Installeren en aansluiten
staan de WCD en de besturingskast weergegeven. In de besturingskast bevinden zich aansluit-
klemmen waarop kabels met schroefogen kunnen worden bevestigd. De kabels kunnen via een
kabeldoorvoer aan de onderzijde naar de besturingskast worden geleid. In figuur 2 zijn de aan-
sluitklemmen in detail weergegeven.
Sluit alleen goedgekeurde of door Bredenoord meegeleverde stekers of kabels aan op het aggre-
gaat.
Controleer of de aansluitklemmen en kabelschoenen aan de kabels schoon en vuilvrij zijn.
-
Breng de kabels alleen via de kabeldoorvoer naar binnen. Het deurtje van de besturingskast-
-
moet tijdens bedrijf gesloten zijn.
Gebruik degelijk gereedschap om de kabels aan de sluiten.
-
De moer moet niet lostrillen dus draai het voldoende vast maar verniel de schroefdraad niet.
-
Vast is vast.
Gebruik altijd een gezekerde verdeelkast om gebruikers aan te sluiten op het aggregaat.
-
Bij het gebruik van een tijdelijk noodstroomaggregaat moet men ernaar streven de installatie aan
te sluiten volgens het TN-stelsel met gebruik van een aardpen.
Is het praktisch niet mogelijk het TN-stelsel te gebruiken (bijvoorbeeld omdat er geen aardpen
geslagen kan worden), dan is het UI-stelsel aan te raden.
3.2.1
Het TN-stelsel
Figuur 2
© - Bredenoord Aggregaten – 100 kVA v1.0 oktober 2008
Figuur 1
Aansluitklemmen
Kabeldoorvoer
Aardrail
8