expert dig hebt, maar win ook advies in bij een deskundige. Als uw inschatting alleen op uw eigen mening is gebaseerd, is het mogelijk dat uzelf of anderen in uw omgeving letsel kunnen oplopen.
WAARSCHUWING • Vergeet niet de capaciteiten van de begeleider te con- troleren wanneer een begeleider u moet vergezellen en de rolstoel moet bedienen. Raadpleeg een deskundige over de aan een begeleider Expert te stellen eisen. Als uw inschatting alleen op uw eigen mening is gebaseerd, is het mogelijk dat uzelf of anderen in uw omgeving letsel kunnen oplopen.
1.5.2. Dagelijks voor het gebruik WAARSCHUWING • Voer de dagelijkse controles uit voor u de rolstoel gaat gebruiken. Maak er een gewoonte van om de rolstoel te inspecteren. Wanneer u een rolstoel met een frame of wielen waarmee iets aan de hand is blijft gebruiken, kan deze tijdens het rijden be- schadigen, waardoor u kunt kantelen of vallen.
1.5.3. Omgaan met de rolstoel WAARSCHUWING • Veranderingen aan de unit of de montage ervan kunnen negatieve gevolgen hebben voor de pres- taties en veiligheid ervan. Breng nooit verande- ringen aan het product aan. • Gebruik een rolstoel met inklapbare of afneembare onderdelen niet terwijl deze onderdelen zijn ingeklapt of verwijderd.
Pagina 15
WAARSCHUWING • Hang niets aan de joystick op de besturing. Dit kan in de weg gaan zitten of door het gewicht voorkomen dat de joystick weer terugkeert naar de rustpositie nadat u de joystick hebt losgelaten. Als u een elastiek om de joystick plaatst, kan deze in de besturing beklemd raken, waardoor de joys- tick niet kan terugkeren naar de rustpositie.
Pagina 16
• De wielen van de E-Drive PLUS 16" zijn niet voorzien van hoepels. Raak de achterbanden of de velgen van de rolstoel niet aan wanneer de E-Drive PLUS 16" is ingeschakeld. Hierdoor zou...
1.5.4. In de rolstoel gaan zitten en opstaan uit de rolstoel WAARSCHUWING • Controleer voordat u zelfstandig in de rolstoel gaat zitten of wanneer u door een begeleider in de rolstoel wordt geholpen of de rolstoel op een vlakke ondergrond staat. Als de gebruiker op een hellend vlak in de rolstoel probeert te komen, be- staat het risico dat hij of zij het evenwicht verliest en uit de rolstoel valt.
Pagina 18
WAARSCHUWING • Rijd nooit met de rolstoel nadat u alcohol hebt gebruikt of medicijnen die sufheid veroorzaken. • Gebruik de rolstoel nooit terwijl u een paraplu of ander voorwerp vasthoudt. • Laat de rolstoel nooit door een ander voertuig slepen. Gebruik de rolstoel niet om iets te slepen of te trekken.
Pagina 19
WAARSCHUWING • Schakel de AAN/UIT-knop niet uit onder het rijden. Daardoor worden de remmen op de achterwielen geactiveerd en in sommige gevallen is het mogelijk dat u daardoor uit de rolstoel valt. • Gebruik de rolstoel niet om bagage te ver- voeren of voor iets anders dan het helpen van een persoon met een beperking.
In de volgende omgevingen en situaties hebt u mogelijk een begeleider nodig om u te vergezellen en de rolstoel voor u te bedienen. Vraag in die gevallen een begeleider u te vergezellen. Alleen op weg gaan in deze situaties kan ertoe leiden dat u letsel oploopt.
Pagina 21
WAARSCHUWING • Rijd nooit te dicht op de rand van de berm van een weg. Afh ankelijk van de conditie van de rand van de ver- harding zou u van de weg kunnen raken. • Wanneer u over een trottoir rijdt zonder afschei- ding bestaat de kans dat u op de straat valt.
WAARSCHUWING • Gebruik de rolstoel niet buitenshuis wanneer het regent of sneeuwt. Auto's en andere voertuigen kunnen tegen u aan botsen wanneer u niet door hen wordt opgemerkt. Ga zo snel mogelijk naar binnen als het begint te regenen of te sneeuwen. 1.5.7.
WAARSCHUWING • Maak geen abrupte draai wanneer u omlaag rijdt over een helling. Rijd niet horizontaal of diago- naal over een steile helling. U kunt dan gemakke- lijk het evenwicht verliezen en omkantelen. • Begin op een helling al vroegtijdig met remmen. De remweg op een helling omlaag kan aanzienlijk langer zijn dan wanneer u op vlak terrein rijdt.
Pagina 24
WAARSCHUWING • Vraag een begeleider u te helpen wanneer u voor het eerst een stoep op of af gaat rijden. • Let er bij het op- of afrijden van een stoep op dat u uw evenwicht bewaart. • Rijd een stoep altijd onder een rechte hoek op of af.
