. Verhelpen van storingen
Storing
Licht wordt niet ingescha-
keld resp. licht wordt
uitgeschakeld bij aanwezig-
heid en duisternis
Licht brandt bij aanwezig-
heid ondanks voldoende
lichtsterkte
Licht wordt niet uitgescha-
keld resp. licht wordt
spontaan ingeschakeld bij
afwezigheid
Licht schakelt continu aan
en uit („knipperen")
Drukknop werkt niet
Licht kan met drukknop niet
worden uitgeschakeld.
Storingsknipperen
(4x per seconde)
118
Oorzaak
Luxwaarde te laag ingesteld; melder op halfautoma-
tisch ingesteld; Licht werd handmatig uitgeschakeld;
geen persoon in het registratiebereik; obstakel(s)
storen de registratie; nalooptijd te kort ingesteld
Luxwaarde te hoog ingesteld; licht werd kort daarvoor
handmatig ingeschakeld (30 min. wachten); melder
in testmodus
Nalooptijd afwachten (zelflerend);
thermische storingsbronnen in het registratiebereik:
heteluchtverwarmers, gloeilamp/halogeenstraler, zich
bewegende objecten (bijv. gordijnen bij open ramen),
last (EVA's, relais) niet ontstoord
Gloeilampen worden via de ECO-IR aangestuurd;
lichtmeting uitschakelen; te veel kunstmatig licht
valt op de melder; luxwaarde verhogen of melder
verplaatsen
Apparaat is nog in de opstartfase; verlichte knop
zonder nulleidingaansluiting gebruikt; drukknop niet
op Master aangesloten
DIP-Switch in de stand „Gang"
Ontbrekende of verkeerde codeerstekker; storing bij
zelftest; apparaat werkt niet goed!