HOME-CONTROLLER - Inleiding Inleiding Eerste overzicht Met de HOME-CONTROLLER (FMC 1000 NL) heeft u gekozen voor een moderne draadloze centrale, die u comfort en veiligheid in uw omgeving biedt. De HOME-CONTROLLER breidt uw draadloze installatie uit met tijdgestuurde en automatiserende functies voor belichting en jaloezieën. Zo kan hij bijvoorbeeld bij afwezigheid volgens uw ingestelde programma’s het licht in-...
HOME-CONTROLLER - Inleiding Aanwijzingen bij dit handboek Dit handboek bestaat uit 3 delen: 1.) De montage- en ingebruiknamehandleiding is bestemd voor de elektromonteur. Ze bevat belangrijke aanwijzingen voor de optimale installatie en programmering van de HOME-CONTROLLER. 2.) De bedieningshandleiding is in eerste instantie bestemd voor de klant. Ze legt de eerste stappen in de bediening uit en is ook nuttig bij verdergaande vragen.
Pagina 5
Funk-Management HOME-CONTROLLER Montage en ingebruikname (voor de elektromonteur) - 7 -...
HOME-CONTROLLER - Inhoudsopgave Inhoudsopgave Montage- en ingebruiknamehandleiding 1.0 Montage en Ingebruikname ............10 1.1 Leveringsinhoud ..............10 1.2 Keuze van de montageplaats ..........10 1.2.1 Aanwijzingen bij de draadloze werking ......11 1.2.2 Draadloze transmissie ........... 12 1.3 Openen van de HOME-CONTROLLER ......... 13 1.4 Batterijen plaatsen en vervangen ...........
Pagina 7
HOME-CONTROLLER - Inhoudsopgave 3.0 Componentenoverzicht ............... 63 3.1 Wijzigen van een kamernaam ..........64 3.2 Wijzigen van zenders en ontvangers ........65 3.3 Nieuwe zenders of ontvangers voorr bestaande kamers inteachen ..........69 3.4 Speciale functies (vertaging, actie) ........71 4.0 Repeaterfuncties ................
1.0 Montage en ingebruikname 1.0 Montage en ingebruikname Gevaarinstructie Opgelet! Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door een gespecialiseerde elektromonteur. 1.1 Leveringsinhoud De leveringsinhoud van de HOME-CONTROLLER omvat: • 1 HOME-CONTROLLER • 1 voedingsleiding • 1 boorsjabloon •...
Duitse publicatieblad (Amtsblatt), beschikking Vfg 73/2000. - Bij doelmatig gebruik voldoet dit apparaat aan de eisen van de R&TTE- richtlijn (1999/5/EG). Een volledige verklaring van overeenstemming vindt u op het internet op: www.jung.de/ce. De HOME-CONTROLLER mag in alle EU- en EFTA-staten worden gebruikt.
1.2.2 Draadloze transmissie 1.2.2 Draadloze transmissie De draadloze transmissie gebeurt via een niet-exclusief beschikbaar transmissiekanaal, daarom kunnen storingen niet worden uitgesloten. De draadloze transmissie is niet geschikt voor veiligheidstoepassingen, bv. noodstop, noodoproep. Het bereik van een draadloos systeem is afhankelijk van het vermogen van de zenders, van de ontvangstkarakteristiek van de ontvangers, van de luchtvochtigheid, van de montagehoogte en van de constructieve condities van het gebouw.
1.3 Openen van de HOME-CONTROLLER 1.3 Openen van de HOME-CONTROLLER Om de HOME-CONTROLLER te monteren of de batterijen de plaatsen resp. te vervangen, moet u de behuizing openen. Ga daarbij als volgt te werk: Gevaarinstructie Opgelet! Bij het openen van de HOME-CONTROLLER liggen in bepaalde omstandigheden stroomvoerende contacten vrij, waardoor er gevaar bestaat voor een elektrische schok.
1.4 Batterijen plaatsen en vervangen 1.4 Batterijen plaatsen en vervangen Om de werking van de HOME-CONTROLLER bij stroomuitval te verzekeren, heeft u 5 microbatterijen (type: AAA 1,5 V LR 03) nodig. De batterijen vergemakkelijken ook het inteachen voor draadloze zenders en ontvangers.
Pagina 13
1.4 Batterijen plaatsen en vervangen Om de batterijen te plaatsen of te vervangen, gaat u als volgt te werk: 1. Trek de netstekker uit de contactdoos of schakel de overeenkomstige zekering uit. 2. Open de behuizing van de draadloze controller (cf. hoofdstuk 1.3) 3.
1.5 Voeding 1.5 Voeding De draadloze controller kan via de meegeleverde voedingsleiding of een ter plaatse voorziene 230 V installatieleiding (wandcontactdoos) van spanning worden voorzien. Aanwijzing: Aanbevolen leiding voor doeltreffende snoerontlasting: H 03 VV-F 2x0,75 1. Open de behuizing van de draadloze controller (cf. hoofdstuk 1.3) 2.
1.6 Opbouwmontage 1.6 Opbouwmontage Aanwijzing • Voordat u de HOME-CONTROLLER monteert, is het zinvol om vooraf de aanwezige draadloze zenders en ontvangers in uw HOME-CONTROLLER in te teachen. Lees hiervoor het hoofdstuk 2.0 "Eerste ingebruikname". • Neem bij de keuze van de montageplaats ook het hoofdstuk 2.1 "Instellen van de klok"...
2.0 Eerste ingebruikname 2.0 Eerste ingebruikname Maak u eerst vertrouwd met de bediening van het menu van de HOME-CONTROLLER. Uitvoerige bedieningsaanwijzingen vindt u in de bedieningshandleiding in het hoofdstuk 1.0 "Inleiding"; hier in het bijzonder in het subhoofdstuk 1.3 "Bedieningsaanwijzingen". Het is raadzaam de HOME-CONTROLLER bij de eerste ingebruikname met batterijen te voeden, aangezien u de HOME-CONTROLLER voor het...
Pagina 17
2.0 Eerste ingebruikname Volg voor de eerste ingebruikname de instructies van de assistent voor de eerste ingebruikname op het display van de HOME-CONTROLLER: 2.0.1 Bevestig het welkomstbeeldscherm met "Verder" 2.0.2 Bevestig het volgende informatiebeeldscherm met "Verder". Met "Annul." keert u terug naar het hoofdmenu.
2.1 Instellen van de klok 2.1 Instellen van de klok De draadloze controller is uitgerust met een draadloze DCF77-ontvanger. Zodra de HOME-CONTROLLER zich binnen een straal van ca. 1500 km van de draadloze tijdsignaalzender (DCF77) in Frankfurt in Duitsland bevindt, kan de weergave van datum en tijd worden gesynchroniseerd met de tijdsignaalzender DCF77.
Pagina 19
2.1 Instellen van de klok 2.1.1 Wanneer DCF-ontvangst mogelijk is, selecteert u hier "DCF aan" (verder met 2.2.1). Anders selecteert u "DCF uit" (verder met 2.1.2). Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 2.1.2 Bij "DCF uit" moet u hier de datum instellen. De weekdag wordt automatisch toegewezen.
2.2 Aanmelden van een externe repeater 2.2 Aanmelden van een externe repeater Met een externe repeater kan het bereik en daardoor het werkgebied van een draadloos systeem worden vergroot. Afb. 2.a: Repeaterfunctie De repeater ontvangt radiotelegrammen van de draadloze zenders en zendt deze na een controle met maximaal vermogen weer uit.
Pagina 21
2.2 Aanmelden van een externe repeater 2.2.1 Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Annul." keert u terug naar het hoofdmenu. 2.2.2 Indien in uw draadloze installatie geen repeater is gebruikt, kiest u hier "nee", anders "ja". U kan een externe repeater ook achteraf in de HOME-CONTROLLER aanmelden.
Pagina 22
2.3 Inteachen van draadloze ontvangers 2.3 Inteachen van draadloze ontvangers Om uw aanwezige draadloze ontvangers (bv. schakel-, dim-, jaloezieactoren) in tijdgestuurde programma’s van de HOME-CONTROLLER op te nemen, moet u eerst de HOME-CONTROLLER in deze draadloze ontvanger inteachen. Dit gebeurt met behulp van het ingebruiknamevenster "nieuwe ontvanger", dat een bestanddeel is van de assistent voor de eerste ingebruikname.
Pagina 23
2.3 Inteachen van draadloze ontvangers 2.3.1 Bevestig de informatietekst voor het inteachen van draadloze ontvangers met "Verder". Met "Annul." keert u terug naar het hoofdmenu. 2.3.2 Aan de ontvanger moet u eerst een kamer toewijzen. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Annul."...
2.3 Inteachen van draadloze ontvangers 2.3.6 In dit beeldscherm kan u de geselecteerde kamer- naam bewerken of de nieuwe kamernaam invoeren. De naam mag tot 16 karakters lang zijn. Gebruik voor de tekstinvoer het toetsenveld (cf. uitklappagina (3)). Met "Abc" schakelt u om tussen hoofdletters en kleine letters.
Pagina 25
2.3 Inteachen van draadloze ontvangers 2.3.10 Selecteer nu voor uw draadloze ontvanger (hier: dimactor) een naam uit de lijst of kies <nieuwe naam> om een nieuwe naam aan te maken. Bevestig uw selectie met "Kiezen". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm.
Pagina 26
2.3 Inteachen van draadloze ontvangers 2.3.12 Breng de HOME-CONTROLLER binnen een straal van 5 m van uw draadloze ontvanger en schakel de draadloze ontvanger in de pro- grammeermodus (zie bedieningshandleiding van de draadloze ontvanger). Bevestig met "Verder". De HOME-CONTROLLER stuurt nu inteach-telegrammen. Met "Terug"...