Pagina 25
WAARSCHUWING • Rijd wanneer de rolstoel door een begeleider wordt gereden altijd achteruit van een stoep af. Als de begeleider vooruit een helling af rijdt, kan de persoon voorover uit de rolstoel vallen. • Om een stoep op of af te kunnen rijden met een begeleider is het mogelijk dat de achteroverkan- telbeveiliging ingeklapt moet worden of de steun- wieltjes omhoog moeten worden geplaatst, afhan-...
Pagina 26
WAARSCHUWING • Kijk bij het oversteken van een weg voor de veilig- heid altijd eerst naar links en rechts. • Steek een weg niet over als het gevaarlijk is om dat te doen, bijvoorbeeld wanneer er een auto aankomt. • Steek de weg altijd zo goed als mogelijk onder een rechte hoek over.
Pagina 27
WAARSCHUWING • Stop bij kruisingen zonder verkeerslichten of zebrapaden in de volgende drie fases. 1. Stop voordat u de weg op rijdt. 2. Stop op een plaats waar u zichtbaar bent voor automobilisten 3. Stop op een plaats waar u goed zicht hebt op de weg. 1.5.10.
Pagina 28
1.5.11. Slechte wegomstandigheden WAARSCHUWING De rolstoelen voorzien van de E-Drive PLUS zijn gebouwd om lichter te zijn dan andere elektrische rolstoelen met een gewone loodaccu. Hierdoor ligt het zwaartepunt wanneer iemand in de rolstoel zit hoger. Daarom is het belangrijk om extra voorzichtig te zijn bij het op- of afrijden van een stoep.
1.5.12. Parkeerterreinen WAARSCHUWING • Rijd niet onmiddellijk achter of voor auto's op parkeerterreinen langs. Automobilisten kunnen u dan mogelijk niet zien. • Rijd niet tussen geparkeerde auto's op een par- keerterrein door. U zou auto's kunnen beschadi- gen of bekneld kunnen raken wanneer een auto wegrijdt.
Pagina 30
WAARSCHUWING • Vraag een begeleider u te vergezellen voor de vei- ligheid wanneer u in en uit een trein rijdt. • Zet de steunwieltjes van de achteroverkantelbe- veiliging voordat u met de rolstoel een bus, taxi of trein verlaat altijd eerst in de juiste positie voor u in de rolstoel gaat zitten.
1.5.15. De rolstoel vervoeren en opbergen WAARSCHUWING • Til een rolstoel met kantelbare armsteunen nooit op aan een armsteun. De armsteun kan daardoor loskomen en letsel of schade aan de rolstoel ver- oorzaken. • Til een rolstoel nooit op aan de accu, de accuka- bel of de besturing.
Pagina 32
WAARSCHUWING • Ontkoppel de accu wanneer de rolstoel niet wordt gebruikt, om te voorkomen dat deze in de opslag of tijdens het vervoeren per ongeluk wordt inge- schakeld. • Berg de ontkoppelde accu altijd op met de be- schermkap erop. Wanneer de contacten niet af- gedekt zijn, kan kortsluiting ontstaan, waardoor brand of scheuren in de accu kunnen ontstaan.
WAARSCHUWING • Maak de rolstoel niet schoon met overvloedig water. Gebruik ook geen stoomreiniger om de rolstoel schoon te maken. De elektronica van de rolstoel kan daardoor beschadigen, waardoor storingen kunnen ontstaan. • Maak de rolstoel niet schoon met oplosmiddelen, zoals benzine of verfverdunner. Deze kunnen de lakken en kunststof onderdelen beschadigen.
1.6. Locatiediagram waarschuwingslabels • Aandrijfunit en besturing (aan zijde met accu-aansluitingen) E-Drive PLUS 16") (op de achterkant van de zijde met accu-aansluitingen) E-Drive PLUS 16") E-Drive PLUS 16") E-Drive PLUS 16") • Lithiumion-accu en -lader (achterzijde) • Nikkel-metaalhydride-accu en -lader...
2.5. Nikkel-metaalhydride-accu (JWB2) Verklikkerlampknop Handgreep (pagina's 38, 59, 62, Ontgrendelknop (geel) (pagina 50) Verklikkerlamp Capaciteit (pagina's 38, 59, 62 en Accuzekering (geel 20 A) Contacten (pagina 38) De code met het type (JWB2) en de fa- bricagegegevens zijn op de accu gedrukt. Reservezekering voor de accu (geel 20 A) Beschermkap...
2.6. Lader voor nikkel-metaalhydride-accu (JWC-2) Luchtinlaat Contacten (4 locaties) Netsnoer (pagina 63) Accu houder (pagina 63) Verklikkerlamp Laden (groen) (pagina's 63 en 68) TYPE:JWC-2 Regeneratieverklikkerlamp For indoor use only CHARGING REFRESH (oranje) (pagina's 63, 66, 68) Op het label aan de achter- Luchtuitlaat zijde is het type (JWC-2) Regeneratieschakelaar...
