Modellen 225- -006, 225- -026,
240- -880 en 240- -881 (Afb. 3)
1.
Bij modellen 225--006 en 240--880: Zet het plateau (3) in
elkaar zoals afgebeeld in de onderdelentekening blz. 14.
Bij modellen 225--026 en 240--881: Zet de wagen (3) in
elkaar zoals afgebeeld in de onderdelentekening blz. 13.
2.
Verwijder het verloopstuk van de vloeistofuitlaat dat bij
de pomp geleverd is, en schroef de holster (6) in de
pompuitlaat, met gebruikmaking van schroefdraad-
afdichtmiddel.
3.
Plaats een open vat van 54 kg vet op het plateau of de
wagen, en zet het vast met de neerhoudklemmen. Ge-
bruik de klemmen (3e) met stompe uiteinden alleen met
vaten van fiber ( die zitten alleen bij modellen 225--006
en 240--880 ). Gebruik de puntige klemmen (3d) alleen
met stalen vaten. De klemmen moeten over de onder-
rand van het vat heen vallen. Draai de duimschroe-
ven (3c) aan.
4.
Duw de volgplaat (5) stevig omlaag op het vet, en ver-
draai de plaat om luchtbellen en kanaalvorming te voor-
komen. Steek de pomp door het deksel (4). Schuif het
deksel ver genoeg omhoog om de pomp gemakkelijk
door de doorvoer in de volgplaat te laten schuiven.
5.
Zet het deksel met de duimschroeven (A) vast op het
vat. Het is niet nodig om de pomp op het deksel vast te
schroeven.
6.
Verbind pistool (2b) en slang (2a) aan elkaar, en sluit de
slang aan op de vloeistofuitlaat van de pomp.
7.
Sluit de nippel (2d) aan op de luchtinlaat van de pomp of
van het luchtreduceerventiel (7b), afhankelijk van de
situatie. Sluit de snelkoppeling (2c) aan op de luchttoe-
voerslang.
6
307- -878
Installatie
2c, 2d
2b
Afb. 3
7b
4
5
Afgebeeld model 240- -881
2a
6
A
3
3c
3d
3e
$