REMKO serie EM
n
Vloer en plafond moeten brandwerend zijn.
De apparatuur dient tenminste eenmaal jaar-
n
lijks door een deskundige gecontroleerd te
worden op werkveiligheid en functie. Visuele
controles en reinigingswerkzaamheden mogen
in spanningsloze toestand door de gebruiker
uitgevoerd worden.
1.7 Veiligheidsvoorschriften voor
montage-, onderhouds- en
inspectiewerkzaamheden
n
Het plaatsen en installeren van de apparaten
mag alleen door gekwalificeerde personen
worden uitgevoerd.
n
Reparaties en onderhoud van de apparatuur
en onderdelen mogen alleen worden gebruikt
door gekwalificeerd personeel volgen.
n
Bij het installeren, het repareren, het onder-
houden of het reinigen van de apparaten
moeten geschikte maatregelen worden
genomen om de van de apparaten uitgaande
gevaren voor personen te voorkomen.
n
Het opstellen, aansluiten en bedrijf van de
apparaten en componenten moet volgens de
gebruiks- en bedrijfsomstandigheden uit de
gebruikshandleiding en de geldende lokale
voorschriften gebeuren.
Regionale verordeningen en wetten moeten in
n
acht worden genomen.
n
De apparaten moeten zo opgesteld en in
bedrijf gesteld worden, dat personen niet in
gevaar worden gebracht door warme lucht en
stralingswarmte en er geen branden kunnen
ontstaan
n
Er moet een veiligheidszone van 1,5 m rondom
de apparaten, ook bij de niet brandbare voor-
werpen, in acht worden genomen
n
De elektrische stroomvoorziening moet worden
aangepast aan de eisen van de apparaten.
Apparaten voor mobiel gebruik moeten veilig
n
en op een geschikte, niet brandbare onder-
grond opgesteld worden.
n
De apparaten en componenten mogen niet
worden gebruikt op plaatsen met verhoogd
risico op beschadigingen. De minimale vrije
ruimte moet worden aangehouden.
n
De apparaten en componenten moeten vol-
doende veiligheidsafstand hebben ten opzichte
van ontvlambare, explosieve, brandbare,
agressieve en vervuilde zones.
n
De apparaten mogen niet in een olie-, zwavel-
of zouthoudende omgeving worden opgesteld
en gebruikt.
De apparaten mogen niet worden blootgesteld
n
aan directe waterstralen bijv. hogedrukreiniger
enz.
n
Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden
overbrugd of geblokkeerd.
6
1.8 Zelfstandige ombouw en
veranderingen
Het ombouwen of wijzigen van de apparaten of
componenten is niet toegestaan en kan storingen
veroorzaken. De veiligheidsvoorzieningen mogen
niet worden veranderd of overbrugd. De originele
reserveonderdelen en door de fabrikant geautori-
seerde accessoires zijn afgestemd op de vereiste
veiligheid. Het toepassen van andere onderdelen
kan leiden tot het vervallen van de aansprakelijk-
heid voor gevolgen daarvan.
1.9 Bedoeld gebruik
De apparaten zijn op grond van hun bouwwijze en
uitrusting geconcipieerd voor verwarmings- en ven-
tilatiedoeleinden. De apparaten mogen niet worden
gebruikt voor doeleinden waarvoor ze niet zijn
bedoeld. De apparaten mogen uitsluitend worden
bediend door daarin onderlegde personen die
tevens vertrouwd zijn met de omgang met deze
apparaten.
Ander of verdergaand gebruik geldt als niet
bedoeld gebruik. Voor de hieruit voortvloeiende
schade is de fabrikant/leverancier van de machine
niet aansprakelijk. Het risico wordt uitsluitend door
de gebruiker gedragen. Bij het bedoeld gebruik
hoort ook het opvolgen van de bedienings- en
installatie-instructies en het aanhouden van de
onderhoudsbepalingen.
De in de technische specificaties opgegeven
grenswaarden mogen in geen geval worden over-
schreden.
1.10
Garantie
Voorwaarde voor eventuele aanspraken op
garantie is, dat de inkoper of zijn afnemer tegelijk
met de verkoop en het in gebruik nemen, de bij het
apparaat meegeleverde "Garantieoorkonde" vol-
ledig ingevuld naar REMKO GmbH & Co. KG
teruggestuurd heeft. De garantievoorwaarden zijn
opgenomen in de "Algemene verkoop- en leve-
ringsvoorwaarden". Daarnaast kunnen alleen
tussen de bij de overeenkomst betrokken partijen
speciale afspraken gemaakt worden. Neem
daarom eerst contact op met uw directe handels-
partner.