onderkant van de pan.
• Snelle verwarming.
• Kleinere kans op brandwonden, omdat het
kookoppervlak enkel wordt verwarmd door
de onderkant van de pan; overgekookt
voedsel bakt niet aan.
Vermogensbeheer
De plaat is voorzien van een
vermogensbeheermodule die het verbruik
optimaliseert/beperkt. Als de gezamenlijk
ingestelde vermogensniveaus de maximale
toegelaten limiet overschrijden, beheert de
elektronische kaart automatisch het door de
kookplaten afgegeven vermogen. De module
GEBRUIK
Voorbereiding
Algemene veiligheidswaarschuwingen.
• Verwijder eventuele beschermfolie aan de
binnen- en buitenzijde van het apparaat en
de accessoires (indien aanwezig).
• Verwijder eventuele etiketten (behalve het
plaatje met de technische gegevens).
Houders die geschikt zijn voor inductiekoken
De voor het inductiekoken gebruikte houders
moeten van metaal zijn en beschikken over
magnetische eigenschappen en een bodem
van geschikte afmetingen.
Geschikte houders:
• Recipiënten van geëmailleerd staal met
dikke bodem.
• Houders van gietijzer met geëmailleerde
bodem.
• Houders van meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Niet geschikte houders:
• Recipiënten van koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek en
terracotta.
Advies om energie te besparen
Om te controleren of de pan geschikt is, volstaat
het om een magneet tegen de onderkant te
houden: als de magneet wordt aangetrokken is
de pan geschikt voor een inductiekookplaat. Als
u niet over een magneet beschikt, kunt u in het
91477A917/A
probeert het maximale leverbare
vermogensniveau te behouden. Als het symbool
verschijnt, betekent dit dat het niet meer
mogelijk is om het vermogensniveau van een
bepaalde kookzone te verhogen.
De als eerste chronologisch ingestelde
zone heeft de voorrang.
De module voor vermogensbeheer
heeft geen invloed op het totale
opgenomen vermogen van het
apparaat.
houder een kleine hoeveelheid water gieten,
het op een kookzone plaatsen en de plaat
inschakelen. Indien op het display het
symbool
verschijnt, is de pan niet geschikt.
Basisfuncties
Eerste elektrische aansluiting
Bij de eerste aansluiting op de
stroomvoorziening, of na een
stroomonderbreking en -herstel, wordt een
automatische controle uitgevoerd, waarbij de
controlelampjes en displays gedurende enkele
seconden worden ingeschakeld; daarna wordt
de toetsblokkering automatisch geactiveerd,
wat wordt aangegeven door het gaan branden
van het controlelampje. Houd de toets
minste 2 seconden ingedrukt om het apparaat
in te schakelen.
In- en uitschakeling
Druk op de toets
schakelen. Om het apparaat uit te schakelen,
moet de toets
worden ingedrukt tot er drie
geluidssignalen klinken.
om het toestel in te
GEBRUIK - 73
ten