2.8. Lithiumion-acculader (ESC1) Handvat Stekker Laadstekker (pagina's 74 en 75) (pagina's 74 en 75) Verklikkerlamp Laden (pagina 78) Het type (ESC1) is weer- gegeven op het label aan de achterzijde.
3. Voordat u in de rolstoel gaat zitten 3.1. De rolstoel inspecteren Inspecteer de rolstoel. Neem contact op met uw leverancier wanneer u een probleem opmerkt. Achteroverkantelbeveiliging Controleer de achteroverkantelbeveiliging of deze niet vervormd of ernstig beschadigd is. Controleer voor u de rolstoel gaat gebruiken of de achteroverkantelbeveiliging (met de steunwieltjes) in de juiste positie staat.
Pagina 43
Achterband door met uw vinger de band in te drukken.) Pomp de banden zo no- dig op tot 4,5 bar voor de E-Drive PLUS 24" of 3,45 bar voor de E-Drive PLUS 16". Parkeerremmen Controleer of de rolstoel op de parkeerremmen staat. Druk tegen de rolstoel terwijl...
Wielen Controleer of de wielen niet ver- vormd of beschadigd zijn. Controleer of het gedeelte waar het wiel bij het frame komt niet slingert. Wiel Controleer of er geen spaken ont- Wiel Zwenkwiel Spaken breken of gebroken zijn. Zwenkwielvork Controleer bij afneembare wielen of de asstopkogels zichtbaar zijn en dat de assen goed zijn vergrendeld, zodat de wielen niet los kunnen komen.
Begeleiderbesturing (optioneel) Controleer of de begeleiderbesturing deugdelijk aan de Begeleiderbesturing rolstoel is bevestigd. (Probeer of de begeleiderbesturing kan bewegen.) Besturing Controleer of de schakelaars zo zijn geplaatst dat u die gemakkelijk kunt bedienen. Accutas (optie) Controleer of de kabelconnectors goed zijn aangesloten. Zorg ervoor dat het hele oppervlak van de bevestigingsmiddelen op de bovenste riempjes en de onderste bevestigingsriem goed contact met elkaar maken en goed vastzitten.
3.3. De restcapaciteit van de accu controleren en de accu op de rolstoel installeren Druk op de verklikkerlampknop om de restcapaciteit van de accu te controleren. De restcapaciteit van de accu wordt weergegeven met behulp van de Accucapaciteit-verklikker- lampen. Controleer of de contacten niet vervuild of roestig zijn. Als de contacten vuil of ernstig verroest zijn, kan de rolstoel mogelijk niet meer worden verplaatst.
Pagina 47
WAARSCHUWING • Zorg er bij het omgaan met de lithiumion-accu voor dat uw vinger niet door de greep bekneld raakt. Hierdoor zou u zichzelf kunnen verwonden. LET OP: • Vervang de accu niet terwijl de besturing is ingeschakeld. Hierdoor kunnen de aansluitingen van de accu beschadigen en kunnen storingen ontstaan.
4. Rijden met de rolstoel 4.1. Zitten in de rolstoel Plaats de rolstoel op een vlakke en stabiele ondergrond en schakel de AAN/UIT-knop uit (geel) . Zet de koppelingshendels van de linker en rechter aan- drijfunit in de stand 'POWER'. 1 Elektrisch ondersteund rijden ....
Pagina 49
• Laat wanneer u de E-Drive PLUS 16" bedient, de begeleider de koppelingshendels links en rechts bedienen. Zelfs als er geen begeleider is, is het onverstandig dat de gebruiker van de rol- stoel zelf de koppelingshendels bedient.
4.2. De rolstoel verplaatsen Schakel de AAN/UIT-schakelaar in. (geel). Wanneer de AAN/UIT-schakelaar wordt ingeschakeld, gaan alle verklikkerlampen op de bestu- ring branden. Na een seconde dooft de verklikkerlamp 'Achteroverkantelbeveiliging ingetrokken' en geeft de restcapaciteitmeter de restcapaciteit van de accu aan. Na 1 seconde Verklikkerlamp 'Achterover-...
Pagina 51
Als de besturing niet inschakelt Is de begeleiderbesturing ingeschakeld? Als de begeleiderbesturing is ingeschakeld kan de besturing niet ook worden ingeschakeld. Schakel in dat geval eerst de beide besturingen uit en schakel vervolgens de voeding voor de be- sturing in. Als de pieper geluiden maakt en de rolstoel niet beweegt Werd de besturing ingeschakeld terwijl de joystick niet in de ruststand stond? Wanneer u de AAN/UIT-schakelaar inschakelt terwijl de joystick gekanteld is, wordt een...
4.3. De maximale snelheid instellen en bevestigen Met de snelheidregelingschakelaar kunt u de maximale snelheid instellen. Beweeg de schakelaar omhoog om de maximale snelheid te verhogen, of omlaag om die te verlagen. Ga als volgt te werk om de maximale snelheid aan te passen. Beweeg de snelheidregelingschakelaar om de snelheid aan te passen.
