11 | Bedrijfs- en storingsmeldingen
Code
Soort Betekenis
2P
212
—
De gemeten temperatuur door de aanvoer-
temperatuursensor of de safetytemperatuur-
sensor, stijgt te snel.
2P
341
—
De gemeten temperatuur door de aanvoer-
temperatuursensor of de retourtemperatuur-
sensor, stijgt te snel.
2P
342
—
De gemeten temperatuur door de aanvoer-
temperatuursensor stijgt te snel.
2U
213
2
De gemeten temperatuur tussen de aanvoer-
en de retourtemperatuursensor is te groot.
2U
349
2
Het op laaglast gemeten temperatuurverschil
tussen de aanvoertemperatuursensor. en de
retourtemperatuursensor is te groot.
2Y
281
—
De pomp zit vast of draait in lucht.
2Y
282
2 3
Het stuursignaal van de pomp ontbreekt.
3A
264
2
Het stuursignaal of de spanning van de venti-
lator is tijdens bedrijf weggevallen.
3
3C
217
Het ventilatortoerental is onregelmatig tij-
dens het opstarten.
3F
273
2
Het cv-toestel is maximaal 2 minuten uitge-
schakeld geweest, omdat het cv-toestel ge-
durende 24 uur continu in bedrijf is geweest.
Dit is een veiligheidscontrole.
3L
214
3
De ventilator draait niet tijdens de opstartfa-
se (283).
3P
216
3
Het ventilatortoerental is te laag.
3Y
215
3
Het ventilatortoerental is te hoog
4A
218
3
De aanvoertemperatuursensor heeft een
temperatuur gemeten die hoger is dan
4A
332
3
105 °C.
4E
278
3
De sensortest is mislukt.
4E
347
2
De retourtemperatuursensor heeft een hoge-
re cv-watertemperatuur gemeten dan de aan-
voertemperatuursensor. Na 10 minuten volgt
een herstart.
4F
219
2
De safetytemperatuursensor heeft een tem-
peratuur gemeten die hoger is dan 105 °C.
4L
220
2
De contacten van de safetytemperatuursen-
sor zijn kortgesloten of de safetytempera-
tuursensor heeft een temperatuur gemeten
die hoger is dan 130 °C.
34
Oplossing
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de betreffende
sensoren. Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor. Vervang het onderdeel
indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp. Vervang het onder-
deel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
▶ Controleer de werking van de ventilator. Vervang het onderdeel indien no-
dig.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
▶ Controleer de connectors van de besturingsunit.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de besturingsunit te vervan-
gen.
Geen actie.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
▶ Controleer de connectors van de besturingsunit.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de besturingsunit te vervan-
gen.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de aanvoertem-
peratuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de sensoren.
▶ Controleer de werking van de sensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer of de bekabeling van de retour- en aanvoertemperatuursensor
niet zijn omgedraaid.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de betreffende sensoren.
▶ Controleer de werking van de betreffende sensoren. Vervang het onder-
deel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor. Vervang het onderdeel
indien nodig.
TrendLine • 6720882261 (2021/03)