6
Buiten werking stellen
AANWIJZING!
Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen door geautoriseerd vakpersoneel
worden uitgevoerd.
1.
De keuzeschakelaar in stand "0" zetten.
2.
De luchttoevoerventilator draait voor de
afkoeling van de apparaten verder en scha-
kelt pas na voldoende afkoeling uit. De venti-
lator kan tot het definitief uitschakelen meer-
dere keren starten.
3.
Bij langere stilstandstijden moeten de appa-
raten van het elektriciteitsnet worden losge-
koppeld.
AANWIJZING!
De stroomaansluiting nooit voor beëindiging
van de gehele nakoelfase onderbreken. Voor
schade aan de apparaten door oververhitting
kan geen aanspraak op garantie worden
gemaakt.
7
Verhelpen van storingen
en klantenservice
GEVAAR!
Voor alle werkzaamheden aan de apparaten
moet de voedingsstekker uit de contactdoos
zijn verwijderd.
Reparatiewerkzaamheden resp. wijzigingen
aan de elektrische installatie en de toevoerlei-
ding mogen om wille van veiligheidsredenen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd personeel.
Het apparaat is volgens de modernste productie-
methoden geproduceerd en meerdere keren op
een probleemloze werking gecontroleerd. Mochten
desondanks toch storingen ontstaan, controleer
dan de werking van het apparaat volgens de
onderstaande lijst. Zijn alle controles uitgevoerd en
werkt het apparaat nog steeds niet probleemloos,
neem dan contact op met een gespecialiseerd
bedrijf.
Het apparaat (ventilator) start niet op.
1.
De netzekeringen ter plaatse controleren.
2.
De voedingsstekker controleren.
3.
De bedrijfsschakelaar controleren.
4.
De ventilator op soepel lopen controleren.
Het apparaat verwarmt niet
1.
De thermostaat instellen op een waarde die
hoger is dan de ruimtetemperatuur.
2.
De thermostaat op werking controleren.
3.
De bedrijfsschakelaar controleren.
4.
De werking van de schakelbeveiliging contro-
leren.
5.
De temperatuurbegrenzer op werking en
schade controleren.
Als alle functiecontroles zonder resultaat worden
uitgevoerd, dient u contact op te nemen met een
servicestation.
13