10-Installatie
10.6 Draineerwater verbinding
Bevestig de waterafvoerslang correct op de leidingen. De slang moet een punt bereiken
tussen 80 en 100 cm boven de onderste lijn van het apparaat! Indien mogelijk, moet u de
afvoerslang altijd bevestigd houden met de klep op de achterzijde van het apparaat.
WAARSCHUWING!
▶ Gebruik enkel het geleverde slangenset voor de aansluiting.
▶ U mag nooit oude slangensets opnieuw gebruiken!
▶ Uitsluitend aansluiten op een toevoer van koud water.
▶ U moet controleren of het water zuiver en helder is voor u de verbinding tot stand brengt.
10-6
10-7
10-8
OPGELET!
▶ De afvoerslang moet ondergedompeld zijn in water en ze moet beveiligd worden en
lekvrij zijn. Als de afvoerslang op de vloer wordt geplaatst of als de leiding op minder
dan 80 cm hoog wordt aangebracht, zal de wasmachine doorlopend blijven draineren
terwijl ze word opgevuld (zelf-overheveling).
▶ Afvoerslang mag niet worden verlengd. Indien noodzakelijk neemt u contact op met
de dienst na verkoop.
28
De volgende verbindingen zijn mogelijk:
10.6.1 Afvoerslang naar wastafel
Hang de afvoerslang met de U-steun over de
▶
rand van een voldoende grootte wastafel (Afb.
10-6).
Bescherm de U-steun voldoende tegen slippen.
▶
10.6.2 Afvoerslang naar afvalwaterverbinding
De interne diameter van de standpijp met venti-
▶
latieopening moet minimum 40 mm zijn.
Plaats de afvoerslang ca. 80 mm in de afvalwater-
▶
leiding.
Bevestig de U-steun en beveilig hem (Afb. 10-7).
▶
10.6.3 Afvoerslang naar wastafel aansluiting
De verbinding moet boven de sifon
▶
Een tapkraanverbinding wordt gewoonlijk afge-
▶
sloten met een dop (A). Deze moet worden ver-
wijderd om defecten te voorkomen (Afb. 10-8).
Beveilig de afvoerslang met een klem.
▶
NL