Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin CHYHBH05AA Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur pagina 53

Inhoudsopgave

Advertenties

#
Code
[7.7.1.1]
[1‑00]
Weersafhank verwarm instellen:
T t
[1‑01]
[1‑02]
[1-02]
[1‑03]
[1-03]
▪ T
(primair)
▪ T
#
Code
[7.7.1.1]
[1‑00]
<< vervolg
[1‑01]
▪ [1‑00]:
buitenomgevingstemperatuur.
[1‑02]
40°C~+5°C (standaard: –10°C)
[1‑03]
▪ [1‑01]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C (standaard: 15°C).
▪ [1‑02]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
eronder valt.
[9‑01]°C~[9‑00]°C (standaard: 60°C).
Noot: Deze waarde moet hoger zijn
dan
buitentemperaturen
nodig is.
▪ [1‑03]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
hoge
erover komt.
[9‑01]°C~min(45,
(standaard: 35°C).
Noot: Deze waarde moet lager zijn
dan
buitentemperaturen
water nodig is.
CHYHBH05+08AA + EHYKOMB33A
Daikin hybride voor multiwarmtepomp – warmtepompmodule
4P471761-1 – 2016.12
Beschrijving
[1-00]
[1-01]
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
: Buitentemperatuur
a
vervolg >>
Beschrijving
Lage
Hoge
Gewenste
als
omgevingstemperatuur
[1-03],
omdat
bij
warmer
water
Gewenste
als
omgevingstemperatuur
[9‑00])°C
[1-02],
omdat
bij
hoge
minder
warm
#
Code
[7.7.1.2]
[1‑06]
[1‑07]
[1‑08]
[1‑09]
T a
de
of
lage
INFORMATIE
Om zowel het comfort als de werkingskosten te
optimaliseren, wordt geadviseerd de weersafhankelijk
werking op basis van een instelpunt te kiezen. Stel de
de
instellingen zorgvuldig in, omdat ze een grote invloed
hebben op de werking van de warmtepomp, alsook van de
of
ketel. Een te hoge aanvoerwatertemperatuur kan als
gevolg hebben dat de ketel constant blijft werken.
De aanvoerwatertemperatuur: Secundaire zone
Alleen van toepassing als er 2 aanvoerwatertemperatuurzones zijn.
#
Code
[A.3.1.2.1]
Nvt
8 Configuratie
Beschrijving
<< vervolg
▪ [1‑06]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C (standaard: 20°C)
▪ [1‑07]:
buitenomgevingstemperatuur.
25°C~43°C (standaard: 35°C)
▪ [1‑08]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
als
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
eronder valt.
Tussen de minimum en de maximum
aanvoerwatertemperatuur
[9‑03]°C~[9‑02]°C (standaard: 22°C).
Noot: Deze waarde moet hoger zijn
dan
[1-09],
omdat
bij
buitentemperaturen
minder
water voldoende is.
▪ [1‑09]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
als
buitentemperatuur gelijk is aan de
hoge
omgevingstemperatuur
erover komt.
Tussen de minimum en de maximum
aanvoerwatertemperatuur
[9‑03]°C~[9‑02]°C (standaard: 18°C).
Noot: Deze waarde moet lager zijn
dan
[1-08],
omdat
bij
buitentemperaturen
kouder
nodig is.
Beschrijving
AWT inst modus:
▪ Absoluut:
De
gewenste
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ NIET
weersafhankelijk
betekent: NIET afhankelijk van de
buitenomgevingstemperatuur)
▪ vast over de tijd (wat betekent:
NIET gepland)
▪ Weersafh (standaard): De gewenste
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ weersafhankelijk
(wat
betekent:
afhankelijk
van
buitenomgevingstemperatuur)
▪ vast over de tijd (wat betekent:
NIET gepland)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Lage
Hoge
de
of
lage
koud
de
of
hoge
water
(wat
de
53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Chyhbh08aaEhykomb33a

Inhoudsopgave