Pagina 27
2.3 Inteachen van draadloze ontvangers Indien u het ingebruiknamevenster "nieuwe ontvanger" rechtstreeks uit het menu heeft opgeroepen, keert u met "Nee" terug naar het menu. Indien u zich in de eerste ingebruikname bevindt, volgt nu door het indrukken van "Nee" het ingebruiknamevenster "nieuwe zender" (stap 2.3.16). 2.3.16 Om het ingebruiknamevenster "nieuwe zender"...
Pagina 28
2.4 Inteachen van draadloze zenders 2.4 Inteachen van draadloze zenders Alle draadloze zenders (bv. hand- of muurzenders), die met functies in de HOME-CONTROLLER moeten worden verbonden, moeten in de HOME- CONTROLLER worden ingeteacht. Dit gebeurt met behulp van het ingebruiknamevenster "nieuwe zender", dat een bestanddeel is van de assistent voor de eerste ingebruikname.
Pagina 29
2.4 Inteachen van draadloze zenders 2.4.1 Bevestig de informatietekst voor het inteachen van draadloze zenders met "Verder". Met "Annul." keert u terug naar het hoofdmenu. 2.4.2 Aan de zender moet u eerst een kamer toewijzen. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Annul."...
2.4 Inteachen van draadloze zenders 2.4.6 In dit beeldscherm kan u de geselecteerde kamernaam bewerken of de nieuwe kamernaam invoeren. De naam mag tot 16 karakters lang zijn. Gebruik voor de tekstinvoer het toetsenveld (cf. uitklappagina (3)). Met "Abc" schakelt u om tussen hoofdletters en kleine letters.
Pagina 31
2.4 Inteachen van draadloze zenders 2.4.10 Selecteer nu voor uw draadloze zender (hier: handzender) een naam uit de lijst of definieer via <nieuwe naam> een nieuwe naam. Bevestig uw selectie met "Kiezen". 2.4.11 In het volgende beeldscherm kan u de geselecteerde naam bewerken of de nieuwe naam invoeren.
Pagina 32
2.4 Inteachen van draadloze zenders 2.4.12 Bij het inteachen van een draadloze zender is de gevoeligheid van de HOME-CONTROLLER tot ca. 5 m gereduceerd. De afstand tussen de draadloze zender en de HOME-CONTROLLER moet daarom tussen 0,5 m en 5 m liggen. Met "Terug"...
Pagina 33
2.4 Inteachen van draadloze zenders Indien u het ingebruiknamevenster "nieuwe zender" rechtstreeks uit het menu heeft opgeroepen, keert u met "Nee" terug naar het menu. Indien u zich in de eerste ingebruikname bevindt, volgt nu door het indrukken van "Nee" het ingebruiknamevenster "nieuw programma" (stap 2.4.16). 2.4.16 Om het ingebruiknamevenster "nieuw pro- gramma"...
Pagina 34
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s In programma’s kan u aan uw eerder ingeteachte draadloze ontvangers acties toewijzen, die op bepaalde tijdstippen worden afgewerkt. Het aanmaken van programma’s gebeurt met behulp van het ingebruiknamevenster "nieuw programma", dat een bestanddeel is van de assistent voor de eerste ingebruikname.
Pagina 35
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Astrotijd De schakeltijden, die u in programma’s opslaat, kunnen op uw verzoek automatisch worden aangepast aan de astrotijd (verloop van de zonsopgang en zonsondergang). Hierbij wordt in principe een onderscheid gemaakt tussen schakeltijden voor jaloezieën en verlichting. Apr.
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Voorbeeld jaloezie: Ma - Za: 06:30 u jaloezie openen Ma - Za: 19:10 u jaloezie sluiten De jaloezie opent ’s ochtends met de zonsopgang – ten vroegste echter om 6:30 uur – en sluit ’s avonds bij zonsondergang – ten laatste echter om 19:10 uur.
Pagina 37
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Astrotijd-verschuiving De verschuiving van de astrotijd maakt de individuele aanpassing van de in de fabriek voorberekende tijden voor zonsopgang en zonsondergang (cf. Afb. 2.c) aan de plaatselijke omstandigheden mogelijk. De verschuiving wordt voor alle dagen in het jaar uitgevoerd en bedraagt maximaal ± 120 min. Voorbeeld 1: Het terras ligt aan de zuidwestzijde van het huis.
Pagina 38
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Werkwijze bij het aanmaken van tijdgestuurde programma’s 2.5.1 Bevestig de informatietekst voor het aanmaken van een nieuw programma met "Verder". Met "Annul." keert u terug naar het hoofdmenu. 2.5.2 Aan het programma moet u eerst een naam geven.
Pagina 39
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 2.5.5 Bevestig de informatietekst voor het gebruik van de astrofunctie met "Verder". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 2.5.6 Indien u de astrofunctie in dit programma wilt gebruiken, bevestigt u met "Ja". U kan dan later nog individueel bij ieder schakeltijdstip de astrofunctie toelaten (verder met beeldscherm 2.5.7).
Pagina 40
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 2.5.10 Vervolgens kan u de weekdagen bepalen, waarop de gewenste actie moet worden uitgevoerd. De actie (bv. schakelactor inschakelen of jaloezie sluiten) legt u aan het einde van dit dialoogvenster vast. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Terug"...
Pagina 41
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 2.5.14 Stel de tijd direct in met de cijfertoetsen. > Daarnaast kan u de tijd ook met " " en " " minuut per minuut langzaam (toets kort indrukken) of snel (toets langer indrukken) veranderen. Bevestig uw keuze met "Ok". Met "Terug"...
Pagina 42
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 2.5.18 In de volgende lijst verschijnen alleen de ontvangertypes, die ook in de geselecteerde kamer beschikbaar zijn. Selecteer hier eerst een ontvangertype (verder met 2.5.19). De selectie van "alle" maakt het mogelijk om lichtscènes op te roepen voor alle beschikbare ontvangertypes (verder met 2.5.20).
Pagina 43
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Betekenis van de acties Aanwijzing: Indien u voor een ontvanger een speciale functie voorziet, kan er na de uitvoering van de hier beschreven acties nog een speciale functie worden uitgevoerd. Lees hiervoor ook het hoofdstuk 3.4 "Speciale functies". Schakelen (alleen bij: schakel- en dimactoren) Aan / Uit De geselecteerde ontvanger wordt in- of uitgeschakeld.
Pagina 44
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Tasten (alleen bij: tastactoren) Activeren Bij de geselecteerde tastactor wordt een tastimpuls geactiveerd. Lichtscène (alleen bij: schakel-, dim-, jaloezieactoren en alle) Lichtscène 1-5 De waarde van de opgeroepen lichtscène wordt ingesteld. Bij een jaloezie kan slechts één van de beide eindposities in een lichtscène opgeslagen zijn. Alles-Aan / Alles-Uit Bij de geselecteerde ontvanger wordt de functie Alles-Aan of Alles-Uit uitgevoerd.
Pagina 45
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Aanwezigheid (alleen bij: alle) Gaan De laatste helderheidswaarden van de verlichting en de eindposities van de jaloezie worden opgeslagen. Daarna wordt Alles-Uit doorgestuurd. Komen Afhankelijk van de gedefinieerde speciale functies (vertraging, actie) van de draadloze ontvanger zijn 3 verschillende reacties mogelijk: - Vertraging: 0 min;...
Pagina 46
2.5 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 2.5.22 Nadat u een actie heeft geselecteerd, kan de schakeltijd worden aangemaakt. Bevestig hier met "Ok". Met "Terug" keert u terug naar de actieselectie (beeldscherm 2.5.21). 2.5.23 Om aan het programma nog een andere schakeltijd toe te voegen, kiest u "Ja". De aanmaak van de schakeltijd voor dit programma begint dan weer met beeldscherm 2.5.10.
Pagina 47
2.6 Aanmaken van verbindingen 2.6 Aanmaken van verbindingen Met een verbinding kan u met een zender via de draadloze controller een ontvanger aansturen. Deze verbinding kan u afhankelijk maken van de tijd en/of van de toestand van een andere zender. Voorbeeld: De schakelactor in de werkkamer mag via de handzender alleen kunnen worden ingeschakeld, wanneer in de gang de wandzender kanaal 1 is...
2.6 Aanmaken van verbindingen Voorwaarde (zendertoestand): hier: wandzender kanaal 1 ingeschakeld De ontvanger kan pas worden aangestuurd, wanneer de voorwaarde is vervuld. Een voorwaarde omvat een bepaalde zendertoestand. Een verbinding moet niet noodzakelijk een voorwaarde omvatten. Trigger (zender): hier: handzender De zender die op uw ontvanger een actie activeert, wanneer de periode en eventueel de voorwaarde zijn vervuld.
Pagina 49
2.6 Aanmaken van verbindingen Afb. 2.e: Verloop bij het aanmaken van verbindingen Het aanmaken van verbindingen gebeurt met behulp van het ingebruik- namevenster "nieuwe verbinding", dat een bestanddeel is van de assistent voor de eerste ingebruikname. Om ook na de eerste ingebruikname nog nieuwe verbindingen te kunnen aanmaken, kan u het ingebruiknamevenster "nieuwe verbinding"...
Pagina 50
2.6 Aanmaken van verbindingen 2.6.1 Bevestig de informatietekst voor het aanmaken van een nieuwe verbinding met "Verder". Met "Annul." keert u terug naar het hoofdmenu. 2.6.2 Aan de verbinding moet u eerst een naam geven. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Annul."...
