4. Leg indien nodig de koelaccu's in het waterreservoir, om
een extra koeleffect te bereiken.
ð Let op de markering op de bodem van het
waterreservoir. De koelaccu's kunnen slechts vanaf een
kant worden ingelegd, omdat anders de pomp wordt
geblokkeerd.
5. Plaats het waterreservoir weer en vergrendel het met de
clip.
6. Controleer of het apparaat van buiten niet vochtig of nat is.
Veeg anders het apparaat droog.
Verdampingsfilter en luchtfilter plaatsen
Let op
Het apparaat mag in de bedrijfsmodus luchtkoeling niet
zonder verdampingsfilter worden gebruikt, omdat
anders de Koeling niet werkt.
Let op
Gebruik het apparaat nooit zonder geplaatst luchtfilter
bij de luchtinlaat!
Zonder luchtfilter vervuild het apparaat inwendig,
hierdoor kan de capaciteit worden verminderd en het
apparaat worden beschadigd.
8
• Zorg voor het inschakelen, dat het verdampingsfilter en het
luchtfilter zijn geplaatst.
Ventilatielamellen instellen
• Voor het inschakelen van het apparaat de
ventilatielamellen bij de luchtuitlaat instellen.
Netsnoer aansluiten
• Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
gezekerd stopcontact.
luchtkoeler PAE 11 / PAE 12
NL