Faxschakelaar
De faxschakelaar controleert binnenkomende oproe-
pen en regelt het belgedrag van het faxapparaat. Afhan-
kelijk van de geselecteerde modus worden faxberichten
automatisch of handmatig ontvangen.
Faxsignaal, CNG-toon (= Calling Signal)
De toon die een faxapparaat uitzendt om een faxtrans-
missie aan te kondigen. Aan de CNG-toon herkent de
faxschakelaar van het apparaat een binnenkomend fax-
bericht en start de faxontvangst.
Geheugen
NL
Zit er geen papier of geen toner in uw toestel, slaat het
apparaat binnenkomende faxberichten op.
Handshake
De Handshake is de voorloop- en afscheidsfase van een
faxtransmissie. Na het opbouwen van een verbinding
controleren de faxapparaten het toebehoren tot een
groep en prestatiekenmerken als verkleinen of grijstin-
ten. Na de faxtransmissie bevestigt het ontvanger-appa-
raat de ontvangst voordat de verbinding wordt onder-
broken (zie Faxgroepen).
Hook flash-functie
Zie wisselgesprek toets
ISDN
Integrated Services Digital Network
ITU
International Telecommunications Union (organisatie
van de UNO)
Kengetal
De buitenlijncode is het cijfer of de letter die men op
een telefoontoestel van een telefooncentrale vóór het
eigenlijke telefoonnummer moet draaien om een ver-
binding met het openbare telefoonnet te verkrijgen (zie
ook Telefooncentrale).
Kiespauze
Bij interlokale nummers of nummers met subadressen/
doorkiesnummers moet eventueel een kiespauze wor-
den ingevoegd om een te snel doorkiezen en onderbre-
king van de verbinding te vermijden. Het tweede deel
van het nummer wordt pas na een korte pauze gekozen.
LCD
Liquid Crystal Display (vloeibaar-kristal display)
MH
Modified Huffmann (codeermethode voor faxen, zie
Codering)
MMR
Modified Modified Read (codeermethode voor faxen,
zie Codering)
MR
Modified Read (codeermethode voor faxen, zie Code-
ring)
86
Multifrequentie-methode
zie Toonkies-methode
Niveaugeheugen
Uw toestel registreert het tonerverbruik van elke
afdruk en berekent daaruit het tonerniveau van de
cartridge. Het tonerniveau wordt in iedere cartridge
opgeslagen. U kunt verschillende cartridges gebruiken
en het desbetreffende tonerniveau van de cartridge
laten tonen.
Nummerherkenning (CLIP)
Er zijn twee vormen van nummerweergave (Calling Line
Identification Presentation, CLIP). Belt iemand u op,
geeft uw apparaat het nummer van de beller op het dis-
play aan. Wordt u tijdens een telefoongesprek door nog
iemand opgebeld, hoort u een signaal. Uw telefoon-
maatschappij moet beide functies aanbieden en voor uw
telefoonaansluiting vrijschakelen. Het verzenden van
het telefoonnummer kan tijdelijk of compleet uitgescha-
keld worden (Calling Line Identification Restriction,
CLIR).
Nummers combineren (= Chain Dialling)
U kunt invoeren in de telefoonboek, handmatig inge-
toetste cijfers en nummers uit de nummerherhalingslijst
of de lijst van bellers vrij combineren en bewerken,
voordat het nummer gedraaid wordt. Hebt u bijvoor-
beeld het kengetal van een gunstige telefoonaanbieder
(zie Call-by-Call) in uw telefoonboek opgeslagen, selec-
teert u deze invoer en toetst het gewenste nummer
handmatig in of u kiest een nummer uit de telefoon-
boek, de nummerherhalingslijst of de lijst van bellers.
Onderdrukking nummerweergave (CLIR)
Als u een deelnemer opbelt, verschijnt de naam die u
hebt ingevoerd op de display van degene die wordt
opgebeld. U kunt deze functie uitschakelen en zo uw
nummer onderdrukkken (Caller Line Identification Res-
triction, CLIR).
Opwarmfase
Standaard staat het apparaat in de energiebesparings-
modus (zie Energiebesparingsmodus). In de opwarmfase
verwarmt het apparaat de printeenheid tot de beno-
digde bedrijfstemperatuur bereikt is en de kopie of de
fax afgedrukt kan worden.
PABX
Private Automatic Branch Exchange (zie Telefooncen-
trale)
Polling
zie Fax afroepen
POTS
Plain Old Telephone Service
PSTN
Public Switched Telephone Network (zie Telefooncen-
trale)
Philips · LaserMFD 6170dw