Inhoudsopgave
Advertenties
Afbeelding 8. Aansluiten op een ademhalingscircuit voor pasgeborenen met
een T-stuk voor pasgeborenen
Bij ademhalingscircuits voor pasgeborenen moet de vernevelaar
met het T-stuk voor kinderen en de adapters voor pasgeborenen
op ongeveer 30 cm (12 in.) vóór het Y-stuk van de patiënt worden
aangesloten (afbeelding 7). U kunt de vernevelaar ook met het T-stuk
voor pasgeborenen aansluiten, 30 cm (12 in.) voor het Y-stuk van de
patiënt (afbeelding 8).
2. Voer altijd een lekkagetest op het ademhalingscircuit uit nadat de
vernevelaar erin is aangebracht of eruit is verwijderd. Volg de instructies
van de fabrikant van het beademingsapparaat voor het uitvoeren van
een lekkagetest.
3. Gebruik de universele montagebeugel om de controller in verticale of
horizontale positie aan een infuusstandaard of bedrail te bevestigen
(afbeelding 9). Draai de knop niet te strak aan.
Indien een standaard apparatuursteun aanwezig is, dient de
apparatuurmontageadapter te worden gebruikt om de controller te
ondersteunen (afbeelding 9).
Gebruikshandleiding voor het Aerogen® Pro-systeem
13
Advertenties
Inhoudsopgave