4.4. De restcapaciteit van de accu controleren tijdens het gebruik U kunt altijd de restcapaciteit van de accu controleren op het dis- play van de besturing. Restcapaciteitmeter accu Restcapaciteitmeter accu De restcapaciteitmeter verschilt per accutype. Voor de nikkel-metaalhydride-accu en lithiumion-accu (grijze behuizing) wordt de restcapaciteit van de accu weergegeven in stappen van 20%.
4.5. Overige functies De claxon gebruiken Wanneer u op de claxonknop op de besturing drukt, wordt de claxon geactiveerd. Energiebesparingsfunctie Als de besturing is ingeschakeld en de joystick gedurende 10 minuten niet wordt bediend, wordt de besturing automatisch uitgeschakeld. Om weg te kunnen rijden, moet u de AAN/UIT-schakelaar uitschakelen en vervolgens weer in- schakelen.
4.6. De basisfuncties oefenen Oefen de basisfuncties op een veilige, grote, vlakke locatie. Basisfuncties 1 1 Rijd in het begin met een beperkte maximale snelheid om te oefenen met de joystick. • Kantel de joystick in de richting waar u heen wilt. •...
Pagina 56
Oefen op de locatie waar u de rolstoel wilt gaan gebruiken. Basisfuncties 2 1 Trottoir • Zorg ervoor dat u niet tegen voetgangers en obstakels rijdt. • Pas uw rijstijl aan de bestrating van de weg aan. 2 Hoogteverschil (omhoog of omlaag) •...
5. Nadat u uw bestemming met de rolstoel hebt bereikt en wilt uitstappen 5.1. Opstaan uit de rolstoel Parkeer de rolstoel op een vlakke ondergrond. Schakel de AAN/UIT-schakelaar uit. Zet de rolstoel op de parkeerremmen. (De koppelingshendels moeten in de stand 'POWER' staan.) Stap uit de rolstoel en neem plaats op een bed, stoel en- zovoort.
5.2. De accu losnemen Verwijder de accu uit de rolstoel. Berg de accu altijd op met de beschermkap erop. <Zo neemt u een nikkel-metaalhydride-accu (Ni-MH-accu) los> Ontkoppel de accu door de ont- Berg de accu altijd op met de Schakel de AAN/ grendelknop in te drukken en recht beschermkap erop.
6. Zo gebruikt u de begeleiderbesturing Lees ook als u de rolstoel met een begeleider gebruikt, '3. Voordat u in de rolstoel gaat zitten', '4. Rijden met de rolstoel', '5. Nadat u uw bestemming met de rolstoel hebt bereikt en wilt uitstappen'. 6.1.
Pagina 60
Pas zo nodig de instelling van de snelheidregeling aan. Draai de snelheidregelknop rechtsom om de snelheid te verhogen en linksom (tegen de wijzers van de klok in) om de snelheid te verlagen. Stel de snelheid in het begin altijd op de laagste snelheid in. Verhoog de Fast Slow snelheid geleidelijk naarmate u meer vertrouwd raakt met de werking...
Pagina 61
Als de besturing niet inschakelt Is de besturing ingeschakeld? Als de voeding voor de besturing is ingeschakeld kan de begeleiderbesturing niet ook wor- den ingeschakeld. Schakel in dat geval eerst de beide besturingen uit en schakel vervolgens de voeding voor de begeleiderbesturing in.
6.3. Nadat uw begeleider is vertrokken Parkeer de rolstoel op een vlakke ondergrond. Schakel de AAN/UIT-schakelaar uit. AAN/UIT schakelaar Zet de rolstoel op de parkeerremmen. De koppelingshendels moeten in de stand 'POWER' staan. Laat de gebruiker van de rolstoel uit de rolstoel stappen. Verwijder de accu uit de rolstoel.
Meer informatie hierover vindt u in '8. Nikkel-metaalhydride-accu en lader' als u een nikkel-metaalhydri- de-accu gebruikt en '9. Lithiumion-accu en -lader' als u een lithiumion-accu gebruikt. De accu recyclen De accu voor E-Drive PLUS kan worden gerecycled en bevat waardevolle componenten. Neem contact op met de leverancier voor het recyclen van de accu.
Pagina 64
WAARSCHUWING • Als u deze accu's of de bijbehorende lader verkeerd behandelt, kunnen ze warm worden en/of scheuren en gevaar voor elektrische schokken of letsel opleveren. Neem altijd de onderstaande punten in acht. Laad de accu niet op met een andere lader dan de meege- leverde lader en gebruik de accu nergens anders dan in...
Pagina 65
WAARSCHUWING • Als u deze accu's of de bijbehorende lader verkeerd behandelt, kunnen ze warm worden en/of scheuren en gevaar voor elektrische schokken of letsel opleveren. Neem altijd de onderstaande punten in acht. Berg de accu niet op een plaats op waar kinderen of huisdieren erbij kunnen komen.
