Camera
De camera leren kennen
1
Kleur en helderheid
2
Schakel tussen de camera aan de voorzijde en de hoofdcamera
3
Camera-instellingen
4
Sla uw locatie op
5
Gebruik de volumetoetsen om in en uit te zoomen
6
Tik op het miniatuur om foto's en video's weer te geven, te delen of te bewerken
7
Schakel om tussen foto's maken en video's opnemen
8
Gebruik de sluiterknop om foto's te maken of video's op te nemen
9
Ga terug of sluit de camera af
10
Selecteer een opnamemodus
11
Menu Scènekeuze
12
Flitserinstellingen
13
Selecteer een beeldverhouding
14
Cameralens aan de voorzijde
Basistips voor de camera
•
Zorg dat de lens schoon is. Een vingerafdruk of kleine vetvlek kan de kwaliteit van
de foto verminderen.
•
Gebruik de zelfontspanner als extra tijd nodig hebt om klaar te staan, of om
onscherpe foto's te voorkomen.
•
Controleer regelmatig de geheugenstatus van het apparaat. Foto's en video's met
een hoge resolutie verbruiken meer geheugen.
De camera starten
•
Veeg
(pictogram Camera) vanaf het vergrendelingsscherm.
•
Tik op het Applicatiescherm op
•
Druk tweemaal op de aan-uitknop.
Sluiterknop
De sluiterknop wordt op verschillende manieren gebruikt, afhankelijk van de
opnamemodus en de geactiveerde functies.
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlijk gebruik.
(pictogram Camera).
77