Manufacturing B.V.
De installatie van de appendage gebeurt als volgt:
4.1. Let erop dat de aansluitingen van de appendage passen op die van de brandstofleiding. Plaats de MLD
(detektor) zo dicht mogelijk bij de fles.
4.2. Let op de vereiste vertikale positie van de MLD, d.w.z. de veerveiligheid naar boven, de ingang voor het
gas horizontaal en de de uitgang naar beneden (fig.1. en fig.2.) Om de unit goed te kunnen monteren is
tegenover de tankaansluiting een M8-schroefdraadaansluiting aangebracht.
4.3 Gebruik voor de gasaansluitingen uitlsuitend daarvoor geschikte afdichtingsmiddelen. Vermijd ten alle
tijde smeerproducten die bijvoorbeeld oliën of lood bevatten.
4.4. Let erop dat bij de montage de elektrische bedrading niet beschadigd wordt.
4.4. Noodzakelijk: controleer elke gasaansluiting op eventuele lekkage. Gebruik daarvoor uitsluitend speciale
lekzoek-spray. Uiteraard is het gebruik van een open vlam uit den boze !
BELANGRIJK ! De lekzoek-spray mag in het bijzonder wegens de messing onderdelen géén ammonia
bevatten.
4.5. Ontkoppel eerst de accu- en/of voedingsdraden en sluit vervolgens de unit aan conform het schema, te
vinden aan het einde van deze handleiding.
4.6. De control unit mag alleen gevoed worden via een ansluiting die door het kontaktslot wordt onderbroken.
Gebruik dus nooit een continu spanningsvoerende draad.
4.7 Let erop dat een passende zekering wordt voorgeschakeld (max. 5A)
Let op de maximale belastbaarheid van de uitgangen.
4.8.
4.9. De uitgangen schakelen de plusleiding, de min-aansluitingen zijn gemeenschappelijk met de min-,
common- of massa-aansluiting te verbinden.
4.10. De control unit moet direct op het chassis van de heftruck gemonteerd worden.
4.11. De indicatie-LED "Low Level Alarm" dient op een voor de chauffeur duidelijk zichtbare plaats
gemonteerd te worden.
4.12. De kabels en bedrading zodanig aanleggen dat deze niet door- of af kan scheuren of dat de isolatie door
schuren beschadigd kan raken.
4.13. Eventuele niet gebruikte aansluitingen moeten beschermd en/of afgedekt worden.
4.14. De uitgangen ALARM (5) en LED (6) worden 15 seconden vertraagd na de detectie van gasfase en het
rood knipperen van de STATUS-Led.
Fig.
Control Unit MLD212
behoudt zich het recht voor, ten allen tijde veranderingen van technische aard en/of gebruikte materialen zonder voorafgaande
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Minimum Level Detector
CMT Manufacturing B.V.
overeenstemming door te kunnen voeren.
Type 471-V212
Hakselseweg, 50
NL-6713–KW-EDE
NT-471-V212-nl
Rev.:05
datum:21/06/2007
Seite: 4 / 6
.