Juni 2020
1.14
Instructies voor installaties in een explosiegevaarlijke
omgeving (E5 en E6)
Betrokken modelnummers:
2130**9E***********E5***
2130**9E***********E6***
2130**9M***********E5***
2130**9M***********E6***
("*" staat voor opties in constructie, functie en materiaal.)
De volgende instructies zijn van toepassing op apparatuur die valt onder
Productcertificering codes E5 en E6:
1. DE apparatuur kan worden gebruikt met ontvlambare gassen en
dampen binnen apparaatklasse 1, divisie 1, groep A, B, C en D.
2. Explosieveilige goedgekeurde versies van de 2130***E zijn
gecertificeerd voor gebruik in omgevingstemperaturen van –58 °F
tot 167 °F (–50 °C tot 75 °C), en met een maximale
procestemperatuur van 500 °F (260 °C).
Explosieveilige goedgekeurde versies van de 2130***M zijn
gecertificeerd voor gebruik in omgevingstemperaturen van –40 °F
tot 167 °F (–40 °C tot 75 °C), en met een maximale
procestemperatuur van 356 °F (180 °C)
3. Installatie van deze apparatuur moet worden uitgevoerd door
geschikt getraind personeel, in overeenstemming met de
toepasselijke praktijkcode.
4. Inspectie en onderhoud van deze apparatuur moet worden
uitgevoerd door geschikt getraind personeel, in overeenstemming
met de toepasselijke praktijkcode.
5. De gebruiker moet deze apparatuur niet repareren.
6. De certificering van deze apparatuur steunt volledig op de volgende
materialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt:
Productcertificeringen
Productcertificeringen
15