Convert-functie (
Het volledige vriesgedeelte kan worden omgebouwd tot een ZeroZone-vak. De temperatuur in dit
gedeelte ligt op of iets onder 0°C. Bewaar daarom in dit gedeelte geen etenswaren die gevoelig zijn
voor lage temperaturen, aangezien deze hier kunnen bevriezen. Voordat u naar de ZeroZone-functie
overschakelt, moet u het vriesgedeelte leegmaken om te voorkomen dat het ingevroren voedsel
ontdooit en bederft.
•
De temperatuur instellen in het ZeroZone-compartiment: stel met de toets A de temperatuur
in tussen 2°C en +3°C.
•
De temperaturen zijn bij benadering en zijn afhankelijk van de temperatuurinstellingen in het
koelgedeelte, de omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en het
aantal producten dat in de koelkast is geplaatst. Door een hogere temperatuur in te stellen in het
ZeroZone-gedeelte zal ook de temperatuur in het koelgedeelte stijgen, en omgekeerd. Pas de
instelling aan de bedrijfsomstandigheden aan.
•
Wanneer de vriezer werkt in de ZeroZone-modus, dan kan de temperatuur in het koelcompartiment
alleen worden ingesteld tussen +4°C en +8°C. Wij raden een dergelijk gebruik alleen aan wanneer
de omgevingstemperatuur tussen +16°C en + 32°C ligt. Bij hogere of lagere temperaturen is het
niet mogelijk om toereikende temperaturen in het apparaat te garanderen.
•
Wanneer de Convert-functie is geactiveerd, worden alle andere extra functies uitgeschakeld.
•
De Convert-functie uitschakelen: door nogmaals lang op de toets te drukken C. U hoort een
pieptoon en het display C4 gaat uit.
)
•
De Convert-functie inschakelen: de toets C lang (5 seconden)
indrukken. U hoort een pieptoon en het display gaat branden C4.
•
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de temperatuur in het
vriescompartiment ingesteld op 0°C, terwijl de temperatuur van het
koelcompartiment wordt ingesteld op 4°C. "0°C" knippert op het
display A1 totdat de temperatuur in het vriescompartiment de juiste
temperatuur heeft bereikt. Wanneer deze temperatuur is bereikt,
brandt de indicator "0°C" constant.
21