Inhoudsopgave
Advertenties
Lichtmanagement
Dimstation 4-voudig universeel
Dimprincipe van de lastuitgangenA1...A4 instellen
VOORZICHTIG!
Gevaar van onherstelbare beschadiging bij gebruik van inductieve trafo's met
de instelling faseaansnijding.
Dimmer en trafo kunnen onherstelbaar beschadigd worden.
Voor inductieve trafo's alleen de instelling Universeel gebruiken.
Bij aflevering zijn alle uitgangen op Universeel ingesteld.
Universeel: groene en rode status-LED's (4)
branden
LED-faseafsnijding: groene status-LED (4)
brandt
LED-faseaansnijding: rode status-LED (4)
brandt
Dimstation correct gemonteerd en aangesloten.
o
Netspanning inschakelen.
Alle LED's gaan kort branden.
Alle uitgangen worden geïnitialiseerd status-LEDs (4) branden. Na afronding van de initiali-
satie zijn de status-LEDs uit.
o
Knop MODE ca. 3 seconden bedienen.
LED c (12) brandt, programmeermodus is ingeschakeld.
Groene, rode of beide status-LEDs (4) van lastuitgang A1 branden.
o
Eventueel knop Mode indrukken om naar de volgende lastuitgang over te gaan.
Groene, rode of beide status-LEDs (4) van de volgende lastuitgang branden.
o
Met toets ON/n of OFF/o het dimprincipe instellen.
o
Drukknop Prog kort indrukken.
De uitgang neemt het ingestelde dimprincipe over. Na afsluiting branden de groene en ro-
de status-LEDs (4) van de volgende lastuitgang.
i Nadat het dimprincipe van de laatste lastuitgang is opgeslagen, wordt automatisch overge-
schakeld naar instelling van de minimale helderheid van de lastuitgangen. De rode en
groene status-LED (4) van lastuitgang A1 knipperen. Als de minimale helderheid niet wordt
veranderd, drukt u toets Mode zo vaak kort in totdat naar Centraalfunctie configureren
wordt overgeschakeld of de rode status-LED (4) van lastuitgang A1 knippert, of de pro-
grammeermodus wordt beëindigd; LED c (12) is uit.
Minimale helderheid van de lastuitgangen A1...A4 instellen.
Door het gebruik van verschillende lampen of pakketuitbreidingen kunnen er verschillen in de
minimale helderheid optreden. Om deze te compenseren kan de minimale helderheid van de
afzonderlijke lastuitgangen worden ingesteld.
o
Knop MODE ca. 3 seconden bedienen.
LED c (12) brandt, programmeermodus is ingeschakeld.
Groene, rode of beide status-LEDs (4) van lastuitgang A1 branden.
o
Toets Mode zo vaak indrukken totdat de groene en rode LEDs van lastuitgang A1 knippe-
ren.
Licht van lastuitgang A1...A4 is op de opgeslagen minimale helderheid.
82577213
J:0082577213
Automatisch inmeten op de last, dimprincipe,
faseaansnijding of faseafsnijding. Aansluiten
van gloeilampen, HV halogeenlampen en Tro-
nic-trafo's met halogeenlampen of dimbare in-
ductieve trafo's met halogeen- of LED-lampen.
Instelling voor HV-LED- en compacte TL-lam-
pen die volgens het faseafsnijdingsprincipe
kunnen worden gedimd. Aansluiting van trafo's
niet toegestaan.
Instelling voor HV-LED- en compacte TL-lam-
pen die volgens het faseaansnijdingsprincipe
kunnen worden gedimd. Aansluiting van trafo's
niet toegestaan.
13/19
10.12.2013
Advertenties
Inhoudsopgave
