4 Tekst voert u met de cijfertoetsen in (zie opdruk).
Spaties voert u in met 0.
Speciale tekens voert u in met * of #.
Met f x schakelt u tussen de invoer van grote
en kleine letters heen en weer.
Met u beweegt u de cursor.
Met C wist u de tekens afzonderlijk.
Druk lang (tenminste twee seconden) op C om
de volledige tekst te wissen.
5 Bevestig met o. Het SMS-bericht wordt opgeslagen.
SMS uitprinten
1 Druk op _.
2 Kies met [ ONTV. SMS , VERZOND. SMS of GE-
SCHR. SMS .
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ LIJST WEERGEVEN .
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het SMS-bericht dat u wilt uitprinten.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ PRINTEN .
9 Bevestig met o. Het gekozen SMS-bericht wordt uitgeprint.
Lijst met alle SMS uitprinten ljet 3
U kunt een lijst van alle SMS-berichten uit de geko-
zen map uitprinten wanneer u met [ in plaats van
LIJST WEERGEVEN , LIJST PRINTEN kiest.
SMS wissen
SMS wissen inleiding
Wanneer uw berichtgeheugen vol is, kan uw toestel geen
verdere berichten ontvangen. Wis SMS-berichten zodat
het geheugen berichten kan blijven ontvangen.
Uw toestel kan 30 ontvangen, 5 geschreven en verstuurde
SMS-berichten en 5 berichten die nog niet werden ver-
stuurd, opslaan.
1 Druk op _.
2 Kies met [ ONTV. SMS , VERZOND. SMS of GE-
SCHR. SMS .
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ LIJST WEERGEVEN .
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ het SMS-bericht dat u wilt wissen.
7 Bevestig met o.
8 Kies met [ WISSEN .
9 Bevestig met o. Het gekozen SMS-bericht wordt gewist.
Instellingen wijzigen
Zend- en ontvangstnummers wijzigen
In uw toestel zijn alle nummers opgeslagen die u nodig
hebt om SMS-berichten te versturen en te ontvangen.
Wanneer u van telefoonaanbieder verandert, moet u de
nummers wijzigen.
1 Druk op _.
2 Kies met [ CONFIGURATIE .
SMS
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ NR. SERV.CENTR. .
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ TX SERV. CENTR. .
7 Voer het nummer in voor het versturen van SMS berichten.
8 Bevestig met o.
9 Kies met [ RX SERV. CENTR. .
10 Voer het nummer in voor het ontvangen van SMS berichten.
11 Bevestig met o.
12 Beëindig met j.
Signaaltoon voor SMS-ontvangst uitscha-
kelen
De ontvangst van een SMS-bericht wordt door een sig-
naaltoon aangegeven. U kunt deze signaaltoon uitschake-
len.
1 Druk op _.
2 Kies met [ CONFIGURATIE .
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ WAARSCH. RX SMS .
5 Bevestig met o.
6 Kies met [ of een signaaltoon de ontvangst van SMS
berichten al dan niet moet aankondigen.
7 Bevestig met o.
8 Beëindig met j.
Alias (terminal ID) van het toestel instel-
len
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
ondersteund)
Hebt u meerdere apparaten met SMS-functie op één tele-
foonlijn aangesloten, kunt u aan deze apparaten subadres-
sen toekennen. SMS berichten kunnen dan naar een be-
paald toestel worden gestuurd. U kunt aan uw toestel een
eigen alias toewijzen.
1 Druk op _.
2 Kies met [ CONFIGURATIE .
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ TERMINAL NR. .
5 Bevestig met o.
6 Voer het gewenste alias in.
De afzender kan een SMS-bericht direct naar dit appa-
raat sturen, door het subadres aan het telefoonnummer
toe te voegen.
7 Bevestig met o.
SMS instellingen uitprinten
1 Druk op _.
2 Kies met [ CONFIGURATIE .
3 Bevestig met o.
4 Kies met [ CONFIG. PRINTEN .
5 Bevestig met o.
De instellingen worden uitgeprint.
NL
25