Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HWAM 3420 Gebruiksaanwijzing pagina 9

Inhoudsopgave

Advertenties

achterplaat heeft een uitsparing voor het rookkanaal. Breek de plaat binnen deze uitsparing
af zodat een gat in de achterwand ontstaat waar het rookkanaal in past.
6. Demontage van afdekplaat (3). Demonteer de afdekplaat aan de achterzijde van de kachel door
de drie schroeven te verwijderen (Torx Bit nr. 30). Nu kan de afdekplaat worden verwijderd.
7. Demontage van rookring (4). Demonteer de rookring aan de bovenzijde van de kachel door
de drie schroeven te verwijderen. Nu kan de rookring worden verwijderd.
8. Montage van rookring (4). Plaats de rookring in het rookafvoergat achter op de kachel en zet
deze vast met de drie schroeven.
9. Montage van afdekplaat (3). Plaats de afdekplaat boven het gat boven op de kachel en zet
deze vast met de drie schroeven.
10. Montage van achterplaat (2a). Plaats de achterplaat op de geleidepennen achter op de bodem-
plaat van de kachel. Druk de achterplaat vervolgens naar de kachel toe. Til de achterplaat op
en druk deze voorzichtig naar binnen tot hij op zijn plaats valt.
11. Montage van warmteschild (2b). Monteer het warmteschild weer achterop de houtkachel.
12. Montage van het front van het warmtemagazijn (18). Plaats het front op het warmtemagazijn
en draai de 4 schroeven (19) aan.
13. Montage van de topplaat van de kachel (1). Plaats de topplaat op de beslagen en schroef
deze weer vast met de vier schroeven, twee aan elke kant.
14. Montage van zijwanden. Plaats de zijwanden op de geleidepennen in de bodemplaat van de
kachel en duw ze naar de kachel. Til de zijwanden op en druk deze voorzichtig naar binnen
tot ze op hun plaats vallen.
Als accessoire is een bovendeksel verkrijgbaar waarmee de opening in de bovenplaat kan worden
afgedekt als de houtkachel voorzien wordt van een rookafvoer aan de achterzijde.
Aansluiting op de schoorsteen
Alle kachels hebben een achter- en een bovenaansluiting voor de rookafvoer. De kachel kan op
een goedgekeurde stalen schoorsteen met bovenaansluiting of rechtstreeks op de achteraansluit-
ing van een schoorsteen worden aangesloten.
Wees heel grondig bij het controleren of de schoorsteen dicht is en of er geen valse trek is bij de
afdekplaat bij de afgedichte rookafvoer, de schoonmaakklep of bij de buisverbindingen. Merk
op dat het
effect van de schoorsteentrek sterk wordt verminderd bij een barst in het schoorsteenkanaal of in de
horizontale rookkanalen.
Verticale doorsnede van de rookafvoer (Tekening B en C)
B: Rookafvoer langs boven
C: Rookafvoer langs achter
• Stalen schoorsteen (9).
• De bocht (10) past inwendig op het aansluitstuk van de kachel.
• Gemetselde schoorsteenwand (11).
• Ingemetselde mof (12). Past op de rookpijp.
• Muurrosace (13). Verbergt reparatie rond de gemetselde mof.
• Pakking (14). Wordt gedicht met dichtingsstrip.
• Rookkanalen (15) van de HWAM kachel.
• Regelschuif (16)in rookpijp.
• Reinigingsluikje (17).
Het monteren van afzonderlijke delen
Controleer voor het opstellen van de kachel of alle afzonderlijke delen correct gemonteerd zijn.
Controleer of alle isolatieplaten correct zijn geplaatst in de verbrandingskamer, d.w.z. dat de
bodemplaat horizontaal ligt en dat de zijplaten verticaal zijn geplaatst en dicht tegen de stalen
zijkanten en de bodemplaat aanliggen.
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3520

Inhoudsopgave