3.3
Programmeren instelling en telefoonnummer
Voordat u een instelling kunt programmeren met een TDK toestel aangesloten op
poort 1 moet eerst de programmeerstand bereikt zijn. Deze programmeerstand
bereikt u als volgt:
1 Trek de stekker van de voeding uit de 230 V wandcontactdoos.
2 Steek de stekker van de voeding in de 230 V wandcontactdoos, terwijl u de
toets toets config ingedrukt houdt, totdat de gele LED van poort 1 snel
knippert.
3 Neem de hoorn van het op poort 1 aangesloten TDK toestel op.
4 Selecteer een instelling 1 - 7.
# 0 n *
> Na een correct ingevoerde programmering hoort u een bevestigingstoon van
1 seconde.
Als een programmering niet wordt geaccepteerd dan hoort u enkele korte
weigeringstoontjes.
Indien programmering van telefoon nummers (instelling 1 -3 ) niet nodig is
verlaat dan de programmeerstand zoals beschreven bij stap 7.
5 Programmeer telefoonnummer 1:
# 1 n *
> Na een correct ingevoerde programmering hoort u een bevestigingstoon van
1 seconde.
Als een programmering niet wordt geaccepteerd dan hoort u enkele korte
weigeringstoontjes.
Indien programmering van telefoonnummer 2 niet nodig is verlaat dan de
programmeerstand zoals beschreven bij stap 7.
6 Programmeer telefoonnummer 2:
# 2 n *
> Na een correct ingevoerde programmering hoort u een bevestigingstoon van
1 seconde.
Als een programmering niet wordt geaccepteerd dan hoort u enkele korte
weigeringstoontjes.
7 Verlaat de programmeerstand door de toets config in te drukken totdat u een
bevestigingstoon hoort (na ca. 3 sec), leg daarna pas de hoorn neer.
(n = 1 ....7) Afhankelijk van de gekozen instelling is het
noodzakelijk telefoonnummer 1 en/of 2
te programmeren.
(n = 6 of 7 cijferig abonneenummer bijvoorbeeld 1234567)
(n = 6 of 7 cijferig abonneenummer bijvoorbeeld 1234567)