Veel voorkomende problemen oplossen
De volgende tabel vermeldt mogelijke problemen, de mogelijke oorzaak van elk probleem en de aanbevolen
oplossingen:
Probleem
Aan/uit-lampje brandt niet.
Scherm is leeg.
De beelden verschijnen
wazig, onduidelijk of te
donker.
Het beeld is niet gecentreerd.
"Controleer videokabel"
wordt op het scherm
weergegeven.
"Signaal In buiten bereik"
wordt op het scherm
weergegeven.
Het beeld is wazig en
vertoont dubbelbeelden of
schaduweffecten.
Kan de monitor niet op de
optimale resolutie instellen.
Kan geen audio horen uit de
ingebouwde- speakers.
Gebruikershandleiding
Oplossing
Controleer of u wel op de aan/uit-knop hebt gedrukt en of het netsnoer stevig in een geaard
stopcontact en in de monitor zit.
Selecteer Beheer in het OSD-menu en selecteer Aan/uit-lampje paneel. Controleer of de
optie Aan/uit-lampje paneel is ingesteld op Uit. Als dat het geval is, stelt u de optie in op Aan.
Netsnoer aankoppelen. Schakel de computer in.
Sluit de videokabel juist aan. Zie "De monitor installeren" voor meer informatie.
Druk op een toets op het toetsenbord of beweeg de muis om de functie die het scherm
leegmaakt-, uit te schakelen.
Druk op de knop Auto/OK op het zijpaneel van de monitor. Als dit het beeld niet corrigeert,
drukt u op de knop Menu om het OSD-menu te openen en past u de instelling voor helderheid
en contrast aan.
Druk op de knop Menu om het OSD-menu te openen. Selecteer Beeldbesturing en selecteer
vervolgens Horizontale positie of Verticale positie om de positie van het beeld aan
te passen.
Sluit de VGA-signaalkabel van de monitor aan op de VGA-connector van de computer. Zorg
ervoor dat de computer is uitgeschakeld terwijl u de videokabel aansluit.
Start uw computer opnieuw op en ga naar Veilige modus. Wijzig uw instellingen naar een
ondersteunde instelling (zie de tabel in "Vooraf ingestelde videomodi" in Bijlage B). Start uw
computer opnieuw op om de nieuwe instellingen in werking te laten treden.
Pas het contrast en de helderheid aan.
Zorg ervoor dat u geen verlengkabel of schakelkast gebruikt. We raden u aan om de monitor
rechtstreeks aan te sluiten op de connector van de videokaart aan de achterzijde van uw
computer.
Dit probleem is mogelijk te verhelpen met de functie Automatisch aanpassen.
Controleer of de grafische kaart de optimale resolutie ondersteunt.
Zorg ervoor dat het meest actuele ondersteunde stuurprogramma is geïnstalleerd voor de
grafische kaart. Voor HP- en Compaq-systemen, download het meest recente grafische
stuurprogramma voor uw systeem van: www.hp.com/support. Voor andere systemen,
ga naar de website voor uw grafische kaart.
Doe het volgende:
Controleer of het bronsignaal goed is door de hoofdtelefoon te gebruiken.
■
Druk op de knop Menu om het OSD-menu te openen. Selecteer Beheer en selecteer
■
Volume om het volume aan te passen.
Zet het volume hoger met de volumeknop op het zijpaneel.
■
Controleer of het speakervolume niet gedempt is of te laag staat: Klik op de knop Start
■
van Windows Vista™
onder Audioapparaten en geluidsthema's op Systeemvolume aanpassen. Verplaats
de schuifregelaar onder Hoofdvolume omhoog.
Problemen oplossen
, Configuratiescherm en Hardware en geluid. Klik
A
A-1