Pagina 51
2.6 Aanmaken van verbindingen 2.6.5 Als eerste selecteert u de ontvanger, waarop uw verbinding moet inwerken. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 2.6.6 Selecteer hier de kamer waarin de gewenste ontvanger zich bevindt (hier: werkkamer). Om kameroverschrijdend alle ontvangers of alle ontvangers van hetzelfde type aan te spreken, kiest u hier "Centrale functie".
Pagina 52
2.6 Aanmaken van verbindingen 2.6.9 Stel de regel voor uw verbinding samen. De regel bestaat uit een tijd, een voorwaarde, een trigger en eventueel een actie. Begin met de selectie van de weekdagen voor de tijd. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Terug"...
Pagina 53
2.6 Aanmaken van verbindingen 2.6.12 Na de selectie van de weekdagen legt u als volgende de periode voor de regel vast bestaande uit de start- en eindtijd. Begin met de invoer van de starttijd. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm.
Pagina 54
2.6 Aanmaken van verbindingen Aanmaken van een voorwaarde Als volgende kan u voor de regel een voorwaarde vastleggen. De ontvanger kan pas worden aangestuurd, wanneer de voorwaarde is vervuld. De voorwaarde bestaat uit een bepaalde zendertoestand (bv. wandzender gang kanaal 1 ingeschakeld). Aanwijzing De zender, die als voorwaarde moet worden gebruikt, moet in de draadloze controller ingeteacht zijn.
Pagina 55
2.6 Aanmaken van verbindingen 2.6.19 Wanneer u een voorwaarde wilt gebruiken, moet u eerst de draadloze zender selecteren. Bevestig de informatietekst met "Verder". Aanwijzing: Een draadloze observer is niet geschikt als voorwaarde. 2.6.20 Selecteer hier de kamer, waarin de gewenste zender zich bevindt (hier: gang).
Pagina 56
2.6 Aanmaken van verbindingen 2.6.24 Kies het kanaal van de zender. De hier weergegeven selectie is afhankelijk van de eerder geselecteerde zender. Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 2.6.25 Kies nu nog de toestand, waarbij de voorwaarde vervuld moet zijn. Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm.
Pagina 57
2.6 Aanmaken van verbindingen Selectie van een trigger (zender) Hierna kan een trigger voor de regel worden gedefinieerd. De trigger is de zender die op uw ontvanger een actie activeert, wanneer de periode en eventueel de voorwaarde zijn vervuld. 2.6.26 Bevestig de informatietekst met "Verder".
Pagina 58
2.6 Aanmaken van verbindingen 2.6.30 Selecteer hier de kamer, waarin de gewenste zender (trigger) zich bevindt (hier: werkkamer). Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 2.6.31 In de volgende lijst verschijnen alleen de zendertypes, die ook in de geselecteerde kamer beschikbaar zijn.
Pagina 59
2.6 Aanmaken van verbindingen Selectie van een actie Indien als trigger (zender) een aanwezigheidsmelder of observer is geselecteerd, kan u ook de uit te voeren actie afhankelijk van de ontvanger vrij kiezen. Anders zijn er de volgende vaste toewijzingen: - Indien een bepaalde ontvanger werd geselecteerd en als trigger een kanaal- of lichtscènetoets, dan vervalt de actiekeuze, aangezien de desbetreffende functie (bv.
Pagina 60
2.6 Aanmaken van verbindingen Wijzigen van verbindingen Om een aangemaakte verbinding te bewerken of te wissen, leest u in de bedieningshandleiding het hoofdstuk 3.2.3 "Wijzigen van verbindingen". Indien u het ingebruiknamevenster "nieuwe verbinding" rechtstreeks uit het menu heeft opgeroepen, keert u met "Nee" terug naar het menu. Indien u zich in de eerste ingebruikname bevindt, volgt met "Nee"...
3.0 Componentenoverzicht 3.0 Componentenoverzicht Na afloop van de eerste ingebruikname kan u een kameroverzicht van alle ingeteachte zenders en ontvangers in het menu oproepen onder "Configuratie - Componenten - Overzicht". Hier bestaat de mogelijkheid om individuele wijzigingen uit te voeren: 3.1 Wijzigen van een kamernaam 3.2 Wijzigen van zenders en ontvangers •...
3.1 Wijzigen van een kamernaam 3.1 Wijzigen van een kamernaam Om een aangemaakte kamernaam te wijzigen, selecteert u in het menu "Configuratie - Componenten - Overzicht". 3.1.1 U krijgt een lijst van de beschikbare kamers. Kies hier de kamer, waarvan u de naam wilt wijzigen (hier: werkkamer).
Pagina 63
3.2 Wijzigen van zenders en ontvangers 3.2 Wijzigen van zenders en ontvangers De volgende wijzigingen kan u bij ingeteachte zenders en ontvangers uitvoeren: • Wijzigen van een zender- of ontvangernaam • Zenders of ontvangers aan een andere kamer toewijzen • Wissen van een zender •...
Pagina 64
3.2 Wijzigen van zenders en ontvangers 3.2.4 U krijgt een lijst van de in de geselecteerde kamer beschikbare wandzenders. Selecteer de wandzender, waaraan u een wijziging wilt uitvoeren (hier: WZ gang). Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 3.2.5 Selecteer in het menu het overeenkomstige menupunt voor de wijziging:...
3.2 Wijzigen van zenders en ontvangers • Zender of ontvanger aan een andere kamer toewijzen Selecteer in het beeldscherm 3.2.5 "Kamer toewijzen". 3.2.6.b In het volgende beeldscherm kan u dan een andere kamer voor de zender selecteren. Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm.
Pagina 66
3.2 Ändern von Sendern und Empfängern 3.2.6.e Om de verbinding tussen de draadloze controller en de ontvanger compleet te wissen, brengt u de draadloze controller binnen een straal van 5 m van uw draadloze ontvanger en schakelt u de draadloze ontvanger in de programmeermodus.
3.3 Nieuwe zenders of ontvangers voor bestaande kamers inteachen 3.3 Nieuwe zenders of ontvangers voor bestaande kamers inteachen Naast het inteachen van zenders en ontvangers via de assistent voor de eerste ingebruikname is ook een snel inteachen van draadloze zenders of ontvangers voor reeds bestaande kamers mogelijk.
Pagina 68
3.3 Nieuwe zenders of ontvangers voor bestaande kamers inteachen 3.3.4 U krijgt een lijst met de in de geselecteerde kamer reeds beschikbare apparaten van het gekozen type. Selecteer hier "<nieuwe zender>". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. Bij het inteachen van een nieuwe zender wordt u nu door de beeldscher- men 2.4.9 tot 2.4.14 geleid (cf.
3.4 Speciale functies (vertraging, actie) 3.4 Speciale functies (vertraging, actie) Voor iedere individuele draadloze ontvanger kan u indien nodig de speciale functies vertragingstijd en actie instellen. Er zijn drie verschillende instelmogelijkheden: Vertraging: 0 min; actie: <geen functie> Dit is de voorinstelling voor iedere ontvanger, d.w.z. de bijbehorende ontvanger voert geen speciale functies uit.
Pagina 70
3.4 Speciale functies (vertraging, actie) Technische aanwijzing draadloze verzonken schakelactor 1-kanaals Indien in uw draadloos systeem een draadloze verzonken schakelactor 1-kanaals wordt gebruikt, die niet met minstens R2 is gekenmerkt (zie opdruk), neem dan de volgende bijzonderheden in acht: Deze schakelactor slaat bij het oproepen van de functie Gaan of bij het opslaan van een lichtscène via de draadloze controller altijd de toestand "Uit"...
Pagina 71
3.4 Speciale functies (vertraging, actie) Instelling van vertragingstijd en actie voor een ontvanger Om voor een bepaalde ontvanger de vertragingstijd en de actie in te stellen, selecteert u in het menu "Configuratie - Componenten - Overzicht". 3.4.1 Selecteer hier de kamer waarin zich de gewenste ontvanger bevindt (hier: werkkamer).
Pagina 72
3.4 Speciale functies (vertraging, actie) 3.4.5 Selecteer hier "Speciale functies". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 3.4.6 Selecteer "Vertraging" om een vertragingstijd tussen 0 en 240 min (stappengrootte 1 min) in te stellen. Selecteer "Actie" om aan de geselecteerde ontvanger een actie toe te wijzen.
4.0 Repeaterfuncties 4.0 Repeaterfuncties Met een repeater kan het bereik en daardoor het werkgebied van een draadloos systeem worden vergroot. Afb. 4.a: Repeaterfunctie De repeater ontvangt radiotelegrammen van de draadloze zenders zendt deze na een controle met maximaal vermogen weer uit. De telegram wordt door een draadloze ontvanger ontvangen en geanalyseerd.
4.1 Gebruik van een externe repeater 4.1 Gebruik van een externe repeater Reeds bij de eerste ingebruikname bestaat de mogelijkheid om een externe repeater in de HOME-CONTROLLER aan te melden(cf. hoofdstuk 2.2). U kan een externe repeater echter ook achteraf in de draadloze controller aanmelden. Selecteer daarvoor in het menu "Configuratie - Systeem - Repeater".
4.2 Gebruik van een interne repeater 4.2 Gebruik van de interne repeater Voor draadloze communicatie tussen een draadloze zender en ontvanger, die onafhankelijk van de draadloze controller plaatsvindt, d.w.z. niet in verbindingen wordt gebruikt, kan de interne repeater van de draadloze controller worden gebruikt.
