INSTALLATEURS
Ontlucht iedere radiator totdat het
5
water normaal wegstroomt en draai
vervolgens de ontluchters dicht.
Open de verschillende
7
warmwaterkranen om de installatie
te ontluchten.
54
Laat de stop van de ontluchter
6
op de pomp open.
Controleer of het display een druk
8
tussen 1 en 2 bar aanduidt:
zoniet, water bijvullen.
1.5
bar
Regelingen
Aanpassing van het
vermogen in verwarming
Het maximale
A
verwarmingsvermogen
van de ketel kan worden
ingesteld op om het
even welk vermogen tussen
de waarden die vermeld
zijn op blz. 40.
Hierdoor wordt het
B
vermogen aan de werkelijke
behoeften van de installatie
aangepast en een te hoge
capaciteit vermeden,
terwijl een hoog rendement
gehandhaafd blijft.
Deze regeling gebeurt met
een schroevendraaier, zoals
hieronder weergegeven op
de potentiometer (A), gele-
C
gen aan de binnenkant van
het bedieningsbord.
Noot: Het verwarmingsver-
mogen verminderen heeft
geen enkele invloed op het
vermogen voor het verwar-
men van het sanitair water.
De ketels zijn in de fabriek
geregeld op 15 kW.
Werkingskeus op de printplaat
De stand van de 4 schakelaars (on/off) van de doos B
bepaalt de werking van de pomp en de maximum tempe-
ratuur van het verwarmingscircuit van de ketel.
1
Switch
2
Switch
> Pomp :
3
Switch
4
Switch
> Max.temp. :
Instelling van het debiet
in het verwarmingscircuit.
Het is noodzakelijk
dit debiet aan de installatie
aan te passen.
De verwarmingsketel
wordt geleverd met
schroef C van de
ingebouwde bypass
een 1/2 toer opengedraaid;
zo nodig deze schroef
meer open of dicht draaien
(b.v.: inschroeven om
de bypass dicht te draaien).
Zo kunt u de beschikbare
manometrische
opvoerhoogte aanpassen
aan het drukverlies
van de installatie
aan de hand van de
debiet/drukkromme (blz. 42).
Fabrieksregeling
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
continu
Met brander
continu
Met kamer
thermostaat
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
53°C
87°C
53°C
73°C
55