Pagina 66
WAARSCHUWING • Als u deze accu's of de bijbehorende lader verkeerd behandelt, kunnen ze warm worden en/of scheuren en gevaar voor elektrische schokken of letsel opleveren. Neem altijd de onderstaande punten in acht. Gebruik het snoer niet wanneer dat beschadigd is. Plaats de lader niet in water en giet er ook geen water overheen.
8. Nikkel-metaalhydride-accu en lader 8.1. Eigenschappen van de nikkel-metaalhydride-accu (JWB2) • Is voorzien van een regelsysteem voor het accumanagement (geïntegreerde microcomputer) Dit is een systeem dat een computer gebruikt om de laad- en ontlaadstatus, de gebruiksom- standigheden en de temperatuur te monitoren. •...
Pagina 68
De accu opbergen Berg accu's op een koele, droge plaats op. (Een plaats waar de temperatuur tussen 10 en 25°C ligt is optimaal.) Laad een accu die u gedurende een langere periode niet gaat gebruiken (ten minste 30 dagen) volledig op. Laad accu's om de drie maanden als u die langer dan 3 maanden opbergt.
8.3. Kenmerken van en omgaan met de nikkel-metaalhydride- accu (JWB2)(1) Omgevingstemperaturen Af hankelijk van de omgevingstemperatuur kan het rijbereik korter worden. Om de accu optimaal te laten presteren, adviseren we u de accu onder de volgende om- standigheden te gebruiken. Bij gebruik met de rolstoel: Temperatuurbereik tussen 0 en 35°C Losgenomen van de rolstoel en opgeborgen:...
Pagina 70
Verouderingskarakteristieken van de accu Alle accu's zijn verbruiksartikelen. Door veroudering en het gebruik loopt de capaciteit van een accu geleidelijk aan terug. De snelheid waarmee de capaciteit als gevolg van veroudering terugloopt is af hankelijk van de ge- bruikscondities. Voor een nikkel-metaalhydride-accu zal de capaciteit bij normaal gebruik na 300 keer laden en ontladen teruglopen tot ongeveer 60% van een nieuwe accu.
8.4. De nikkel-metaalhydride-accu (JWB2) laden Laadtijd Laadtijd: 2,5 - 3 uur (wanneer de accu vanuit volledig ontladen toestand wordt geladen) Regeneratielaadtijd: 3 - 13 uur (de werkelijk tijd varieert af hankelijk van de restcapaciteit van de accu) Laden Sluit de laadstekker aan op de bijpassende la- der (JWC-2) en steek de netstekker van de la- der in het stopcontact.
Pagina 72
Onder aanname dat de accu wordt geladen terwijl de accu leeg is, duurt het 2,5 tot 3 uur voordat de accu volledig is geladen. Laden van een accu bij een hoge temperatuur of laden van een nieuwe accu kan langer duren. Controleer of de accu volledig is geladen.
Pagina 73
WAARSCHUWING • Berg de ontkoppelde accu altijd op met de beschermkap erop. Wanneer de contacten niet afgedekt zijn, kan er kortsluiting optreden, waardoor brand of scheuren in de accu kunnen ontstaan. Als u de accu niet kunt laden Zie '14. Storingen verhelpen'. Geschikte temperatuur om de accu te laden Laad de accu in een omgeving met een temperatuur tussen 10 en 25°C.
8.5. Regeneratieladen van de nikkel-metaalhydride-accu (JWB2) Regeneratieladen is nodig bij een nikkel-metaalhydride-accu om het geheugeneffect te elimineren. Wanneer u de accu opnieuw laadt, kan de regeneratieverklikkerlamp (oranje) op de lader knipperen. Druk in dat geval op de regeneratieschakelaar om een regeneratielaadcyclus uit te voeren. (de regeneratieverk- likkerlamp gaat na elke 20 tot 30 laadcycli branden.
Tips bij het laden • Het is aanbevolen om de accu te laden terwijl u slaapt. • Omdat de accu bij het regeneratieladen eerst volledig wordt ontladen en daarna opnieuw wordt geladen, zal het regeneratieladen lang duren wanneer u dat doet bij een accu met een hoge restcapaciteit.
8.6. Verklikkerlampen op de lader (JWC-2) De lader (-2) voor de nikkel-metaalhydride-accu heeft twee soorten verklikkerlampen: de laadverklikker- lamp (groen) en de regeneratieverklikkerlamp (oranje). De verklikkerlamp gaat branden of knipperen om de laadcondities voor de accu en de lader aan te geven. De betekenis van de brandende en knipperende verklikkerlamp vindt u in onderstaande tabel.
9. Lithiumion-accu en -lader 9.1. Eigenschappen van de lithiumion-accu (ESB1) • Heeft een hogere energie-inhoud in vergelijking met de nikkel-metaalhydride-accu. • Is voorzien van een regelsysteem voor het accumanagement (geïntegreerde microcomputer) Dit is een systeem dat een computer gebruikt om de laad- en ontlaadstatus, de gebruiks- omstandigheden en de temperatuur te monitoren.
