• Handleiding bij het opsporen van fouten
!
Belangrijke opmerking: wanneer aan de aandrijving gewerkt wordt dient steeds eerst de stekker uit het stopcontact te zijn getrokken!
Storing
De deur gaat niet helemaal dicht/open.
Na het sluiten gaat de deur weer een klein
stukje open.
De deur reageert niet op de door de handzender
geactiveerde impuls, maar wel op activering via
de druktoets of andere impulsgevers.
De deur reageert niet op de door de handzender
geactiveerde impuls en ook niet op andere
impulsgevers.
De reikwijdte van de handzender is te gering.
De deur werkt alleen in de dodemansmodus bij
enkel sluiten.
De deur stopt niet nadat een obstakel geraakt is.
De deur maakt lawaai bij op- en neergaan en
heeft zijwaarts speling.
Ik gebruik de deur constant maar ineens werkt
hij niet meer.
Er komt lawaai van de asuiteinden als de deur
bediend wordt.
• Zie weergegeven diagnose
Tijdens het bedrijf dient de weergave ter diagnose bij eventuele storingen.
Display
Toestand
Bediening is niet gereed voor uitvoering.
Bediening is gereed voor uitvoering.
Bediening ontvangt een geldige zendercode.
Bediening beweegt opwaarts.
Bediening beweegt opwaarts.
Bediening beweegt neerwaarts.
Bediening beweegt neerwaarts.
Deur sluit niet.
Elke 2,5 seconden een flits.
Elke 2,5 seconden twee flitsen.
Deur wil niet openen of sluiten.
Punt knippert elke 2,5 seconden.
Deur wil niet openen of sluiten.
Streep en punt knipperen opeenvolgend.
Mogelijke oorzaken
De mechaniek van de deur is veranderd.
De deur opent/sluit niet helemaal.
De eindpositie is niet correct ingesteld.
De deur wordt vlak vóór de dicht-positie geblokkeerd.
De eindpositie is niet correct ingesteld.
De batterij in de handzender is leeg.
Er is geen antenne aanwezig of de antenne is niet goed
gericht. Er is geen handzender geprogrammeerd.
Zie het diagnosedisplay.
De batterij in de handzender is leeg. Er is geen
antenne aanwezig of de antenne is niet goed gericht.
Het ontvangstsignaal wordt door de
constructie van het gebouw afgeschermd.
De veiligheidsbegrenzing van de dipswitch kan
verkeerd ingesteld zijn.
Losse bedrading van de veiligheidsbegrenzing/
fotocellen naar het bedieningspaneel.
Beschadigde veiligheidsbegrenzing/fotocellen.
De as is losgeraakt van de motor.
Motor is overhit.
Er zit vuil in de glijhaakjes (optilbeveiliging).
Oplossing
Regel de hoofdstroomvoorziening. Controleer interne zekering 3.15 A.
Een handzender is geactiveerd.
Bediening heeft een startimpuls gekregen.
Een handzender of pulsgever is nog steeds geactiveerd.
Bediening heeft een startimpuls gekregen.
Een handzender of pulsgever is nog steeds geactiveerd.
Veiligheidsbegrenzing is geactiveerd.
Fotocel is geactiveerd.
Noodstop is geactiveerd.
Controleer input G. Sluit deze input.
Veiligheidstest is in werking gesteld.
Trek kortstondig de stekker uit het stopcontact.
Oplossing
Laat de deur controleren
Stel de eindpositie opnieuw in
(menuopties
13
en
14
)
Haal het blokkerende obstakel weg.
Laat de eindpositie DICHT opnieuw instellen
Vervang de batterij in de handzender.
Steek de antenne in en richt deze.
Programmeer de handzender
12
Zie het diagnosedisplay
Vervang de batterij in de handzender.
Steek de antenne in en richt deze.
Sluit een externe antenne aan (accessoire).
Stel dipswitch 1 + 2 in volgens instructies in de
handleiding.
Controleer de bedrading van de veiligheidsbegren-
zing/ fotocellen naar het bedieningspaneel volgens
de instructies in de handleiding.
Vervang de veiligheidsbegrenzing/fotocellen.
Controleer of de motor goed in de trommel is
gedrukt en goed op zijn plaats wordt gehouden
door de schroef
Laat de motor 15 minuten rusten (afkoelperiode)
Maak de glijhaakjes schoon en spuit er olie op
Aan verandering onderhevig
13
15