actieve communicatie langer dan vijf seconden wegvalt. Dit kan gebeuren als de scanner uit het
telemetriecommunicatiebereik is verplaatst, of als geluid of storende objecten de communicatie
onderdrukken. Programmeropdrachten, waaronder reddingsschokken, zijn niet beschikbaar tot
telemetrie opnieuw is hersteld.
De telemetrieheraansluiting kan automatisch binnen een minuut gebeuren wanneer het SQ-RX
apparaat en de scanner binnen het telemetriebereik vallen.
NB: Wanneer de programmer actief met een SQ-RX apparaat communiceert, wordt het
laden van de pulsgenerator ter voorbereiding voor schoktoediening (na een opdracht
of in antwoord op gedetecteerde aritmie) door een geluidssignaal aangekondigd. Het
geluidssignaal blijft klinken totdat de schok is gegeven of afgebroken.
Offline gedrag
Wanneer de programmer niet actief communiceert met een SQ-RX apparaat, dan is hij offline.
Tijdens offline-sessies zijn de programmerinstellingen toegankelijk en kunnen opgeslagen
patiëntsessies weergegeven en/of afgedrukt worden.
Opgeslagen patiëntsessies
Tijdens een follow-up bezoek van de patiënt zal de programmer gegevens ophalen van het
geheugen van het SQ-RX apparaat. De programmer kan tot 15 patiëntsessies opslaan. Wanneer de
16e sessie gebeurt zal de programmer automatisch de oudste opgeslagen sessie vervangen door
nieuwe gegevens. Een opgeslagen sessie bevat de volgende informatie:
•
Opgeslagen S-ECG rapporten
•
Geschiedenis van episoden (waaronder gedownloade episoden)
•
Patiëntgegevens
•
Instellingen van geprogrammeerd apparaat
Om de opgeslagen patiëntsessies te bekijken:
1.
Selecteer de opgeslagen patiëntsessies van het opstartscherm.
2.
Selecteer de gewenste patiëntsessie.
22
WERKING VAN DE Q-TECH
PROGRAMMER
TM