Pagina 76
4.2 Gebruik van een interne repeater Om de draadloze controller als repeater te gebruiken, teacht u eerst uw draadloze zender in de draadloze controller in. Lees daarvoor het hoofdstuk 2.3 "Inteachen van draadloze zenders". Selecteer dan in het menu "Configuratie - Systeem - Repeater". Bevestig het volgende informatiebeeldscherm met "Verder".
Pagina 77
4.2 Gebruik van een interne repeater Wissen van een zender uit de repeaterlijst Selecteer dan in het menu "Configuratie - Systeem - Repeater". Bevestig het volgende informatiebeeldscherm met "Verder". 4.2.5 U krijgt een overzicht van de zenders, waarvoor u de interne repeater van de draadloze controller gebruikt.
Pagina 78
5.0 Bezetting van de HOME-CONTROLLER 5.0 Bezetting van de HOME-CONTROLLER De HOME-CONTROLLER is uitgerust met een dynamisch geheugen, dat door ingeteachte zenders en ontvangers, kamers, aangemaakte programma’s en verbindingen wordt bezet. De geheugenbezetting kan u in de HOME-CONTROLLER opvragen. Selecteer in het menu "Configuratie - Systeem". 5.0.1 Selecteer aan het einde van het menu Systeem "Informatie".
5.0 Bezetting van de HOME-CONTROLLER Bezettingsvoorbeeld 2: - 6 kamers: slaap-, kinder-, woonkamer, keuken, hal en badkamer - 60 draadloze zenders en 90 draadloze ontvangers zijn gebruikt - 18 programma’s met in totaal 120 schakeltijden zijn aangemaakt - 60 verbindingen met in totaal 600 regels zijn aangemaakt Bezetting van de draadloze controller van ca.
6.0 Masterreset 6.0 Masterreset Met de bijgevoegde FMC Masterresetcard kunnen alle gegevens onherroepelijk in de HOME-CONTROLLER worden gewist. Daarna bevindt de HOME CONTROLLER zich weer in de leveringstoestand. De FMC Masterresetcard wordt door de HOME-CONTROLLER automatisch herkend, wanneer hij het standaarddisplay weergeeft. De kaart wordt met de chip eerst overeenkomstig afb.
Pagina 81
6.0 Masterreset Volg daarna de instructies op het display: 6.0.1 De draadloze controller herkent de ingeschoven kaart automatisch. Om de toepassing te starten, bevestigt u met "Ja". Met "Nee" keert u terug naar het standaarddisplay. 6.0.2 Om de toepassing van de kaart te laden, wordt de draadloze controller eerst opnieuw gestart.
Pagina 83
Funk-Management HOME-CONTROLLER Bedieningshandleiding (voor de klant) - 85 -...
Pagina 84
Bedieningshandleiding - Inhoudsopgave Inhoudsopgave Bedieningshandleiding 1.0 Inleiding ..................88 1.1 Bedieningselementen en aansluitingen ........89 1.2 Het standaarddisplay ............. 91 1.3 Bedieningsaanwijzingen ............94 1.3.1 1.3.1 De functietoetsen ..........94 1.3.2 De menufuncties ............95 1.3.3 Invoeren van tekst ............96 1.4 Componentenindeling ............
Pagina 85
Bedieningshandleiding - Inhoudsopgave 3.2 Werken met verbindingen ............141 3.2.1 Aanmaken van verbindingen ......... 143 3.2.2 Activeren en uitschakelen van verbindingen ....154 3.2.3 Wijzigen van verbindingen ..........155 3.2.4 Wissen van verbindingen ..........164 3.3 Werken met lichtscènes ............165 3.3.1 Opslaan en wijzigen van lichtscènes ......
1.0 Inleiding 1.0 Inleiding Uw elektromonteur heeft voor u de HOME-CONTROLLER gemonteerd en in gebruik genomen. Verder heeft hij de eerste software-instellingen uitgevoerd (bv. tijdgestuurde programma’s aangemaakt). Deze bedieningshandleiding instrueert u in het doelmatige gebruik van een geïnstalleerde HOME-CONTROLLER en maakt u vertrouwd met alle functies.
1.1 Bedieningselementen en aansluitingen 1.1 Bedieningselementen en aansluitingen (1) Display (7 regels à 20 karakters) Op het display worden alle gegevens en menupunten weergegeven. Verder kan u via het display een kort bericht aanmaken, opslaan en bewerken. (2) 4 functietoetsen (softkeys) Via de functietoetsen kan u door het menu bladeren.
Pagina 88
1.1 Bedieningselementen en aansluitingen (7) Digitale ingang In toekomstige softwareversies kan deze ingang worden gebruikt om de functionaliteit uit te breiden. (8) Temperatuursensor Op het standaarddisplay wordt de actuele kamertemperatuur weergegeven. De bijbehorende temperatuursensor meet hier de temperatuur, die afhankelijk is van de montageplaats. Met behulp van een temperatuurcorrectie kan de actuele kamertemperatuur worden aangepast (cf.
Pagina 89
1.2 Het standaarddisplay 1.2 Het standaarddisplay In het dagelijkse gebruik geeft uw display de standaardweergave (cf. uitklap- pagina) weer, van waaruit u verdere functies kan oproepen. Wanneer het beeldscherm het menu weergeeft en gedurende ca. 1 min geen invoer krijgt, schakelt het terug over naar het standaarddisplay.
1.2 Het standaarddisplay (14) Toetsenbordblokkering Om de bediening van de draadloze controller door onbevoegden te verhinderen, kan het toetsenbord worden geblokkeerd. Om het toetsenbord te blokkeren of vrij te geven, drukt u in het standaard- display ca. 1 s op de -toets.
Pagina 91
1.2 Het standaarddisplay (19) Zend-/ ontvangstweergave Wanneer de HOME-CONTROLLER telegrammen zendt of ontvangt, wordt dit door T (transmit = zenden) R (receive = ontvangen) weergegeven. De ontvangstweergave R geeft iedere ontvangen telegram aan, ongeacht of deze voordien werd ingeteacht of niet. (20) Voeding Bij storingsvrije 230 V-voeding is het stekkersymbool niet weergegeven.
1.3 Bedieningsaanwijzingen 1.3 Bedieningsaanwijzingen 1.3.1 De functietoetsen De 4 functietoetsen (2) zijn de centrale bedieningselementen van de HOME- CONTROLLER. De functie van deze toetsen hangt af van de displaytekst in de menuregel functietoetsen (17). De functietoetsen kunnen allemaal aan dezelfde of aan verschillende functies gekoppeld zijn. Op afbeelding 1.a zijn bv.
1.3.2 De menufuncties 1.3.2 De menufuncties Uw HOME-CONTROLLER biedt een reeks van functies en instellingen, die het u mogelijk maken de controller optimaal aan te passen aan uw behoeften. Deze functies zijn onderverdeeld in menu’s en submenu’s, waardoor u kan bladeren met de functietoetsen.
1.3.3 Invoeren van tekst 1.3.3 Invoeren van tekst Bij sommige acties kan u tekst invoeren. Hiertoe behoort bv. het aanmaken van korte berichten. De tekstinvoer werkt zoals bij mobiele telefoons door één of meermaals kort indrukken van een toets per karakter. Houd er rekening mee dat niet alle beschikbare karakters op de toetsen zijn afgebeeld! De mogelijke karakters vindt u...
1.4 Componentenindeling Voor tekstinvoer zijn de functietoetsen altijd aan dezelfde functie gekoppeld. Ze kunnen worden gebruikt om de tekst te bewerken: - Schakel met de functietoets 3 om tussen hoofdletters (Abc) en kleine letters (abc). - Met de functietoets 2 "<-" kan u het laatste karakter wissen.
2.0 Eerste instellingen 2.0 Configuratie Om het gebruik van uw HOME-CONTROLLER voor u zo aangenaam mogelijk te maken, is het raadzaam enkele instellingen uit te voeren. Hiertoe behoren: 2.1 Basisinstellingen 2.2 Instellen van de klok 2.3 Instellen van een jaloezielooptijd 2.4 Toegangsblokkering voor het configuratiemenu Selecteer daarvoor in het hoofdmenu "Configuratie - Systeem"...
2.1 Basisinstellingen 2.1 Basisinstellingen Via het menu Systeem ("Configuratie - Systeem") kan u de volgende basisinstellingen voor uw HOME-CONTROLLER uitvoeren: Verlichting altijd aan: De displayverlichting is altijd ingeschakeld. altijd uit: De displayverlichting is altijd uitgeschakeld. automatisch: De displayverlichting schakelt bij iedere toetsdruk gedurende ca.
Pagina 98
2.1 Basisinstellingen Temperatuurweergave Kies hier eerst de temperatuureenheid tussen "Graden Celsius" en "Graden Fahrenheit". Daarna kan dan afhankelijk van de omgevingscondities een temperatuurcorrectie worden bepaald: Graden Celsius: uitgezochte waarden tussen + 4,0 en - 4,0 °C Graden Fahrenheit: uitgezochte waarden tussen + 8,0 en - 8,0 °F Signaalvolume Hier kan u het signaalvolume van de geïntegreerde zoemer in niveaus tussen 1 en 7 vastleggen.
2.2 Instellen van de klok 2.2 Instellen van de klok Voor het instellen van de klok selecteert u in het menu "Configuratie - Systeem – Klok instellen". De draadloze controller is uitgerust met een draadloze DCF77-ontvanger. Zodra de draadloze controller zich binnen een straal van ca. 1500 km van de draadloze tijdsignaalzender (DCF77) in Frankfurt in Duitsland bevindt, kan de weergave van datum en tijd worden gesynchroniseerd met de tijdsignaalzender DCF77.
