Het diafragma instellen
Met het diafragma kunt u de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt,
aanpassen. Als u de diafragmawaarde instelt, selecteert de camera
automatisch een bijpassende sluitertijd afgestemd op de helderheid van
het onderwerp.
Als u een lagere diafragmawaarde selecteert (het diafragma verder
opent), kunt u de achtergrond laten vervagen en zo bijvoorbeeld een
fraai portret maken. Als u een hogere diafragmawaarde kiest (het
diafragma verder sluit), wordt het volledige bereik, van voorgrond tot
achtergrond, scherp weergegeven. Hoe hoger de diafragmawaarde,
hoe groter het bereik op de foto dat scherp wordt weergegeven.
Als de sluitertijd rood wordt weergegeven, is het beeld
onderbelicht (onvoldoende belicht) of overbelicht (te veel
belicht). Pas de diafragmawaarde aan met de knop
totdat de sluitertijd wit wordt weergegeven.
Mogelijk zijn sommige diafragmawaarden niet beschikbaar in
combinatie met bepaalde zoomposities
In deze modus is het bereik van sluitertijden met gesynchro-
niseerde flits 1/60 tot 1/500 seconde. De diafragmawaarde wordt
daarom mogelijk automatisch gewijzigd om deze aan te passen
aan de sluitertijd met gesynchroniseerde flits, zelfs als deze
waarde al eerder was ingesteld.
De weergave van de diafragmawaarde
Hoe groter de diafragmawaarde, hoe kleiner de lensopening.
F2,8 F3,2 F3,5 F4,0 F4,1 F4,5 F5,0 F5,6 F6,3 F7,1 F8,0*
* In
en bij een maximale telestand een diafragmawaarde van F16 mogelijk,
afhankelijk van de opnameomstandigheden.
U kunt de combinaties van sluitertijden en diafragmawaarden
wijzigen zonder de belichting aan te passen
Safety Shift
Als in de modi
het menu Opname, wordt de sluitertijd of diafragmawaarde automatisch
aangepast voor de juiste belichting, als de juiste belichting niet op een
andere manier kan worden bereikt. De functie Safety Shift werkt niet als
de flitser wordt gebruikt.
is bij een maximale groothoek een diafragmawaarde van F11
en
de optie [Safety Shift] op [Aan] is ingesteld in
Opnamemodus
of
(p.
42).
(p.
50).
43