Code
Soort Betekenis
C0
288
3
De waterdruk is te hoog of de contacten van
de druksensor zijn onderbroken.
C0
289
3
De contacten van de druksensor zijn kortge-
sloten.
CA
286
3
De retourtemperatuursensor heeft een cv-re-
tourtemperatuur gemeten die hoger is dan
105 °C.
CU
240
3
De contacten van de retourtemperatuursen-
sor zijn kortgesloten.
3
CY
241
De contacten van de retourtemperatuursen-
sor zijn onderbroken.
E1
242
3
De besturingsunit of HCM is defect.
243
244
245
247
248
249
255
257
3
EA
246
252
253
EC
251
3
256
EF
254
3
EH
250
3
258
262
EL
259
2 3
279
290
EP
287
EY
263
3
EE
554
—
De besturingsunit ziet een interne fout.
EE
657
—
H--
—
Er is geen onderhoudsperiode ingesteld.
H01
—
De rookgastemperatuur is hoger dan nor-
maal.
H02
—
De ventilator draait langzamer dan normaal. ▶ Reinig of vervang de ventilator van het cv-toestel.
H03
—
Het aantal branderuren voor de volgende on-
derhoudsbeurt is verlopen.
H07
—
De gemeten cv-waterdruk is te laag. Het ver-
mogen voor zowel cv-bedrijf als voor warm-
waterbedrijf wordt beperkt.
H11
—
De warmwateruitstroomtemperatuursensor
is defect. De functie wordt overgenomen
door de software van het cv-toestel.
H12
—
De warmwateruitstroomtemperatuursensor
is defect. De functie wordt overgenomen
door de software van het cv-toestel.
H13
—
De ingestelde onderhoudsperiode is verstre-
ken.
h13
—
Onderhoudsperiode is ingesteld.
H25
—
De contacten van de druksensor zijn onder-
broken.
TrendLine • 6720882261 (2021/03)
Bedrijfs- en storingsmeldingen | 11
Oplossing
▶ Controleer de cv-waterdruk (< 3 bar).
▶ Controleer de connector van de druksensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de druksensor te vervan-
gen.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van de retourtemperatuursen-
sor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de retourtemperatuursen-
sor te vervangen.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de besturingsunit.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de besturingsunit te vervan-
gen.
▶ Reset het cv-toestel.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de besturingsunit te vervan-
gen.
▶ Stel indien gewenst het onderhoudsperiode in.
▶ Voer het onderhoud aan het cv-toestel uit.
▶ Voer het onderhoud aan het cv-toestel uit.
▶ Reset de onderhoudsperiode na het uitvoeren van het onderhoud.
▶ Ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Vul de cv-installatie zo nodig bij.
▶ Controleer de bekabeling van de betreffende sensor.
▶ Vervang de sensor indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling van de betreffende sensor.
▶ Vervang de sensor indien nodig.
▶ Voer het onderhoud aan het cv-toestel uit.
▶ Reset de onderhoudsperiode na het uitvoeren van het onderhoud.
Geen actie.
▶ Controleer de bekabeling van de betreffende sensor.
▶ Vervang de sensor indien nodig.
37