2.3 Instellen van de jaloezielooptijd 2.3 Instellen van de jaloezielooptijd De draadloze controller biedt de mogelijkheid om voor jaloezieën met dezelfde looptijd gedefinieerde jaloezieposities tussen 0 % (helemaal boven) en 100 % (helemaal beneden) in te nemen (Afb. 2.c). Deze jaloezieposities kunnen voor acties in programma’s of verbindingen worden gebruikt.
2.4 Toegangsblokkering voor het configuratiemenu 2.4 Toegangsblokkering voor het configuratiemenu Om het configuratiemenu te beveiligen tegen toegang door onbevoegden, kan u het voorzien van een toegangsblokkering (PIN). Ga daarvoor als volgt te werk: 2.4.1 Selecteer in het menu "Configuratie - Toegangsblokkering".
3.0 Automatische modus 3.0 Automatische modus Door het gebruik van de HOME-CONTROLLER heeft u de mogelijkheid om uw draadloze ontvangers voor verlichting en jaloezie in automatische modus te bedienen. In automatische modus kan u 3 verschillende bedrijfsmodi gebruiken: Tijdgestuurde programma’s: De HOME-CONTROLLER stuurt uw draadloze ontvangers volgens vastge- legde tijdprogramma’s aan.
3.1 Werken met programma’s 3.1 Werken met programma’s Een programma kan uw verlichting en jaloezieën automatisch tijdafhankelijk aansturen. U kan bijvoorbeeld een programma aanmaken en activeren, dat tijdens uw vakantie aanwezigheid simuleert. In de volgende hoofdstukken wordt u uitgelegd hoe u tijdgestuurde programma’s - aanmaakt (hoofdstuk 3.1.1)
Pagina 104
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Eerste tijdprogramma’s zijn eventueel reeds door uw elektromonteur in de draadloze controller opgeslagen. U kan echter ook nog andere programma’s naar uw wensen aanmaken. Dit gebeurt met behulp van het ingebruiknamevenster "nieuw programma", dat in het hoofdmenu onder "Configuratie –...
Pagina 105
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Astrotijd De schakeltijden, die u in programma’s opslaat, kunnen op uw verzoek automatisch worden aangepast aan de astrotijd (verloop van de zonsopgang en zonsondergang). Hierbij wordt in principe een onderscheid gemaakt tussen schakeltijden voor jaloezieën en verlichting. Apr.
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Voorbeeld jaloezie: Ma - Za: 06:30 u jaloezie openen Ma - Za: 19:10 u jaloezie sluiten De jaloezie opent ’s ochtends met de zonsopgang – ten vroegste echter om 6:30 uur – en sluit ’s avonds bij zonsondergang – ten laatste echter om 19:10 uur.
Pagina 107
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Astrotijd-verschuiving De verschuiving van de astrotijd maakt de individuele aanpassing van de in de fabriek voorberekende tijden voor zonsopgang en zonsondergang (cf. Afb. 3.b) aan de plaatselijke omstandigheden mogelijk. De verschuiving wordt voor alle dagen in het jaar uitgevoerd en bedraagt maximaal ± 120 min. Voorbeeld 1: Het terras ligt aan de zuidwestzijde van het huis.
Pagina 108
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Werkwijze bij het aanmaken van tijdgestuurde programma’s 3.1.1.1 Bevestig de informatietekst voor het aanmaken van een nieuw programma met "Verder". Met "Annul." keert u terug naar het hoofdmenu. 3.1.1.2 Aan het programma moet u eerst een naam geven.
Pagina 109
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 3.1.1.5 Bevestig de informatietekst voor het gebruik van de astrofunctie met "Verder". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 3.1.1.6 Indien u de astrofunctie in dit programma wilt gebruiken, bevestigt u met "Ja". U kan dan later nog individueel bij ieder schakeltijdstip de astrofunctie toelaten (verder met beeldscherm 3.1.1.7).
Pagina 110
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 3.1.1.10 Vervolgens kan u de weekdagen bepalen, waarop de gewenste actie moet worden uitgevoerd. De actie (bv. schakelactor inschakelen of jaloezie sluiten) legt u aan het einde van dit dialoogvenster vast. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Terug"...
Pagina 111
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 3.1.1.14 Stel de tijd direct in met de cijfertoetsen. > Daarnaast kan u de tijd ook met " " en " " minuut per minuut langzaam (toets kort indrukken) of snel (toets langer indrukken) veranderen. Bevestig uw keuze met "Ok". Met "Terug"...
Pagina 112
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 3.1.1.18 In de volgende lijst verschijnen alleen de ontvangertypes, die ook in de geselecteerde kamer beschikbaar zijn. Selecteer hier eerst een ontvangertype (verder met 3.1.1.19). De selectie van "alle" maakt het mogelijk om lichtscènes op te roepen voor alle beschikbare ontvangertypes (verder met 3.1.1.20).
Pagina 113
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Betekenis van de acties Aanwijzing: Indien u voor een ontvanger een speciale functie voorziet, kan er na de uitvoering van de hier beschreven acties nog een speciale functie worden uitgevoerd. Lees hiervoor ook het hoofdstuk 5.4 "Speciale functies". Schakelen (alleen bij: schakel- en dimactoren) Aan / Uit De geselecteerde ontvanger wordt in- of uitgeschakeld.
Pagina 114
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Tasten (alleen bij: tastactoren) Activeren Bij de geselecteerde tastactor wordt een tastimpuls geactiveerd. Lichtscène (alleen bij: schakel-, dim-, jaloezieactoren en alle) Lichtscène 1-5 De waarde van de opgeroepen lichtscène wordt ingesteld. Bij een jaloezie kan slechts één van de beide eindposities in een lichtscène opgeslagen zijn. Alles-Aan / Alles-Uit Bij de geselecteerde ontvanger wordt de functie Alles-Aan of Alles-Uit uitgevoerd.
Pagina 115
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s Aanwezigheid (alleen bij: alle) Gaan De laatste helderheidswaarden van de verlichting en de eindposities van de jaloezie worden opgeslagen. Daarna wordt Alles-Uit doorgestuurd. Komen Afhankelijk van de gedefinieerde speciale functies (vertraging, actie) van de draadloze ontvanger zijn 3 verschillende reacties mogelijk: - Vertraging: 0 min;...
Pagina 116
3.1.1 Aanmaken van tijdgestuurde programma’s 3.1.1.22 Nadat u een actie heeft geselecteerd, kan de schakeltijd worden aangemaakt. Bevestig hier met "Ok". Met "Terug" keert u terug naar de actieselectie (beeldscherm 3.1.1.21). 3.1.1.23 Om aan het programma nog een andere schakeltijd toe te voegen, kiest u "Ja". De aanmaak van de schakeltijd voor dit programma begint dan weer met beeldscherm 3.1.1.10.
3.1.2 Aktivieren und Deaktivieren von Programmen 3.1.2 Activeren en uitschakelen van programma’s Overeenkomstig uw behoeften kan u de in de HOME-CONTROLLER opge- slagen programma’s activeren of uitschakelen. Ga hiervoor als volgt te werk: 3.1.2.1 Selecteer in het hoofdmenu "Automatische modus". 3.1.2.2 Selecteer in het menu Automatische modus het menupunt "Programma’s activeren".
Pagina 118
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3 Wijzigen van programma’s U kan op ieder ogenblik bestaande programma’s volgens uw wensen wijzigen. Meer bepaald heeft u de volgende wijzigingsmogelijkheden, die op de volgende pagina’s nader worden toegelicht: - Een programmanaam wijzigen Pagina 121 - Een nieuwe schakeltijd toevoegen Pagina 122 - Een bestaande schakeltijd verwijderen...
3.1.3 Wijzigen van programma’s Een programmanaam wijzigen 3.1.3.1 Selecteer in het menu "Configuratie - Programma’s". U gaat naar de programmalijst met alle opgeslagen programma’s. Selecteer hier het programma, waarvan u de naam wilt wijzigen (hier: vakantie). 3.1.3.2 Selecteer in dit menu "Naam wijzigen". 3.1.3.3 In dit beeldscherm kan u de programmanaam bewerken.
3.1.3 Wijzigen van programma’s Een nieuwe schakeltijd toevoegen Wanneer u aan een reeds bestaand programma een nieuwe bijkomende schakeltijd wilt toevoegen, ga dan als volgt te werk: 3.1.3.4 Selecteer in het menu "Configuratie - Programma’s". U gaat naar de programmalijst met alle opgeslagen programma’s.
3.1.3 Wijzigen van programma’s Een bestaande schakeltijd verwijderen Wanneer u in een programma een bestaande schakeltijd wilt verwijderen, ga dan als volgt te werk: 3.1.3.7 Selecteer in het menu "Configuratie - Programma’s". U gaat naar de programmalijst met alle opgeslagen programma’s. Selecteer hier het programma, waarin u een bestaande schakeltijd wilt verwijderen (hier: vakantie).
Pagina 122
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3.11 Selecteer aan het einde van de lijst het menupunt "wissen" om de geselecteerde schakeltijd te wissen. 3.1.3.12 Bevestig de controlevraag met "Ja" om de schakeltijd definitief te wissen. Met "Nee" keert u terug naar het vorige beeldscherm. Op het beeldscherm verschijnt nu de geactualiseerde schakeltijdlijst van het programma.
3.1.3 Wijzigen van programma’s De weekdagen voor een schakeltijd wijzigen Om bij een bestaand programma de weekdagen voor een schakeltijd te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 3.1.3.13 Selecteer in het menu "Configuratie - Programma’s". U gaat naar de programmalijst met alle opgeslagen programma’s.
