Ga als volgt te werk om de microprocessor te vervangen:
1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur
uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels
die op de computer zijn aangesloten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 72.
3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
4. Zoek het systeembord en ontkoppel alle kabels die daarop zijn aangesloten. Zie 'Onderdelen op de
systeemplaat' op pagina 6.
5. Verwijder het koelvinblok en de ventilatoreenheid. Zie 'Het koelvinblok en de ventilatoreenheid
vervangen' op pagina 85.
Opmerking: Leg het koelelement met ventilatoreenheid op zijn zijkant, zodat het thermische vet niet
ergens mee in contact komt.
6. Til de kleine hendel
Figuur 31. Toegang tot de microprocessor krijgen
7. Til de microprocessor recht uit de microprocessoraansluiting.
1
op zodat de microprocessor
2
vrijkomt van de systeemplaat.
.
Hoofdstuk 9
Hardware installeren en vervangen
89