Netwerkverbindingen
Namen van toegangspunten
Aan de hand van deze instellingen kan uw mobiele aanbieder de juiste IP-adressen voor uw
toestel doorsturen en een veilige verbinding voor uw toestel tot stand brengen.
Mobiele netwerken
Selecteer uw netwerkbeheerder uit de beschikbare netwerken.
Twee simkaarten gebruiken
¤
Instellingen
op plaats 1 en 2 worden weergegeven
Simkaart buiten bedrijf nemen/in bedrijf stellen:
Informatie weergeven:
¤
tik op een invoer . . . de naam van de simkaart, de kleur die voor de kaart wordt gebruikt, de
mobiele aanbieder en het telefoonnummer worden weergegeven. U kunt de naam en de
weergavekleur wijzigen.
Voor de volgende functies de voorkeurs-simkaart instellen:
•
Mobiele gegevens
Voor de mobiele gegevensoverdracht kan slechts één simkaart worden gebruikt.
•
Oproepen
U kunt een simkaart voor alle uitgaande oproepen instellen of voor elke oproep laten vragen
welke simkaart moet worden gebruikt.
•
Sms'jes
Voor het verzenden van SMS-berichten kan één simkaart worden ingesteld.
Wanneer u een nieuwe simkaart plaatst of een aanwezige vervangt, moet u de toe-
wijzing evt. opnieuw uitvoeren.
WLAN
Maak met de smartphone een verbinding met een WLAN en gebruik de verbinding voor het ver-
zenden van gegevens of voor het surfen op internet.
Als de smartphone zich in de omgeving van een geregistreerd WLAN bevindt en de WLAN-func-
tie is ingeschakeld, wordt automatisch een verbinding tot stand gebracht.
WLAN-functie in-/uitschakelen
¤
Veeg vanaf de statusbalk met twee vingers omlaag . . . de snelle instellingen worden
weergegeven
of
¤
Instellingen
de schakelaar Aan/Uit
Wanneer WLAN is geactiveerd, wordt in de statusbalk het symbool
bool geeft de signaalsterkte in vier stappen weer. Kleine pijlen in het symbool geven aan dat er
gegevens worden verzonden.
72
Draadloos en netwerken – Simkaarten . . . herkende simkaarten
tik op het WLAN-symbool
Draadloos en netwerken – Wifi
activeer/deactiveer met de schakelaar
activeer/deactiveer WLAN met
weergegeven. Het sym-