Pagina 124
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3.17 Selecteer nu een vastgelegd weekschema (hier: Ma tot Vr). Dit kan u dan in het volgende beeldscherm nog veranderen. Wanneer u de dagen volledig vrij wilt definiëren, kiest u „andere“. Bevestig uw selectie met "Kiezen". 3.1.3.18 Het weekschema is in dit beeldscherm weergegeven.
3.1.3 Wijzigen van programma’s Een schakeltijd wijzigen Om bij een bestaand programma een schakeltijd te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 3.1.3.19 Selecteer in het menu "Configuratie - Programma’s". U gaat naar de programmalijst met alle opgeslagen programma’s. Selecteer hier het programma, waarin u de schakeltijd wilt wijzigen (hier: vakantie).
Pagina 126
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3.23 Stel de schakeltijd direct in met de cijfer- > toetsen. Met " " en " " kan u de tijd minuut per minuut langzaam (toets kort indrukken) of snel (toets langer indrukken) veranderen. Bevestig uw keuze met "Ok" Op het beeldscherm verschijnt nu de met de nieuwe tijd geactualiseerde detaillijst van de schakeltijd.
3.1.3 Wijzigen van programma’s Een andere ontvanger selecteren U kan bij een bestaande schakeltijd van een programma de toegewezen ontvanger wijzigen. Hierbij moet er een onderscheid worden gemaakt, of de nieuwe ontvanger zich in dezelfde kamer bevindt of dat hij zich in een andere kamer bevindt.
Pagina 128
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3.27 In dit beeldscherm zijn de gegevens van de geselecteerde schakeltijd weergegeven. Indien de nieuwe ontvanger zich in een andere kamer bevindt, selecteert u de actuele kamer (hier: woonkamer). Verder met beeldscherm 3.1.3.28. Indien de nieuwe ontvanger zich in dezelfde kamer bevindt, selecteert u de actuele ontvanger (hier: verlichting).
Pagina 129
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3.31 Afhankelijk van het ontvangertype (hier: dimactor) verschijnen de mogelijke acties. Selecteer hier de gewenste actie. Betekenis van de acties De betekenis van de afzonderlijke acties is in deze bedieningshandleiding in hoofdstuk 3.1.1. "Aanmaken van tijdgestuurde programma’s" op pagina 115 beschreven.
3.1.3 Wijzigen van programma’s Een andere actie selecteren U kan bij een bestaande schakeltijd van een programma de toegewezen actie wijzigen. Ga daarvoor als volgt te werk: 3.1.3.32 Selecteer in het menu "Configuratie - Programma’s". U gaat naar de programmalijst met alle opgeslagen programma’s.
3.1.3 Wijzigen van programma’s De astrotijd activeren, uitschakelen of wijzigen De volgende wijzigen kan u uitvoeren: a) Astrotijd in een programma activeren of uitschakelen b) Astrotijd voor een schakeltijd activeren of uitschakelen c) Astrotijd-verschuiving wijzigen a) Astrotijd in een programma activeren of uitschakelen 3.1.3.36 Selecteer in het menu "Configuratie - Programma’s".
Pagina 132
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3.38 Selecteer hier "Uitschakelen" om de astrofunctie voor dit programma uit te schakelen. b) Astrotijd voor een schakeltijd activeren of uitschakelen Wanneer bij een programma de astrofunctie geactiveerd is, kan u voor iedere schakeltijd van het programma de astrofunctie individueel activeren of uitschakelen 3.1.3.39 Selecteer in het menu "Configuratie -...
Pagina 133
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3.42 Selecteer hier "Astrofunctie". De symbolen betekenen: : Astrofunctie is geactiveerd -: Astrofunctie is uitgeschakeld Met "Kiezen" kan u voor deze schakeltijd om- schakelen tussen geactiveerd en uitgeschakeld. c) Astrotijd-verschuiving wijzigen Wanneer u bij een programma de astrotijd-verschuiving wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk: 3.1.3.43 Selecteer in het menu "Configuratie -...
Pagina 134
3.1.3 Wijzigen van programma’s 3.1.3.46 Stel de verschuiving direct in met de > cijfertoetsen of met " " en " "„. Het voorteken kan u zowel met de toets "*" als met de toets "#" veranderen. De maximaal mogelijke verschuiving bedraagt telkens ± 120 min. Bevestig uw keuze met "Ok".
3.1.4 Wissen van programma’s 3.1.4 Wissen van programma’s U kan een compleet programma wissen. Ga daarvoor als volgt te werk: 3.1.4.1 Selecteer in het menu "Configuratie - Programma’s". U gaat naar de programmalijst met alle opgeslagen programma’s. Selecteer hier het programma, dat u wilt wissen (hier: vakantie).
3.1.5 Aanwezigheidssimulatie 3.1.5 Aanwezigheidssimulatie De draadloze controller biedt u de mogelijkheid om een tijdgestuurd programma als aanwezigheidssimulatie te selecteren. Alle schakeltijden van dit programma worden dan bij uw afwezigheid met een toevalstijd van ± 15 minuten gevarieerd. Om een programma voor de aanwezigheidssimulatie vast te leggen, selecteert u in het menu "Configuratie - Simulatie".
Pagina 137
3.1.5 Aanwezigheidssimulatie Wijzigen of wissen van de aanwezigheidssimulatie Om een ander programma als aanwezigheidssimulatie vast te leggen, selecteert u in het beeldscherm 3.1.5.3 het oude programma (hier: vakantie). U keert dan terug naar het beeldscherm 3.1.5.2 en kan daar een ander programma selecteren.
3.2 Werken met verbindingen 3.2 Werken met verbindingen Met een verbinding kan u met een zender via de draadloze controller een ontvanger aansturen. Deze verbinding kan u afhankelijk maken van de tijd en/of van de toestand van een andere zender. Voorbeeld: De schakelactor in de werkkamer mag via de handzender alleen kunnen worden ingeschakeld, wanneer in de gang de wandzender kanaal 1 is...
Pagina 140
3.2 Werken met verbindingen Voorwaarde (zendertoestand): hier: wandzender kanaal 1 ingeschakeld De ontvanger kan pas worden aangestuurd, wanneer de voorwaarde is vervuld. Een voorwaarde omvat een bepaalde zendertoestand. Een verbinding moet niet noodzakelijk een voorwaarde omvatten. Trigger (zender): hier: handzender De zender die op uw ontvanger een actie activeert, wanneer de periode en eventueel de voorwaarde zijn vervuld.
3.2.1 Aanmaken van verbindingen 3.2.1 Aanmaken van verbindingen Eerste verbindingen zijn eventueel reeds door uw elektromonteur in de draadloze controller opgeslagen. U kan echter ook nog andere verbindingen volgens uw wensen aanmaken. Dit gebeurt met behulp van het ingebruiknamevenster „nieuwe verbinding“, dat in het hoofdmenu onder „Configuratie –...
Pagina 142
3.2.1 Aanmaken van verbindingen 3.2.1.1 Bevestig de informatietekst voor het aanmaken van een nieuwe verbinding met "Verder". Met "Annul." keert u terug naar het hoofdmenu. 3.2.1.2 Aan de verbinding moet u eerst een naam geven. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Annul."...
Pagina 143
3.2.1 Aanmaken van verbindingen 3.2.1.5 Als eerste selecteert u de ontvanger, waarop uw verbinding moet inwerken. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 3.2.1.6 Selecteer hier de kamer waarin de gewenste ontvanger zich bevindt (hier: werkkamer). Om kameroverschrijdend alle ontvangers of alle ontvangers van hetzelfde type aan te spreken, kiest u hier "Centrale functie".
Pagina 144
3.2.1 Aanmaken van verbindingen 3.2.1.9 Stel de regel voor uw verbinding samen. De regel bestaat uit een tijd, een voorwaarde, een trigger en eventueel een actie. Begin met de selectie van de weekdagen voor de tijd. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Terug"...
Pagina 145
3.2.1 Aanmaken van verbindingen 3.2.1.12 Na de selectie van de weekdagen legt u als volgende de periode voor de regel vast bestaande uit de start- en eindtijd. Begin met de invoer van de starttijd. Bevestig de informatietekst met "Verder". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm.
Pagina 146
3.2.1 Aanmaken van verbindingen Aanmaken van een voorwaarde Als volgende kan u voor de regel een voorwaarde vastleggen. De ontvanger kan pas worden aangestuurd, wanneer de voorwaarde is vervuld. De voorwaarde bestaat uit een bepaalde zendertoestand (bv. wandzender gang kanaal 1 ingeschakeld). Aanwijzing De zender, die als voorwaarde moet worden gebruikt, moet in de draadloze controller ingeteacht zijn.
Pagina 147
3.2.1 Aanmaken van verbindingen 3.2.1.19 Wanneer u een voorwaarde wilt gebruiken, moet u eerst de draadloze zender selecteren. Bevestig de informatietekst met "Verder". Aanwijzing: Een draadloze observer is niet geschikt als voorwaarde. 3.2.1.20 Selecteer hier de kamer, waarin de gewenste zender zich bevindt (hier: gang).
Pagina 148
3.2.1 Aanmaken van verbindingen 3.2.1.24 Kies het kanaal van de zender. De hier weergegeven selectie is afhankelijk van de eerder geselecteerde zender. Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 3.2.1.25 Kies nu nog de toestand, waarbij de voorwaarde vervuld moet zijn. Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm.
Pagina 149
3.2.1 Aanmaken van verbindingen Selectie van een trigger (zender) Hierna kan een trigger voor de regel worden gedefinieerd. De trigger is de zender die op uw ontvanger een actie activeert, wanneer de periode en eventueel de voorwaarde zijn vervuld. 3.2.1.26 Bevestig de informatietekst met "Verder".
