3 Pas de lengte van de papiercassette aan het afdrukpa-
pier aan. Druk op de vergrendelingknop aan de
onderkant van de papiercassette. Verschuif de achter-
kant totdat ze in de juiste omschrijving vastklikt: Legal
= LG, A4 = A4, A5 = A5, Letter = LE, B5 = B5.
NL
4 Waaier het papier uit en breng het op een glad opper-
vlak in de juiste stand. Op die manier verhindert u dat
meerdere vellen in één keer worden ingetrokken.
5 Plaats het papier in de papiercassette. U kunt tot
250 vel (80¦g/m2) tegelijk plaatsen.
Opmerking
Sjablonen invoeren
Wilt u op een origineel document printen
(bijvoorbeeld formulieren of briefpapier),
plaats het origineel dan met de zijde
waarop u wilt afdrukken naar onder en
met de kop van de bladzijde naar voren in
de papierlade.
28
VOORZICHTIG!
Testafdrukken van laserprinters!
Voorgedrukte formulieren die door een
laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt
om verder bedrukt te worden.
6 Fixeer het papier met behulp van de beide papier-
dwarsgeleiders. Let erop dat het papier bij het fixe-
ren niet geknikt wordt.
7 Sluit de afdekking van de papiercassette.
Opmerking
Afdekklep van de papiercassette
Als de afdekklep van de papiercassette is
losgeraakt, dient u de afdekklep weer aan
de houders vast te maken. Let erop dat de
gladde kant van de afdekklep (met de mar-
keringen) naar boven is gericht.
Philips · LaserMFD 6170dw