Pagina 78
De accu opbergen Berg accu's op een koele, droge plaats op. (Een plaats waar de temperatuur tussen 10 en 25°C ligt, is optimaal.) Laad de accu als u van plan bent die gedurende langere tijd (30 dagen of langer) niet te gebruiken zodanig op dat 3 van de accucapaciteit-verklikker- lampen branden en berg de accu dan op.
9.3. Kenmerken en omgaan met de lithiumion-accu (ESB1) Omgevingstemperaturen Af hankelijk van de omgevingstemperatuur kan het rijbereik korter worden. Om de accu optimaal te laten presteren, adviseren we u de accu onder de volgende omstan- digheden te gebruiken. Bij gebruik met de rolstoel: Temperatuurbereik tussen 0 en 35°C Losgenomen van de rolstoel en opgeborgen: Temperatuurbereik tussen 10 en 25°C...
Pagina 80
Verouderingskarakteristieken van de accu Alle accu's zijn verbruiksartikelen. Door veroudering en het gebruik loopt de capaciteit van een accu geleidelijk aan terug. De snelheid waarmee de capaciteit als gevolg van veroudering terugloopt, is af hankelijk van de gebruikscondities. Voor een lithiumion-accu zal de capaciteit bij normaal gebruik na 700 keer laden en ontladen teruglopen tot ongeveer 60% van een nieuwe accu.
Pagina 81
Als u de datum waarop u bent begonnen de lithiumion-accu te gebruiken bent vergeten. De fabricagedatum van de accu is op de onderzijde van de accu gestempeld. Gebruik deze als richtlijn. 140610 Gefabriceerd op 10 juni 2014 • De datum waarop de accu in gebruik is genomen, is gedefinieerd als de datum waarop de accu voor de eerste keer werd geladen nadat deze uit de fabriek kwam.
9.4. Laden van de lithiumion-accu (ESB1) De accu kan op twee manieren worden geladen: door deze van de rolstoel af te nemen (laden op een werkblad), of terwijl deze zich nog op de rolstoel bevindt (laden op de rolstoel). Laadtijd Laadtijd: ongeveer 4,5 uur (wanneer de accu vanuit volledig ontladen toestand wordt geladen) De accu laden terwijl deze van de rolstoel is afgenomen (laden op een werkblad) Controleer of de beschermkap op de...
Pagina 83
Ontkoppel als de accu geladen is de Laadstekker laadstekker en de netstekker en sluit vervolgens zorgvuldig de beschermkap van de accu. Connectorkap Netstekker LET OP: • Trek niet aan het netsnoer. Daardoor kunnen aders in het netsnoer breken. Opladen van de accu op de rolstoel (laden op de rolstoel) Voorbereidingen voor het laden.
Pagina 84
Controleer of de laadverklikkerlamp (groen) op de lader gaat branden. Als de laadverklikkerlamp niet groen gaat branden, zie '9.6. Signalering van de laadverklikkerlamp”. Laadverklikkerlamp Tijdens het laden van de accu kunt u de laadstatus controleren aan de hand van de accucapaciteit-verklikkerlampen op de accu.
9.5. De temperatuur van de lithiumion-accu (ESB1) tijdens laden Laad de accu in een omgeving met een temperatuur tussen 10 en 25°C. • Om de accu te beschermen, zal het laden niet starten wanneer de interne temperatuur van de accu lager is dan 0°C of hoger dan 40°C.
9.6. Signalering van de laadverklikkerlamp De lader (ESC1) voor de lithiumion-accu heeft een laad- verklikkerlamp om de status van de accu en de laadcyclus te signaleren aan de hand van de kleur van de verklik- kerlamp en of deze brandt of knippert. De betekenis van de brandende en knipperende verklik- kerlamp vindt u in onderstaande tabel.
10. Instructies voor het transporteren en opbergen van de rolstoel Meer informatie vindt u in de Waarschuwingen in '1.5.15. De rolstoel vervoeren en opbergen' op pagina 23 tot 25. 10.1. De rolstoel meenemen in een auto Schakel de AAN/UIT-schakelaar op de rolstoel uit. Verwijder de accu.
WAARSCHUWING • Berg de ontkoppelde accu altijd op met de beschermkap erop. Wanneer de contacten niet afgedekt zijn, kan er kortsluiting optreden, waardoor brand of scheuren in de accu kunnen ontstaan. Beschermkap Zet de rolstoel in de auto. Laad de rolstoel voorzichtig in de auto door het frame met twee handen vast te houden.
10.2. De rolstoel uitladen uit een auto Haal de rolstoel uit de auto. Monteer eventuele verwijderde onderdelen, monteer de aandrijfunits op hun oorspronkelijke plaats en klap de rolstoel open. Controleer of de rolstoel op de parkeerremmen staat. Controleer of de achteroverkantelbeveiliging in de juiste positie staat.
10.3. De rolstoel opbergen Zet de rolstoel op de parkeerremmen en zet de koppelinghendels in de stand 'POWER'. Schakel de besturing uit en verwijder de accu. Berg de rolstoel binnenshuis op, waar er minder vocht in de lucht zit. Gebruik een goed uitgewrongen handdoek om vuil of vlekken van de rolstoel te vegen.