Pagina 150
3.2.1 Aanmaken van verbindingen 3.2.1.30 Selecteer hier de kamer, waarin de gewenste zender (trigger) zich bevindt (hier: werkkamer). Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 3.2.1.31 In de volgende lijst verschijnen alleen de zendertypes, die ook in de geselecteerde kamer beschikbaar zijn.
Pagina 151
3.2.1 Aanmaken van verbindingen Selectie van een actie Indien als trigger (zender) een aanwezigheidsmelder of observer is geselecteerd, kan u ook de uit te voeren actie afhankelijk van de ontvanger vrij kiezen. Anders zijn er de volgende vaste toewijzingen: - Indien een bepaalde ontvanger werd geselecteerd en als trigger een kanaal- of lichtscènetoets, dan vervalt de actiekeuze, aangezien de desbetreffende functie (bv.
3.2.2 Activeren en uitschakelen van verbindingen 3.2.2 Activeren en uitschakelen van verbindingen Overeenkomstig uw behoeften kan u de in de HOME-CONTROLLER opgeslagen verbindingen activeren of uitschakelen. Ga daarvoor als volgt te werk: 3.2.2.1 Selecteer in het hoofdmenu "Automatische modus". 3.2.2.2 Selecteer in het menu Automatische modus het menupunt "Verbindingen".
Pagina 153
3.2.3 Wijzigen van verbindingen 3.2.3 Wijzigen van verbindingen U kan op ieder ogenblik bestaande verbindingen volgens uw wensen wijzigen. Meer bepaald heeft u de volgende wijzigingsmogelijkheden, die op de volgende pagina’s nader worden toegelicht: - Een verbindingsnaam wijzigen Pagina 156 - Een nieuwe regel toevoegen Pagina 157 - Een bestaande regel wissen...
3.2.3 Wijzigen van verbindingen Een verbindingsnaam wijzigen 3.2.3.1 Selecteer in het menu "Configuratie - Verbinding". U gaat naar de verbindingenlijst met alle opgeslagen verbindingen. Selecteer hier de verbinding, waarvan u de naam wilt wijzigen (hier: VB werkkamer). 3.2.3.2 Selecteer in dit menu "Naam wijzigen". 3.2.3.3 In dit beeldscherm kan u de verbindingsnaam bewerken.
3.2.3 Wijzigen van verbindingen Een nieuwe regel toevoegen 3.2.3.4 Selecteer in het menu "Configuratie - Verbindingen". U gaat naar de verbindingen- lijst met alle opgeslagen verbindingen. Selecteer hier de verbinding, waaraan u een andere regel wilt toevoegen (hier: VB werkkamer). 3.2.3.5 Selecteer in dit menu "Details".
3.2.3 Wijzigen van verbindingen Een bestaande regel wissen 3.2.3.7 Selecteer in het menu "Configuratie - Verbindingen". U gaat naar de verbindingenlijst met alle opgeslagen verbindingen. Selecteer hier de verbinding, waarbij u een regel wilt wissen (hier: VB werkkamer). 3.2.3.8 Selecteer in dit menu "Details". 3.2.3.9 U krijgt een lijst van de beschikbare regels.
3.2.3 Wijzigen van verbindingen De ontvanger van de verbinding wijzigen U kan bij een bestaande verbinding de toegewezen ontvanger wijzigen. De nieuwe ontvanger kan zich in dezelfde kamer of in een andere kamer bevinden. Aanwijzing Om te garanderen dat de verbinding ook na de wijziging foutloos werkt, moet de nieuwe ontvanger van hetzelfde type zijn als de oude ontvanger (bv.
3.2.3 Wijzigen van verbindingen Wijzigen van tijd, voorwaarde (zendertoestand), trigger (zender) of uit te voeren actie U kan bij een bestaande verbinding zowel de tijd, de voorwaarde (zendertoestand), de trigger (zender) als de uit te voeren actie wijzigen. 3.2.3.13 Selecteer in het menu "Configuratie - Verbindingen".
Pagina 159
3.2.3 Wijzigen van verbindingen • • • • • Wijzigen van de weekdagen Om de weekdagen te wijzigen, selecteert u deze (hier: Ma tot Vr) en volgt u het dialoogvenster (cf. ook 3.2.1.10 en 3.2.1.11). • • • • • Wijzigen van de start- of eindtijd Om de start- of eindtijd te wijzigen, selecteert u deze en volgt u het dialoogvenster (cf.
Pagina 160
3.2.3 Wijzigen van verbindingen U kan ook de volledige voorwaarde wissen. Dan is de regel alleen door de eerder geselecteerde dag en de tijd bepaald. Selecteer voor het wissen van de voorwaarde aan het einde van het beeldscherm 3.2.3.17 het menupunt "Wissen". Bevestig dan de volgende controlevraag met "Ja".
Pagina 161
3.2.3 Wijzigen van verbindingen • • • • • Wijzigen van de uit te voeren actie 3.2.3.19 Is als trigger een aanwezigheidsmelder of observer geselecteerd, dan kan u de uit te voeren actie wijzigen. Selecteer de actuele actie (hier: aan) en u krijgt een selectielijst van alternatieve acties.
3.2.4 Wissen van verbindingen 3.2.4 Wissen van verbindingen U kan een complete verbinding wissen. Ga daarvoor als volgt te werk: 3.2.4.1 Selecteer in het menu "Configuratie - Verbindingen". U gaat naar de lijst met alle opgeslagen verbindingen. Selecteer hier de verbinding, die u wilt wissen (hier: VB werkkamer).
3.3 Werken met lichtscènes 3.3 Werken met lichtscènes Alle in de HOME-CONTROLLER opgeslagen draadloze ontvangers kunnen in 5 lichtscènes worden opgenomen. Aan lichtactoren (dim- en schakelactoren) kan een bepaald helderheidsniveau (bv. 70 %) of een schakeltoestand (bv. aan) voor een lichtscène worden toegewezen.
Pagina 164
3.3 Arbeiten mit Lichtszenen Daarnaast staan per kamer nog de lichtscènes "Alles-Aan" en "Alles- Uit" ter beschikking. Deze scènes zijn voor uw verlichting zodanig vooraf ingesteld, dat bij het oproepen alle lichtactoren (schakel- en dimactoren) van een kamer worden in- of uitgeschakeld. Ze kunnen indien nodig worden gewijzigd. Zowel de 5 lichtscènes als "Alles-Aan"...
Pagina 165
3.3.1 Opslaan en wijzigen van lichtscènes 3.3.1 Opslaan en wijzigen van lichtscènes U kan zowel een lichtscène als "Alles-Aan" of "Alles-Uit" compleet of per kamer apart overeenkomstig uw wensen wijzigen en opslaan. Verder kan u ook alleen de instellingen voor lichtactoren of voor jaloezieactoren wijzigen en opslaan.
Pagina 166
3.3.1 Opslaan en wijzigen van lichtscènes Werkwijze Stel eerst in het gewenste gebied (kamer of alle kamers) uw lichtscène voor lichtactoren en/of jaloezieactoren overeenkomstig uw behoeften in. 3.3.1.1 Selecteer in het menu "Configuratie - Lichtscène opslaan". 3.3.1.2 Er volgt een lijst met de beschikbare kamers. Selecteer hier de kamer, waarin u een lichtscène wilt wijzigen en opslaan.
3.3.1 Opslaan en wijzigen van lichtscènes 3.3.1.5 Voordat de lichtscène wordt opgeslagen, moet u zich er nogmaals van verzekeren, dat de desbetreffende actoren naar wens zijn ingesteld. Bevestig dan met "Ok". Er weerklinkt een kort geluidssignaal en de lichtscène wordt opgeslagen en u keert weer terug naar het beeldscherm 3.3.1.3 om andere lichtscènes in het gekozen gebied te kunnen wijzigen en opslaan.
3.3.1 Opslaan en wijzigen van lichtscènes 3.3.2 Oproepen van lichtscènes U kan alle opgeslagen lichtscènes (inclusief Alles-Aan en Alles-Uit) per kamer gescheiden volgens licht en jaloezie direct via het menu of via snelkeuze met de cijfertoetsen van het toetsenveld oproepen. Oproepen van lichtscènes via het menu Om lichtscènes via het menu op te roepen, selecteert u eerst in het menu "Automatische modus - Lichtscènes".
Pagina 169
3.3.1 Opslaan en wijzigen van lichtscènes De lichtscène wordt opgeroepen en u keert weer terug naar het beeld- scherm 3.3.2.2 om andere lichtscènes in het gekozen gebied te kunnen oproepen. Anders keert u door kort op "Terug" te drukken terug naar het vorige beeldscherm of naar het hoger liggende menuniveau.
4.0 Manuele modus 4.0 Manuele modus U kan een ingeteachte draadloze ontvanger onafhankelijk van lopende programma’s via het menu of direct via snelkeuze met de cijfertoetsen van het toetsenveld aansturen. Hierbij kan u aan de ontvanger een actie toewijzen. Aansturen van ontvangers via het menu Voor het aansturen van een ingeteachte draadloze ontvanger via het menu selecteert u eerst in het menu "Acties".
Pagina 171
4.0 Manuele modus 4.0.4 Afhankelijk van het eerder gekozen ontvangertype (hier: dimactor) verschijnen de mogelijke acties. Selecteer hier de gewenste actie. Hierna zijn de betekenissen van alle mogelijke acties en hun toewijzing aan de ontvangertypes opgesomd. Betekenis van de acties Aanwijzing: Indien u voor een ontvanger een speciale functie voorziet, kan er na de uitvoering van de hier...
