Inhoudsopgave
Advertenties
TM-VE26-DUT / Gebruiks- en onderhoudshandleiding
3. Verwijder de groefdieptemeters van de clip op
het gereedschap . De groefdieptemeters worden
geïdentificeerd met de buismaat . Selecteer de juiste
groefdieptemeter en plaats deze tussen de diepte-
aanslagring en de tap, zoals weergegeven .
REV_C
4a. Gebruik de groefdieptemeter als een
voelsprietmeter en draai de diepte-aanslagring totdat
deze stevig tegen de bovenkant van de tap aankomt .
Draai de tweede ring tot deze stevig tegen de diepte-
aanslagring zit . Door de twee ringen te vergrendelen,
blijft de door de groefdieptemeter ingestelde opening
behouden .
4b. Verwijder de groefdieptemeter tussen de ring
en de tap . Plaats de groefdieptemeters terug in de
meegeleverde clip op het gereedschap .
5. Bereid een testgroef voor . Zie het betreffende
hoofdstuk "Rolgroeven" .
6. Nadat de testgroef is voorbereid en de buis uit het
gereedschap is verwijderd, controleert u voorzichtig de
groefdiameter (afmeting "C") . Raadpleeg het hoofdstuk
"Rolgroefspecificaties" . De met het gereedschap
meegeleverde PT-100-buis is de beste methode om de
"C"-afmeting controleren . Bovendien kan een schuifmaat
of narrow-micrometer worden gebruikt om deze afmeting
op de twee plaatsen (90º uit elkaar) in de groef te
controleren . De gemiddelde maat moet binnen de
vereiste specificatie voor de groefdiameter vallen .
TM-VE26-DUT_19
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