- controleer de bandenspanning. Zie pagina 101 voor de bandenspanningen. Voordat u uw rolstoel en E-Drive PLUS weer gaat gebruiken na een langere periode van stilstand - controleer de status van uw rolstoel aan de hand van de onderhoudshandleiding van de rolstoel - controleer de bandenspanning.
De E-Drive PLUS heeft allerlei functies om de beheersbaarheid van de rolstoel te vergroten. Gebruik deze func- ties voor uw specifieke doeleinden. Meer informatie over het frame van de rolstoel waarop de E-Drive PLUS is gemonteerd, kunt u vinden in de gebruikershandleiding van de fabrikant van het frame.
Plaats de kap om te voorkomen dat er vuil of water in de connector kan komen. Connector Plaats de rolstoel zodanig dat deze niet instabiel wordt wanneer de aandrijfunits worden losgenomen. (bijvoor- beeld zoals is weergegeven in de af beelding.) Zet de rolstoel van de parkeerremmen.
Pagina 94
Druk beide aandrijfunits zo ver mogelijk op de as. Controleer of de t wee kogels 'a'aan het uiteinde van de assen volledig zichtbaar zijn. Trek aan de aandrijfunit om te controleren of deze niet loskomt Plaats de aandrijfunit in de normale positie en zet het wiel dan op de parkeerrem.
11.2. Achteroverkantelbeveiliging De achteroverkantelbeveiliging van de E-Drive PLUS kan worden weggedraaid. De begeleider kan dat doen om over een obstakel te kunnen rijden. Klap de achteroverkantelbeveiliging direct terug nadat u het obstakel bent gepasseerd.
Pagina 96
De omgeklapte achteroverkantelbeveiliging weer terug in de oorspronkelijke positie plaatsen Draai de achteroverkantelbeveiliging in de richting van de achterkant van de rolstoel tot deze vastklikt. U hoeft daarvoor de vergrendeling niet in te drukken. Controleer of de vergrendeling vast zit. WAARSCHUWING •...
11.3. Besturing De besturing wegzwenken De besturing kan uit de weg gedraaid worden. Zwenk de besturing weg om dichter tegen een tafel of bureau te kun- nen rijden. Horizontale besturingsteunen Schakel de AAN/UIT-schakelaar uit. Druk de vergrendeling van de steun naar voren en zwenk de besturing opzij.
Pagina 98
Steek de besturing in de onderste steun. Ga in omgekeerde volgorde te werk om de besturing weer in de oorspronkelijke positie Onderste steun terug te plaatsen. WAARSCHUWING • Verwijder de besturing niet uit de bovenste steun wanneer de besturing ingeschakeld is en schakel de besturing niet in wanneer die uit de steun verwijderd is.
Pagina 99
De hoek aanpassen U kunt de kanteling naar voor, naar achter, naar links en naar rechts en de richting van de besturing aanpassen. De weerstand van de joystick op de besturing aanpassen De weerstand bij het bedienen van de joystick kan worden aangepast. Neem hiervoor contact op met uw leverancier.
Pagina 100
Wegzwenken van de besturing bij de horizontale steunen. De besturing kan uit de weg gedraaid worden. Zwenk de besturing weg om dichter tegen een tafel of bureau te kun- nen rijden. Schakel de AAN/UIT-schakelaar uit. Druk de vergrendeling van de steun naar voren en zwenk de besturing opzij.
Neem hiervoor contact op met uw leverancier. 11.6. Parameterinstellingen De instellingen van de functies en de karakteristieken van de E-Drive PLUS kunnen aan uw specifieke behoeften worden aangepast. Deze aanpassingen worden gemaakt door de instellingen van parameters te wijzigen. Neem hierover contact op met uw leverancier.
Pagina 102
Geluid van de pieper Met deze functie kan worden ingesteld of de pieper een geluid maakt wanneer de besturing wordt ingeschakeld, of wanneer er een fout is opgetreden (bijvoorbeeld dat de koppelingen niet zijn geactiveerd). Instelling 1 ..De pieper is ingeschakeld. (standaardinstelling) Instelling 2 ..
11.7. Smart Tune-instellingen De instellingen van de functies en de karakteristieken van de E-Drive PLUS kunnen aan uw specifieke behoeften worden aangepast. Deze aanpassingen worden gemaakt door de instellingen van parameters met behulp van een pc en de Smart Tune-software te wijzigen. Neem hierover contact op met uw leverancier.
Rijparameters U kunt diverse instellingen aanpassen, zoals de snelheid, het accelereren en de gevoeligheid van de joystick. Vooraf ingestelde modi Kies een van de drie vooraf ingestelde modi. Instelling 1 ....Zacht Instelling 2 ....Normaal (standaardinstelling) Instelling 3 ....Sport Vrije modus U kunt de gevoeligheid aanpassen van instellingen als de snelheid, het accelereren en het koppel van de motor.