Pagina 172
4.0 Manuele modus Dimmen (alleen bij: dimactoren) Dimniveau De dimactor kan op een bepaald dimniveau worden gedimd. Stel hier het dimniveau direct > in met de cijfertoetsen of met " " en " ". Wanneer u een eerste keer op "Ok" drukt, wordt het dimniveau ter visualisering op de toegewezen ontvanger ingesteld.
Pagina 173
4.0 Manuele modus Aanwezigheid (alleen bij: alle) Gaan De laatste helderheidswaarden van de verlichting en de eindposities van de jaloezie worden opgeslagen. Daarna wordt Alles-Uit doorgestuurd. Komen Afhankelijk van de gedefinieerde speciale functies (vertraging, actie) van de draadloze ontvanger zijn 3 verschillende reacties mogelijk: - Vertraging: 0 min;...
Pagina 174
4.0 Manuele modus Aansturen van ontvangers via snelkeuze Vaak benodigde acties kan u vrij toewijzen aan één van de cijfertoetsen 0-9 van het toetsenveld (3) om ze dan via snelkeuze direct op te roepen. De twee volgende acties kunnen niet via snelkeuze worden geactiveerd, aangezien ze respectievelijk een procentuele waarde nodig hebben: - dimmen - dimniveau - jaloezie - bewegen - positie...
5.0 Comfortfuncties 5.0 Comfortfuncties Naast de automatische en manuele modus bevat de HOME-CONTROLLER nog andere functies en bijzonderheden, die het dagelijks werk voor u vergemakkelijken. Hiertoe behoren: 5.1 Werken met korte berichten 5.2 De functie Komen / Gaan 5.3 De mastertoets 5.4.
5.1 Werken met korte berichten Aanmaken van een kort bericht Om ervoor te zorgen dat u een nieuw kort bericht kan aanmaken, moet het berichtengeheugen van de HOME-CONTROLLER leeg zijn. Indien er dus nog een oud kort bericht aanwezig is, moet u dit eerst wissen (zie: Wissen van een kort bericht).
Pagina 177
5.1 Werken met korte berichten Wijzigen of wissen van een kort bericht Om een bestaand kort bericht te wissen of te wijzigen, selecteert u in het hoofdmenu "Kort bericht". 5.1.5 Het korte bericht wordt weergegeven. Met „Verder“ krijgt u een menu voor het wijzigen of wissen van het bericht.
5.2 De functie Komen / Gaan 5.2 De functie Komen / Gaan Door activering van de functie Gaan worden de laatste helderheidswaarden van de verlichting en de eindposities van de jaloezie opgeslagen. Daarna zendt de HOME-CONTROLLER Alles-Uit. De functie Komen leidt afhankelijk van de respectievelijk voorgedefinieerde speciale functie (zie hoofdstuk 5.4) tot de volgende reacties: Vertraging: 0 min;...
Pagina 179
5.2 De functie Komen / Gaan De actuele status van de HOME-CONTROLLER wordt op het display weergegeven door symbool (16): Aanwezig Afwezig Wanneer u een programma als aanwezigheidssimulatie hebt gekozen (vgl. hoofdstuk 3.1.5), dan wordt dit programma bij het "Gaan" geactiveerd. De schakeltijden worden dan bij toeval om de ±...
5.3 De mastertoets 5.3 De mastertoets Aan de mastertoets (9) kunnen naar keuze één van de volgende functies vrij worden toegewezen: - Geen functie De mastertoets heeft geen functie. - Kort bericht Via de mastertoets kan een kort bericht worden opgeroepen, aangemaakt, gewijzigd of gewist.
Pagina 181
5.4 Speciale functies (vertraging, actie) 5.4 Speciale functies (vertraging, actie) Voor iedere individuele draadloze ontvanger kan u indien nodig de speciale functies vertragingstijd en actie instellen. Er zijn drie verschillende instelmogelijkheden: Vertraging: 0 min; actie: <geen functie> Dit is de voorinstelling voor iedere ontvanger, d.w.z. de bijbehorende ontvanger voert geen speciale functies uit.
Pagina 182
5.4 Speciale functies (vertraging, actie) Technische aanwijzing draadloze verzonken schakelactor 1-kanaals Indien in uw draadloos systeem een draadloze verzonken schakelactor 1-kanaals wordt gebruikt, die niet met minstens R2 is gekenmerkt (zie opdruk), neem dan de volgende bijzonderheden in acht: Deze schakelactor slaat bij het oproepen van de functie Gaan of bij het opslaan van een lichtscène via de draadloze controller altijd de toestand "Uit"...
5.4 Speciale functies (vertraging, actie) Instelling van vertragingstijd en actie voor een ontvanger Om voor een bepaalde ontvanger de vertragingstijd en de actie in te stellen, selecteert u in het menu "Configuratie - Componenten - Overzicht". 5.4.1 Selecteer hier de kamer waarin de gewenste ontvanger zich bevindt (hier: werkkamer).
5.4 Sonderfunktionen (Verzögerung, Aktion) 5.4.5 Selecteer hier "Speciale functies". Met "Terug" keert u terug naar het vorige beeldscherm. 5.4.6 Selecteer "Vertraging" om een vertragingstijd tussen 0 en 240 min (stappengrootte 1 min) in te stellen. Selecteer "Actie" om aan de geselecteerde ontvanger een actie toe te wijzen.
6.0 Projectopslag 6.0 Projectopslag Bij het handboek van de draadloze controller is een FMC Mastercard gevoegd voor het opslaan van projecten. Op de kaart kunnen alle klantrelevante projectgegevens van een project worden opgeslagen en van daar indien nodig ook weer worden geladen. De FMC Mastercard wordt door de HOME-CONTROLLER automatisch herkend wanneer hij het standaarddisplay weergeeft.
6.1 Project opslaan 6.1 Project opslaan Om de actuele projectgegevens op te slaan steekt u de FMC Mastercard overeenkomstig hoofdstuk 6.0 in de chipkaartlezer. 6.1.1 Na het herkennen van de kaart schakelt de HOME-CONTROLLER automatisch over naar het Mastercard-menu. Selecteer hier "Project opslaan".
6.2 Project laden 6.2 Project laden Om de actuele projectgegevens van een FMC Mastercard weer te laden, steekt u de kaart overeenkomstig hoofdstuk 6.0 in de chipkaartlezer. 6.2.1 Na het herkennen van de kaart schakelt de HOME-CONTROLLER automatisch over naar het Mastercard-menu.
7.0 Zenderdiagnose 7.0 Zenderdiagnose Uw HOME-CONTROLLER biedt de mogelijkheid om de kamer, naam en batterijtoestand van de ingeteachte zenders voor diagnose te visualiseren. 7.0.1 Selecteer in het menu "Configuratie - Componenten - Zendertest". Met "Terug" keert u terug naar het respectievelijk hoger liggende menuniveau.
Pagina 189
Funk-Management HOME-CONTROLLER Bijlage - 191 -...
Bijlage A – Storingsoplossing en hulp bij storingen A) Storingsoplossing en hulp bij problemen Overzicht a) Stekkersymbool (20) knippert b) Batterijsymbool (21) knippert of is aan c) Toetsenbord kan niet worden bediend d) PIN voor de toegangsblokkering van het configuratiemenu vergeten e) Een aangemaakt programma functioneert niet f) Bij het oproepen van lichtscènes of van de functie Komen blijft een draadloze verzonken schakelactor 1-kanaals altijd uitgeschakeld, hoewel...
Pagina 191
Bijlage A – Storingsoplossing en hulp bij storingen a) Stekkersymbool (20) knippert De 230 V-voeding is gestoord of onderbroken. Controleer of de voedings- leiding correct is aangesloten en of de bijbehorende zekering in orde is. b) Batterijsymbool (21) knippert of is aan De gebruikte batterijen zijn zwak (symbool aan) en moeten binnenkort worden vervangen.
Pagina 192
Bijlage A – Storingsoplossing en hulp bij storingen f) Bij het oproepen van lichtscènes of de functie Komen blijft een draadloze verzonken schakelactor 1-kanaals altijd uitgeschakeld, hoewel een andere helderheidswaarde opgeslagen moet zijn. Lichtscène: Neem de aanwijzing bij de draadloze verzonken schakelactor 1-kanaals in het hoofdstuk 3.3.1 "Opslaan en wijzigen van lichtscènes"...
Pagina 193
Bijlage A – Storingsoplossing en hulp bij storingen j) Er treden tijdsvertragingen op tussen de activering van de zender en het daadwerkelijk uitvoeren van de actie in de actor (ontvanger). Indien voor een verbetering van de reikwijdte in uw draadloze installatie een externe repeater is gebruikt, moet deze in de draadloze controller ook aangemeld zijn.
Pagina 194
Bijlage B - Serie- en versienummers B) Serie- en versienummers In het menu vindt u onder „Configuratie - Systeem - Informatie“ de serie- en versienummers van uw draadloze controller. Noteer de nummers hier, zodat u deze ter beschikking heeft voor servicedoeleinden: 1: * _ _ _ _ _ _ _ _ * 2: * _ _ _ _ _ _ _ _ *...
Bijlage B - Technische gegevens C) Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Batterijen: 5 x Micro, AAA 1,5 V, LR 03 Omgevingstemperatuur: 0 tot + 40 °C Opslag-/ transporttemperatuur: -12 tot + 65 °C Zendfrequentie: 433,42 MHz, ASK Zenderreikwijde: max.
D) Garantie Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. U gelieve het apparaat franco met een beschrijving van de fout/storing aan onze centrale service-afdeling te zenden. ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Service Center Kupferstr. 17-19 D-44532 Lünen Service-Line: +49 (0) 23 55 .
Pagina 198
ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Volmestraße 1 58579 Schalksmühle http://www.jung.de...