Veiligheidsinstructies
Voertuigen en verkeersveiligheid
Als bestuurder/-ster van een voertuig draait het allereerst om het volgende: veiligheid in het
wegverkeer en van de verkeersdeelnemers. Het gebruik van de mobiele telefoon tijdens het rij-
den kan de aandacht afleiden en daardoor tot gevaarlijke situaties leiden. Bovendien kan dit een
overtreding betekenen van geldende wetgeving.
Gebruik een gekwalificeerde onderhoudsdienst
Installatie of reparatie van producten mag uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
Batterijen
Explosiegevaar bij verkeerde vervanging van de batterij.
Afvoer van gebruikte batterijen volgens de richtlijnen.
•
Verbrand of verhit batterijen nooit en voer ze niet af naar een hitte- of brandgevaarlijke
omgeving, om vrijkomen van batterijvloeistof, oververhitting, explosie of vuur te vermijden.
Demonteer of verander de batterij niet en las niet aan de batterij. Bewaar de batterij niet in
een omgeving met blootstelling aan sterke mechanische invloeden.
•
Doorboor de batterij niet met scherpe voorwerpen. Hierdoor kan batterijvloeistof vrijkomen,
de batterij oververhit raken, exploderen of vlam vatten. Het pletten, verhitten of verbranden
van batterijen is streng verboden.
•
Gebruik geen scherpe voorwerpen, bijvoorbeeld een schroevendraaier, om de batterij aan te
raken en te doorboren. In alle bovengenoemde gevallen bestaat het gevaar dat de batterij
vlam vat en verbrandt.
•
Wanneer elektrolyt van de batterij in de ogen komt, kan dit leiden tot verlies van het
gezichtsvermogen. Wanneer elektrolyt in aanraking komt met de ogen, wrijf dan niet met de
handen in het oog. Spoel het betreffende oog onmiddellijk grondig uit met schoon water en
raadpleeg een arts. Wanneer elektrolyt in aanraking komt met de huid (of met kleding)
bestaat gevaar voor brandwonden. Spoel de huid of het kledingstuk onmiddellijk grondig af
met schoon water met zeep en raadpleeg indien nodig een arts.
•
Gebruik de batterijen nooit voor een ander dan het aangegeven doel. Gebruik nooit een
beschadigde batterij. Wanneer de batterij tijdens het gebruik, het opladen of de opslag heet
wordt, verkleurt, vervormt of lek raakt, dient u de batterij om veiligheidsredenen onmiddel-
lijk te vervangen door een nieuwe batterij.
•
De batterij is niet waterdicht. Gebruik of laad de batterij nooit in een keuken of badkamer, of
op locaties met een hoge temperatuur of hoge vochtigheid.
•
De temperatuur van de batterij stijgt tijdens het laden. Bewaar de batterij niet op dezelfde
plek als ontvlambare producten, hierdoor ontstaat brandgevaar.
•
Maak alleen een USB-verbinding met USB-versie 2.0 of hoger.
•
Let op: voer batterijen af volgens de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk Afval en milieubescher-
¢
ming
pagina 87).
Lader
•
Gebruik de lader alleen binnen.
•
Tijdens het laden moet het stopcontact goed toegankelijk zijn.
•
Voer tijdens het laden geen telefoongesprekken en kies geen nummers.
•
Tijdens onweer bestaat gevaar voor een elektrische schok.
8