12. Onderhoud, dagelijkse controle, periodieke inspectie Wij adviseren de E-Drive PLUS periodiek bij de leverancier te laten controleren. (hiervoor kunnen kosten in rekening worden gebracht) Om ervoor te zorgen dat uw rolstoel zo lang mogelijk optimaal blijft werken adviseren we u de rolstoel elke zes maanden te laten controleren.
12.1. Onderhoud [Schoonmaken] Als de E-Drive PLUS vuil geworden is als gevolg van normaal gebruik, kunt u het vuil met een uit- gewrongen handdoek verwijderen. Als de rolstoel erg vuil is, kunt die schoonmaken met een hand- doek en een neutraal reinigingsmiddel. Neem de rolstoel daarna nogmaals af om achtergebleven reinigingsmiddel weg te vegen.
Pagina 107
Stuur de rolstoel niet rechtstreeks op met het verzoek deze te repareren. Neem eerst contact op met de leverancier. De geschatte levensduur van de E-Drive PLUS is vijf jaar. Onderdelen die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van reparaties zullen gedurende vijf jaar na het beëindigen van de productie van de E-Drive PLUS beschikbaar blijven.
Controleer of de banden voldoende profiel hebben, geen scheuren Achterbanden vertonen en voldoende hard zijn opgepompt. Pomp de banden zo nodig op tot 4,5 bar voor de E-Drive PLUS 24" of 3,45 bar voor de E-Drive PLUS 16". Controleer of de parkeerremmen de wielen kunnen blokkeren Parkeerremmen en of ze goed aan het frame zijn bevestigd.
*1 Minimale keerruimte is de ruimte die nodig is om op de plaats te keren en wordt bepaald door de framematen van de rolstoel. Minimale keerruimte *2 De waarde is de belastbaarheid voor de E-Drive PLUS. Wanneer de rolstoel compleet is gemonteerd, mag het totaalgewicht van de gebruiker en de bagage niet hoger zijn dan de belastbaarheid van het frame van de rolstoel.
Pagina 110
Accu en lader Nikkel-metaalhydride Lithium-ion Type JWB2 ESB1 Type Oplaadbare droge accu met ingebouwde microprocessor Nominale uitgangsspanning 24 V 25 V Accu Nominaal uitgangsvermogen (geduren- 6,7 Ah (160,8 Wh) 11,8 Ah (280 Wh) de 5 uur) Type JWC-2 ESC1 Laadmethode Automatisch laden geregeld door de microprocessor Nominaal uitgangsvermogen tijdens 29 V ·...
14. Storingen verhelpen Neem contact op met uw leverancier wanneer u een lekke band hebt. De opbouw van de banden voor de E-Drive PLUS is hetzelfde als die van fietsbanden. De meeste fietsenwinkels kunnen een lekke band repareren. 14.1. Voordat u een reparatieverzoek doet Neem de volgende tabel voor het verhelpen van storingen door.
Pagina 112
Probleem LCD-scherm Pieper Te controleren punt Oplossing Zijn de remmen van de rolstoel Zet de rolstoel van de remmen. vastgezet? Is de bedieningsbeveiliging geac- Deactiveer de bedieningsbeveiliging. tiveerd? Kan niet rijden Piept (Pi --) Werken de besturing en de be- Neem hierover contact op met uw geleiderbesturing? leverancier.
Bij het laden (nikkel-metaalhydride-accu) LED-aanduid- Ledverklikker- Probleem Te controleren punt Oplossing ing op de lader lamp accu Sluit het netsnoer aan op een Is het netsnoer aangesloten? stopcontact. Vervang de lader als u wel een Kunt u een andere accu laden? andere accu kunt laden.
14.2. Reparatieverzoeken en inspecties Neem voor inspecties, reparaties en service contact op met de leverancier waar u de E-Drive PLUS hebt gekocht. Houd wanneer u contact opneemt met de leverancier het serienummer van uw product bij de hand. Hieronder vindt u meer informatie over waar u het serienummer kunt vinden.
Tijdens deze garantieperiode zullen defecte onderdelen gratis worden vervangen of gerepareerd wanneer er sprake is van een materiaal- of fabricagefout in de E-Drive PLUS die u hebt gekocht. De garantie dekt de aandrijfunits, de besturing, de begeleiderbesturingen en de lader. Verbruiksdelen, zoals de accu, banden en buizen, zijn uitgesloten van deze garantie.
Pagina 116
Het wordt aangeraden dat de gebruiker een transfer naar een vaste stoel in het voertuig maakt en de driepuntsgordel gebruikt. Decon Wheel AB brengt de aandrijfeenheden E-Move en E-Drive op de markt die op verschillende soorten rolstoelen kunnen worden gemonteerd.
Pagina 117
Decon Wheel AB Södra Ekeryd 119, SE-314 93 Hyltebruk Tel: +46 (0)345 40880 Fax: +46 (0)345 40895 info@decon.se www.decon.se...